grotere kans dan 80% aangetoond; kleinere ver
schuivingen natuurlijk met een kleinere kans.
Er is hierbij nog steeds van uitgegaan dat de me
tingen goed waren. Als er in s1-3 een fout gemaakt
wordt ter grootte van de grenswaarde dan blijkt
uit fig. 12 dat deze fout op de coördinaten van de
punten in Spanje juist in de eventuele verschuivings
richting een grote invloed heeft. Deze situatie is
hoogst ongewenst. Dit wordt nog duidelijker als de
kans uitgerekend wordt op foutieve conclusies die
een gevolg zijn van gemaakte meetfouten. Als er
geen verschuiving optreedt, is de kans uitgerekend
dat een niet ontdekte fout in de lengte s13 tot fou
tieve conclusies leidt. In fig. 13 is deze kans op
foutieve conclusies weergegeven. Hieruit blijkt
duidelijk dat dit net wel voor verbetering vatbaar is.
7 Herhalingsmetingen
Meestal zal men bij deformatiemetingen niet met
twee metingen volstaan. Afhankelijk van het belang
van kennis over optredende deformaties zal men het
aantal herhalingsmetingen opvoeren. Bewezen kan
worden dat bij meerdere herhalingsmetingen het
onderscheidingsvermogen betreffende aan te tonen
deformatie groter wordt. Toch moet men ook hier
waken voor foutieve conclusies, die een gevolg
kunnen zijn van een verkeerde toetsingsprocedure
of een gevolg van niet ontdekte foute waarnemingen.
Zo is bijv. de vierhoek bij Hollister verschillende
keren gemeten [4], De eerste waarnemingen zijn in
1957 gedaan en herhaald in de jaren 1959, 1960,
1962 en 1963. Gegevens over metingen in latere
jaren zijn mij onbekend. De verplaatsingen zijn
telkens tussen twee meetperioden berekend. Uit de
verschillen tussen de meetuitkomsten is berekend
dat de kruipbeweging langs het breukvlak gemid
deld 1.5 cm per jaar bedraagt. In onderstaande tabel
staan enkele meetuitkomsten vermeld.
Of deze getallen betrouwbaar zijn valt hieruit zonder
meer niet uit op te maken. Het is mij niet bekend
welk instrumentarium men bij de meting heeft; het
zelfde geldt de meetmethode. Het verschil tussen de
meting van 1961 en 1962 van 2 mm kan misschien
wel door een gemaakte fout zijn ontstaan. Slechts
als alle gegevens ter beschikking staan en de w-toets
toegepast wordt kan men dit verschil van 2 mm
beoordelen.
Herhalingsmetingen worden ook vaak uitgevoerd
om een inzicht te krijgen over onbekende deforma
ties. Men wil bijv. weten wat de gevolgen van win
ning van aardgas zijn. Uit deze herhalingsmetingen
kunnen soms hypothesen, modellen, over toekom
stige bewegingen opgesteld worden. Zodra dit
mogelijk is, kunnen dan deze hypothesen niet alleen
getoetst worden, maar kunnen ook op grond van
deze hypothesen, modellen, voorspellingen gedaan
worden.
8 Conclusies
De vraag of een geodeet deformaties aantonen kan,
ngt 74
Fig. 12.
Externe be
trouwbaarheid
van de coör
dinaten t.g.v.
grenswaarde
lengte j1i3.
VS - 6,6 CM
SCALE VECTORS
5 10 15 20 CM
SPANJE-MAROKKO
~1
Fig. 13. Kans op foutieve conclusies t.g.v. fout in lengte
.s,,3 als geen verschuiving optreedt.
Tabel 2 Gemiddelde verplaatsing per jaar bij Hollister
Datum van waarneming
8/57 4/59 5/60 4/61 2/62 10/63
gemiddelde
verplaatsing +2.4 +2.4 +2.0 —0.2 +2.1
gemiddelde
verplaatsing
per jaar 1.4 1.9 2.0 -0.2 1.3
266