celen in de oude toestand. Bij de herindeling van de
eigendoms- en gebruikssituatie kunnen nieuwe
landschapselementen, recreatievoorzieningen, te be
schermen natuurterreinen, rijkswegen, enz. worden
ingepast zonder grote bezwaren voor de belang
hebbenden. In de loop van de jaren zijn aldus gaan
deweg meer voorzieningen ten algemenen nutte in de
ruilverkavelingsplannen ingebouwd.
Intussen is het duidelijk, dat de huidige wetgeving
aan de volledige herinrichting van het platteland
zijn grenzen stelt. Daarvoor draagt de Ruilverkave-
lingswet nu eenmaal te sterk zijn agrarisch stempel.
Aan de totstandkoming van een nieuwe en bredere
Landinrichtingswet wordt nu gewerkt. Op zichzelf
is het al typerend, dat presidium en secretariaat van
de commissie die deze voorbereidt niet meer alleen
berusten bij het Ministerie van Landbouw en
Visserij, maar ook bij het Ministerie van Volkshuis
vesting en Ruimtelijke Ordening. De centrale vraag
stukken, die in de nieuwe wetgeving moeten worden
opgelost, zijn de verhouding tussen ruimtelijke
ordening en landinrichting - met het streekplan als
belangrijk instrument -, de wijze van besluitvorming
omtrent het landinrichtingsplan en de grondver
werving. Het laat zich aanzien, dat binnen enkele
maanden een nota met de hoofdlijnen van het ont
werp kan worden gepubliceerd. Ongeveer te zelfder
tijd zal naar ik hoop ook de Memorie van Ant
woord over het ontwerp-wet Reconstructie Midden-
Delfland verschijnen.
In dit verband van een breder georiënteerde land
inrichting moet ten slotte melding worden gemaakt
van het overleg, dat de Kamer binnenkort wil voeren
met de ministers van Landbouw en Visserij, Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening en Cultuur,
Recreatie en Maatschappelijk Werk gezamenlijk.
Kernpunt van dat overleg zal zijn de vraag, in hoe
verre de belangen van landbouw en natuurbehoud
samen kunnen gaan in de kwetsbare landbouwge
bieden van het Oosten en Zuiden. Bij de voorberei
ding van dit overleg is ijverig gestudeerd op de
mogelijkheid, dat de Staat met individuele agra
rische ondernemers overeenkomsten zou sluiten om
gederfde inkomsten te compenseren en om verleen
de diensten ten behoeve van het natuur- en land
schapsbehoud te honoreren.
De infrastructuur
In de nationale ruimtelijke ordening neemt de plan
ning van de grote infrastructuurwerken in menig op
zicht een sleutelpositie in. Tot deze werken reken ik:
- de waterstaatkundige werken, zoals Zuiderzee
werken, Deltawerken, kustverdedigingswerken,
waterhuishoudkundige werken, b.v. Oosterschel-
de;
- de openbare communicatiestelsels, zoals de netten
van land-, spoor- en waterwegen, de havens, vlieg
velden (2e „Schiphol"), buisleidingen enz.;
- de werken van de openbare nutsbedrijven, zoals
die ten behoeve van de drinkwatervoorziening en
de energievoorziening.
In het bestek van deze lezing ontbreekt de gelegen
heid lang bij de planning van de infrastructuur
werken stil te staan. Interessant is echter, dat met
o.a. de grote uitvoerende diensten als de Rijks
waterstaat en de Cultuurtechnische Dienst en de
departementen die verantwoordelijk zijn voor de
openbare nutsvoorzieningen afspraken zijn gemaakt
over de opstelling van lange termijn plannen. Deze
worden gepresenteerd in de vorm van zgn. struc
tuurschema's. De minister van Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening is daarvoor de tweede verant
woordelijke; zijn aandacht richt zich vooral op de
samenhang van de schema's en op een goed verloop
van de procedures. Met name de wederzijdse af
stemming van structuurschema en streekplan ver
eist daarbij zorg.
Twee structuurschema's zijn nu (nagenoeg) gereed:
dat voor de drink- en industriewatervoorziening en
dat voor de elektriciteitsvoorziening. Het zeer be
langrijke schema verkeer en vervoer komt in de loop
van 1975 ongeveer te zelfder tijd als de verstede-
lij kingsnota. Karaktertrek van dat schema zal onge
twijfeld zijn de beperking van de verkeersmobiliteit,
in het bijzonder van het woon-werkverkeer per
auto. Waar uitbreiding van de capaciteit toch nodig
blijkt, zal deze in eerste aanleg in verbetering van de
bestaande infrastructuur worden gezocht.
De bewerktuiging van het ruimtelijk beleid
Op nationaal niveau domineren in de bewerk
tuiging van het ruimtelijk beleid twee elementen: de
nota's ruimtelijke ordening en de coördinatie.
ngt 75
15