het gebruik van dezelfde ondergrond kunnen de
gegevens van alle technische diensten, die in een
bepaald gebied opereren, met grote betrouwbaar
heid en zonder extra kosten met elkaar in verband
worden gebracht. Het belang ligt derhalve niet alleen
in het gebruik van een betere kaart, doch ook in het
gebruik van dezelfde kaart. Overigens brengt dit
met zich mee dat deze kaart een hoge kwaliteit moet
hebben. Deze factoren zullen zeker bij het over
wegen van het nut, dat iedere dienst bij een gbk
heeft, een rol spelen. Dit geldt niet alleen voor de
nutsbedrijven en gemeenten, die in dit rapport
steeds genoemd worden, maar ook voor de provin
ciale en rijksdiensten, zowel in de technische als in
de administratieve sector. Bovendien zullen ge
bruikers worden gevonden bij bedrijven die civiel-
en cultuurtechnische en stedebouwkundige werken
in het gebied uitvoeren. Naast afnemers van het
eindprodukt zullen er ook gegadigden zijn voor
deelprodukten zoals:
- alleen de fotografie (bijv. voor interpretatie van
bodem, vegetatie of landschap, voor wetenschap
pelijke doeleinden, voor schoolgebruik);
- alleen de terrestrische en/of fotogrammetrische
grondslag (bijv. voor hoofdpunten van het Ka
daster, Waterstaat);
- alleen de fotokaart (bijv. voor inventarisatie van
milieu-elementen, planologie, voorlichting).
Het zal zeker voorkomen dat de produktie van een
gbk in een bepaald gebied in samenhang geschiedt
met een ander groot kaarteringswerk, bijvoorbeeld
in kadastraal of waterstaatsverband. Een aanzien
lijke kostenverlaging voor de andere gebruikers kan
dan het gevolg zijn. Voor het coördineren van de
vraag en voor het overleg ten aanzien van kosten
en baten zal, zowel centraal als regionaal, een goede
organisatie nodig zijn. In deze organen zullen kaart-
producenten en kaartgebruikers moeten zijn vertegen
woordigd.
Dit de reeds meer genoemde enquête kan een indruk
worden verkregen van de hoogte van de bedragen
die jaarlijks door de openbare nutsbedrijven en de
gemeenten worden besteed aan de vervaardiging
en bijhouding van grootschalig kaartmateriaal, dat
als ondergrond dient voor vermelding van eigen
gegevens of verdere bewerking.
a. De openbare nutsbedrijven (elektriciteit, water,
gas, telefoon) geven hiervoor (afgezien van leve
ring door derden) gezamenlijk ongeveer 12 mil
joen gulden per jaar uit. Dat is gemiddeld
ƒ340,per km2 per jaar. De hoogte van dit
bedrag wordt bevestigd door een opgave van de
WELREN betreffende het aantal tekenaars (300)
dat in het tekenen van ondergronden een volle
dagtaak vindt. Een andere benadering geeft
Beusen in het Nederlands Geodetisch Tijdschrift
jrg. 1973, pag. 144. Hij schat het bedrag op on
geveer 15 miljoen gulden per jaar.
b. Een opgave van 142 gemeenten, vallend in de
klasse van minder dan 50.000 inwoners, om
vattende 7000 km2, toont aan dat per jaar ge
middeld ongeveer ƒ820,per km2 wordt be
steed aan grootschalige kaarten, afgezien van
het werk dat door derden wordt verricht. In deze
gemeenten is volgens deze opgave 15% stedelijk
en 85% landelijk gebied. Extrapolatie naar de
oppervlakte van alle gemeenten in deze klasse
leidt tot een bedrag van ongeveer 25 miljoen
gulden per jaar.
c. Een opgave van 22 gemeenten, vallend in de
klasse van meer dan 50.000 inwoners, omvat
tende 2000 km2 (27% stedelijk en 73% landelijk),
toont aan dat hieraan per jaar gemiddeld onge
veer ƒ1370,per km2 wordt besteed. Extra
polatie naar de oppervlakte van alle gemeenten
in deze klasse leidt tot ongeveer 5 miljoen gul
den per jaar, eveneens zonder werk van derden.
Uit het voorgaande is duidelijk geworden dat het
tot stand komen van een gbk slechts kan worden
bereikt door een efficiënte organisatie. Daar de
grote kaartgebruikers overheidsorganen en semi-
overheidsbedrijven zijn, dient de rijksoverheid de
verantwoordelijkheid voor de gbk op zich te nemen.
Vooral omdat de gehele maatschappij niet alleen
profijt heeft van besparingen, die ontstaan door
betere en snellere communicatie tussen vele tech
nische diensten, maar ook is gebaat bij de gunstige
invloed die het gebruik van betere kaarten heeft
op vele activiteiten. Bij deze activiteiten denke men
aan de voorbereiding van plannen, aan de voor-
12 Rapport van de Commissie Grootschalige Basiskaart
3.2.12 Organisatie
232
ngt 74