ngt 74
Rapport van de Commissie Grootschalige Basiskaart 33
Naast het kaartformaat werd ook gevraagd welk papier
formaat (bruto kaartoppervlak) werd gewenst. Gekozen kon
worden uit de formaten Al, AO, BI enBO. Er bleek een duide
lijke voorkeur van de formaten AO (84x120 cm) en BI
(70x100 cm). Deze belangstelling was gelijkelijk over beide
formaten verdeeld.
6 De inhoud van de kaart
Als minimale kaartinhoud stelde de Commissie voor: be
grenzingen van wegen, kanten van wegverhardingen, water
wegen, sloten, onder- en bovenkant dijken, bruggen, heggen,
opstallen en aanduidingen van aanééngesloten hoge be
groeiing. Aan de geënquêteerden werd de vraag gesteld op
het formulier door te strepen wat niet nodig is en toe te
voegen wat bovendien moet worden afgebeeld of aangeduid.
Van de mogelijkheid tot doorstrepen van de genoemde ele
menten maakte slechts een enkeling gebruik. Van het toe
voegen werd meer gebruik gemaakt. Voor de volgende onder
werpen bestond van meerdere zijden belangstelling: straat
namen en/of huisnummers, kadastrale situatie, hoogte-
gegevens, straatmeubilair, soorten verharding. In tabel 6 is
de belangstelling voor deze onderwerpen aangegeven.
Conclusie: Aan de kaartinhoud zoals deze door de Commissie
is aangegeven moet worden toegevoegd: straatnamen, huis
nummers en soorten verharding.
Op de vraag of in landelijke gebieden niet alleen hoofd
gebouwen, maar ook schuren, stallen, e.d. dienen te worden
afgebeeld, antwoordde 96% van de respondenten met ja. Van
de respondenten wenste 98% dat niet alleen de voorgevels,
maar ook de achter- en zijgevels van de bebouwing op de
kaart worden afgebeeld. Bij de vraag of de door de Com
missie voorgestelde kaartinhoud alleen langs wegen en straten
moet worden afgebeeld, antwoordde 79% van de responden
ten ontkennend.
De meningen waren verdeeld over de vraag of in landelijke
gebieden de afbeelding van randen van de dakoverstekken in
plaats van gevels aanvaardbaar is. In tabel 6 zijn de ant
woorden gerangschikt. Hieruit blijkt dat 54% van de respon
denten van mening is, dat een fotogrammetrisch gemeten
kaart niet behoeft te worden naverkend en 46% van mening
is dat dit wél moet gebeuren.
7 Voorstelling van de objecten op de kaart
De Commissie gaf vier mogelijkheden voor de voorstelling
van de objecten op de kaart:
- uitsluitend door volle lijnen van gelijke dikte,
- uitsluitend door volle lijnen, voor gebouwen iets dikker
dan voor de overige objecten,
- uitsluitend door gebruik te maken van de daarvoor ont
worpen NEN aanduiding,
- uitsluitend door volle lijnen van gelijke dikte, behalve daar
waar verwarring kan optreden.
Bij de interpretatie van de antwoorden moet in aanmerking
worden genomen, dat de tweede en vierde antwoordmogelijk-
heid veel overeenkomst vertonen. In tabel 7 staan de ant
woorden gerangschikt.
Conclusie: Uit de antwoorden kan men interpreteren dat de
basiskaart moet worden getekend met volle lijnen van gelijke
dikte en dat voor de gebouwen en daar waar verwarring op
kan treden een lijn van afwijkende dikte moet worden ge
bruikt.
Tabel 7 voorstelling van de objecten op de kaart
volle lijnen van
volle lijnen, voor gebou
N.E.N. aanduidingen
volle lijnen van gelijke dikte
gelijke dikte
wen iets dikkere lijn
behalve daar waar verwarring
kan optreden.
Nutsbedrijven
10
295
105
646
32
933
96
259
Gemeenten
42
92
155
52
50.000 inwoners
52
38
42
34
Gemeenten
3
9
18
3
50.000 inwoners
46
82
95
50
Waterschappen
13
324
7
597
20
359
6
732
Rijksdiensten
0
0
1
1
Provinciale Plano-
0
1
0
1
logosche Diensten
Provinciale
2
1
5
0
Waterstaten
Overigen
1
3
5
8
253