Daarnaast zijn er andere gebieden door het kadaster
gekaarteerd op de schaal 11000 (soms 1500). Dit
zijn gebieden dit in verband met een hoge urbani
satiegraad werden hermeten. Door de vele topo
grafische details en de opmeting in het systeem van
de Rijksdriehoeksmeting benaderen deze kaarten
weliswaar niet naar de vorm, doch wel naar inhoud,
schaal en nauwkeurigheid reeds de grootschalige
kaart die het onderwerp van studie uitmaakt. De
commissie meende daarom bij het uitwerken van de
probleemstelling onderscheid te moeten maken tus
sen stedelijk en landelijk gebied. Voor stedelijk ge
bied werd geen nieuwe definitie opgesteld; omdat
het begrip in kartografische zin gebruikt wordt, is
aansluiting gezocht bij de indeling die reeds door het
kadaster is vastgesteld. Waar in dit rapport van
stedelijk gebied wordt gesproken, worden die delen
van het land bedoeld waarvoor het kadaster de
kaartschalen 11000 of groter gebruikt en die her
meten zijn in het stelsel van de Rijksdriehoeks
meting.
Zoals reeds in hoofdstuk 1 is uiteengezet, heeft de
commissie een diepgaande studie over de technische
kant van de vervaardigingswijze niet als taak gezien.
Voor bestudering van belangrijke elementen van een
uniforme grootschalige kaart (vorm, inhoud, schaal,
nauwkeurigheid, bijhouding, vernieuwing) dienden
uitgangspunten geformuleerd te worden, die ook
geldig kunnen blijven als er andere technieken bij
de vervaardiging toegepast zullen worden. Nieuwe
methoden op het gebied van het verzamelen en be
waren van meetgegevens, van de verwerking en
reproduktie zullen steeds toepassing vinden. Zo
lang echter de afnemer (nu: de kaartgebruiker) voor
de presentatie van zijn gegevens een grafische voor
stelling wenst zullen de genoemde uitgangspunten
geldig blijven en hun waarde behouden. Samen
werking, uitwisselbaarheid van gegevens en daar
door uniformiteit van aard en aanduiding van basis
gegevens, zullen op den duur nog stringentere voor
waarden zijn voor de toepassing van arbeid-, tijd
en kostenbesparende technieken.
Bij de taakaanvaarding heeft de commissie als uit
gangspunt genomen dat het onderzoek niet moest
leiden tot een jarenlange studie. Van verschillende
zijden werd op spoed aangedrongen. De maat
schappelijke ontwikkeling gaf hiertoe aanleiding:
in verschillende provincies gingen groepen van
kaartgebruikers zich bundelen om een uitkomst te
vinden uit een door hen als ongewenst beschouwde
versnippering, zonder tot een voor alle partijen
bevredigende oplossing te komen. De oprichting
van de WELREN en van de Adviesgroep Topo
grafie en Leidingen van de SOAG onderstreepten
de noodzaak van een landelijke uniforme groot
schalige kaart als basis voor vele activiteiten.
De contacten met deze en andere kaartgebuikers,
het uitbrengen van een interimrapport met de daar
aan verbonden besprekingen en een uitgebreide
schriftelijke enquête, namen meer tijd in beslag dan
de commissie verwacht had, evenwel vormden zij
een wezenlijk deel van het onderzoek.
Hoofdstuk 3 ONDERZOEK
3.1 Omschrijving van begrippen
Het begrip grootschalig heeft in verschillende landen
niet dezelfde betekenis. In deze studie, die geheel
op Nederland is gericht, dient het begrip gezien te
worden in het licht van de historie van de lands-
kaartering, zoals die in de inleiding is beschreven.
De daarin genoemde kaart op schaal 110.000 van
de Topografische Dienst vormt de overgang naar
het grootschalig gebied, de kadastrale kaarten vallen
er geheel in. Voor enige aspecten van technisch ge
bruik zal men soms met de 110.000 kaart of een
vergroting naar de schaal 15000 kunnen volstaan,
bijvoorbeeld in sectoren van de planologie, de land
inrichting of het bosbeheer. Voor andere technische
doeleinden, zoals het traceren en registreren van
kabels en leidingen, de aanleg of reconstructie van
wegen en waterlopen, het ontwerpen en uitzetten
van uitbreidingsplannen, voor verkavelingen en
Rapport van de Commissie Grootschalige Basiskaart 5
ngt 74
225