fi
•s1>7 bij toetsing niet ontdekt is. De standaard
afwijking van i1>7 bedraagt 0.5 cm. Voor elke lengte
kan men een grafiek, zoals in fig. 9 afgebeeld staat,
tekenen. Deze grafieken kunnen getekend worden
voordat er één meting uitgevoerd is.
Wordt de kans van 40% op foutieve beslissingen te
groot gevonden, dan moet deze kans verkleind
worden. Het doel was immers te komen tot be
trouwbare voorspellingen over verplaatsingen. De
kans op foutieve beslissingen kan verkleind worden
door een betere controle van de lengten. Als het net
verstevigd wordt met hoekmeting dan kan men in
fig. 9 zien dat de kans op een foutieve beslissing
bijna te verwaarlozen is als in de lengte slj7 een fout
van 2 cm gemaakt wordt en bij toetsing niet ontdekt
wordt.
Kwantificering van de kans op goede voorspellingen
lijkt mogelijk; onderzoek hiernaar is nog niet afge
rond. De figuren 8 en 9 behoren bij elke deformatie
meting gemaakt te worden. De opdrachtgever ver
langt eerlijke uitspraken. De u'-toets, afgestemd op
aan te tonen deformaties, behoort toegepast te
worden.
6 Analyse metingsopzet deformatiemetingen
Een praktijkvoorbeeld.
De verschuiving van Spanje t.o.v. Marokko vormt
een onderdeel van een complex van verschuivingen
waaraan het Middellandse-Zeegebied onderhevig is.
Door middel van een trilateratienet dat punten
bevat zowel in Marokko als in Spanje, wil men onder
zoeken of Spanje t.o.v. Marokko verplaatst. Door
ngt 74
hermeting van dit net na 3 jaar wil men een ver
wachte verschuiving van 1 a 2 cm per jaar aan
tonen. Het Laboratorium voor Geodetische Reken
techniek kreeg in 1971 het verzoek om na te gaan
of het in fig. 10 afgebeelde net deze verschuiving
aantonen kon. De lengten zouden met een laser-
geodimeter gemeten worden, waarbij men stan
daardafwijkingen van 3 op 107 hoopte te bereiken.
Vóór de meting is het mogelijk om punt- en relatieve
standaardellipsen te berekenen van de punten van
dit net t.o.v. een gekozen rekenbasis. De rekenbasis
wordt gevormd door de in Marokko gelegen punten
1 en 5. De grenswaarden van de lengten kunnen
ook reeds vóór de meting uitgerekend worden.
Hiervoor moest men natuurlijk een waarde voor de
onbetrouwbaarheid a0 en het onderscheidings
vermogen Po aannemen. Als voorbeeld is in fig. 11
het onderscheidingsvermogen ft uitgezet tegen een
fout in de lengte j1>3.
In eerste instantie wordt er van uitgegaan dat alle
waarnemingen na toetsing goed zijn. Verondersteld
wordt dat alle punten zowel in Spanje als in
Marokko onveranderd blijven. Deze nulhypothese
zal op zijn juistheid getoetst worden tegen de vol
gende alternatieve hypothese: alle punten in Spanje
verplaatsen zich over een gelijke afstand loodrecht
op de Straat van Gibraltar, terwijl de punten in
Marokko onveranderd blijven. De nulhypothese
wordt getoetst met de w-toets die volledig afge
stemd wordt op de alternatieve hypothese. Verwer
ping van de nulhypothese leidt tot aanvaarding van
de alternatieve hypothese. In dit geval kan ook een
zijdig getoetst omdat de richting van de verschuiving
vaststaat nl. de Straat van Gibraltar wordt breder.
Als voor oc0 l%o gekozen wordt en voor het onder
scheidingsvermogen 80% dan bedraagt de grens
waarde voor de verplaatsing 3.5 cm. Deze uitkomst
moet als volgt geïnterpreteerd worden: als de be
schouwde verschuiving groter is dan deze grens
waarde dan wordt deze verschuiving met een
Fig. 10.
Trilateratienet
ter bepaling
verschuiving
van Spanje
t.o.v.
Marokko.
100%
40
Fig. 11Onderscheidingsvermogen fl van lengte sli3.
265