vermenigvuldigen eigen afdruktechnieken toe
passen, waarbij hij het papierformaat naar eigen
behoefte kan kiezen.
10. De bijhouding is één van de belangrijkste ele
menten die bij de realisering van een perma
nente kaartering een rol spelen. De gebruiker
wenst een up to date produkt, de vervaardiger
daarentegen weet dat er reeds tussen het mo
ment van opname en de afwerking verande
ringen in de terreintoestand of het terrein-
gebruik kunnen zijn opgetreden. Hier moet dus
steeds van een compromis sprake zijn.
De commissie meent dat belangrijke verande
ringen (realisering uitbreidingsplan, uitvoering
van civiel- en cultuurtechnische werken, enz.)
zo spoedig mogelijk, zo mogelijk jaarlijks,
moeten worden bijgewerkt. In andere gevallen
zal herziening pas na een veel langere periode
nodig zijn. Voor een algehele herziening kan
gemiddeld met een vijfjaarlijkse periode wor
den volstaan. Overigens zal de praktijk uit
wijzen of deze tijdsduur zinvol is. Voor de bij
houding behoeven niet steeds nieuwe metingen
ten behoeve van de gbk te worden verricht.
Alle diensten en bedrijven die landmeetkundig
werk verrichten, kunnen door hen gemeten
veranderde topografische gegevens doorgeven
aan de dienst die voor de uitvoering van de gbk
verantwoordelijk is.
11. Ten aanzien van de organisatie en de uitvoering
dienen de beste waarborgen te worden gescha
pen voor de publikatie en de bijhouding van
een uniforme grootschalige basiskaart van
Nederland, zoals die in de voorgaande punten
is omschreven.
In het volgende hoofdstuk worden hiertoe
enkele aanbevelingen gedaan.
Hoofdstuk 5 AANBEVELINGEN
1. In hoofdstuk 4 zijn de vorm, de inhoud, de uit
voering en de bijhoudingseisen van een groot
schalige basiskaart van Nederland omschreven.
Het is van uitermate groot belang dat met de ver
vaardiging van deze kaart volgens genoemde
richtlijnen spoedig wordt aangevangen.
2. De aard van het project en de belangen die er
mee gemoeid zijn in aanmerking genomen, is de
Commissie GBK van mening dat bij de Minister
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de
verantwoordelijkheid voor de realisering van de
grootschalige basiskaart dient te berusten.
3. Naast de belangen van de rijksoverheid zijn die
van andere overheidsdiensten en van de open
bare nutsbedrijven bij de totstandkoming van
een gbk groot. Het is daarom noodzakelijk dat
hiertoe een permanent overlegorgaan wordt ge
vormd door vertegenwoordigers van rijks-
kaarteringsdiensten en van kaartgebruikers, aan
gevuld met enkele deskundigen. Dit orgaan - de
Centrale Kaarteringsraad - adviseert de Minister
inzake het te voeren beleid met betrekking tot de
grootschalige basiskaart ten aanzien van bijvoor
beeld de volgende onderwerpen:
ahet opstellen van urgentieschema's op lange
termijn;
b. het aangeven van prioriteiten op korte ter
mijn;
c. het onderzoeken van samenwerkingsmoge
lijkheden in verband met de vervaardiging,
de bijhouding en de vernieuwing; hierbij
wordt ook gedacht aan het inschakelen van
ingenieursbureaus, die kennis, ervaring en
capaciteit op dit gebied hebben, op grond
van hun werkzaamheden op dit gebied
d. het formuleren van richtlijnen voor de kos
tenverdeling tussen de belanghebbenden;
e. het opstellen van een regeling van de auteurs
rechten;
f. het voorstellen van andere organisatorische
en technische maatregelen, zulks op grond
van nieuwe opvattingen en mogelijkheden.
Rapport van de Commissie Grootschalige Basiskaart 15
ngt 74
235