kaarten, met een topografische ondergrond, waarin de hoofdlijnen van het plan zoveel mogelijk in beeld zijn gebracht. Op gemeentelijk niveau kent men iets dergelijks in de vorm van structuurplannen. Streekplannen en structuurplannen binden de burgers niet recht streeks. Dit is wel het geval met gemeentelijke be stemmingsplannen. Bestemmingsplannen bevatten veel vastgoedge- gevens: bestaande bebouwing, straatnamen, dwars profielen van de belangrijkste wegen, eventueel hoogtelijnen en voor de toekomstige bebouwing kadastrale grenzen en perceelnummers. Met de be stemming houden zich voornamelijk bezig de Rijks Planologische Dienst, Provinciale Planologische Diensten en planologische afdelingen van gemeen ten. Deze diensten raadplegen daarvoor eigen en andere vastgoedsystemen. Inrichting Met inrichting wordt bedoeld een zodanige bepaling van de feitelijke gesteldheid van het vastgoed, dat dit goed aan zijn bestemming kan beantwoorden. De inrichting kan worden gesplitst in drie gedeel ten: a. Landinrichting. b. Inrichting van stedelijke gebieden, d.w.z. stads vernieuwing en stadsuitbreiding. c. Inrichting van civieltechnische werken. a. Landinrichting. Vrijwel het enige middel tot landinrichting is momenteel de ruilverkaveling (ruilverkavelingsblokken variëren in grootte tot 20.000 ha). Om tot ruilverkaveling te komen moet een groot aantal vastgoedgegevens worden bestudeerd. Dit gebeurt zelfs in die mate dat een eigen ruilver kavelingsadministratie wordt opgebouwd die zelf weer een vastgoedsysteem vormt. Naast de verhoudingen grond - zakelijk ge rechtigde, zijn van belang de verkavelings- technische gegevens, sociaaleconomische gege vens, bodemkundige gegevens, gegevens over het grondwater, enz. Omdat de vigerende Ruilverkavelingswet 1954 het agrarisch belang van de ruilverkaveling voor op stelt, wordt thans gewerkt aan een land inrichtingswet met een meer algemene doel stelling. b. Stadsinrichting. Het opheffen van het woning tekort na de 2e wereldoorlog door middel van de aanleg van nieuwe woonwijken was een be lemmering voor de sanering van de oude wijken. De kwalitatieve tekortkomingen van de wo ningen in deze wijken leiden tot ontvolking. Teneinde de ontvolking tegen te gaan wil de regering de stadsvernieuwing bevorderen. Zij zal o.a. in de vorm van verkavelingsplannen (misschien naar analogie van de landelijke ruil verkavelingen) kunnen worden gerealiseerd. De vastgoedgegevens die hiervoor nodig zijn, zijn in hoofdzaak die betreffende de verhoudingen ge bouwen grond rechthebbenden en gegevens over de woningen zelf (woningkartotheek), over leidingen, straatmeubilair, enz. Voor stadsuitbreidingen, die in landelijke ge bieden worden gecreëerd, moeten nog andere gegevens worden geraadpleegd, zoals bestaande rechtstoestand, topografie, bodemgeschiktheid, hydrologische gegevens, aanwezigheid van lei dingen enz. c. Inrichting van civieltechnische werken. De in richting van civieltechnische werken geschiedt hoofdzakelijk door de Waterstaat. Op provin ciaal niveau zijn dit de provinciale waterstaten, op rijksniveau is dit de Rijkswaterstaat. De Rijkswaterstaat verzorgt de inrichting van scheepvaartwegen en havens, waterkeringen, wa terhuishouding, wegen en bruggen, landaanwin ning en Zuiderzeewerken. Ook moeten bij de voorbereiding van deze werken weer een groot aantal eigen en andere vastgoedsystemen worden geraadpleegd. Eigen vastgoedsystemen zijn bij voorbeeld de Hydrologische Databank en het systeem van de landmeetkundige en topogra fische gegevens van de Meetkundige Dienst van de Waterstaat. Beheer van vastgoed Als de inrichting van het vastgoed tot stand is ge komen moeten instanties aangewezen worden die dit goed gaan beheren. ngt 75 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 5