kanten van de sloot worden afgebeeld, maar
alleen het midden.
b. Lijnelementen kunnen een andere vorm krijgen.
Bij een kleine schaal moeten bijvoorbeeld van
een kronkelige beek de gebogen lijnen worden
afgevlakt.
c. Sommige objecten, b.v. wegen, moeten groter
worden afgebeeld dan ze naar verhouding zijn.
Met de generalisatie is men bij de automatisering
van kaarten nog niet ver gevorderd. Bij de groot
schalige kaarteringen ligt de automatisering van de
generalisatie vermoedelijk niet zo moeilijk. Hierbij
kan men voornamelijk volgens mathematische
principes te werk gaan. Bij kleinschalige kaarten
moet veel meer verstandelijk geïnterpreteerd wor
den. Een smal pad kan in sommige gebieden een
essentiële verbindingsweg, in andere gebieden daar
entegen volstrekt onbelangrijk zijn.
Een kleine bocht in een kustlijn is soms erg belang
rijk, en kan niet worden weggelaten. Deze interpre
tatie, die niet volgens wiskundige regels tot stand
komt, is de grote belemmering van de automatise
ring van de generalisatie.
4.5 De koppeling van landmeetkundige en andere
gegevens
Zoals uit schema 2 blijkt, bevatten de meeste vast
goedsystemen naast landmeetkundige gegevens ook
administratieve, technische, juridische, planolo
gische, cultuurtechnische, economische en andere
gegevens. De niet-landmeetkundige gegevens kun
nen op verschillende manieren aan de bijbehorende
oppervlakteobjecten worden gekoppeld, bijvoor
beeld via: een nummer - een naam - een adres -
de nieuwe PTT-code - de kadastrale aanduiding -
coördinaten van een identificatiepunt - de coördina
ten van de omtrekspunten van objecten. Uitwisseling
van gedigitaliseerde gegevens tussen verschillende
vastgoedsystemen verloopt gemakkelijker als zoveel
mogelijk hetzelfde koppelingselement wordt ge
bruikt.
Hoe kan een goede uitwisseling van gegevens in de
toekomst gewaarborgd blijven? Uiteraard worden in
Nederland over de uniformiteit tussen verschillende
diensten reeds afspraken gemaakt. Dit is naar mijn
mening echter nog niet genoeg. Daarom juich ik het
initiatief van de Rijkscommissie voor Geodesie toe
die een permanente werkgroep in het leven heeft ge
roepen om deze problematiek te bespreken. Een
dergelijk ontmoetingscentrum voor de automatise
ring van de kaartvervaardiging in Nederland is een
goede zaak. Ik hoop dat zoveel mogelijk landmeet
kundige diensten en instellingen aan deze bespre
kingen mee willen doen.
5 Hoe staat het met de investeringen voor de aan
schaf van apparatuur en de ontwikkeling van de
software?
Als een dienst over wil gaan tot automatisering van
de kaartvervaardiging, vereist dit grote investeringen
op instrumenteel gebied. Instrumenten die hiervoor
worden gebruikt zijn tekenautomaten, automatische
coördinaatlezers (digitizers) en interactieve syste
men. De snelle ontwikkeling op dit gebied maakt de
keuze erg moeilijk. De werking van tekenautomaten
en automatische coördinaatlezers is inmiddels vol
doende bekend, zodat ik hierop niet verder behoef
in te gaan. Anders is het met de invoering van
interactieve systemen, waarvan bij een aantal
diensten in Nederland plannen tot aanschaffing be
staan. Een dienst waar reeds een interactief systeem
voor landmeetkundige doeleinden wordt gebruikt is
de PNEM in 's Hertogenbosch.
Een interactief systeem bestaat uit een beslurings-
eenhèi^T(computer), een zelfstandige geheugeneen
heid en een grafische lyeeldbuis. Dit systeem kan ook
on-line worden aangesloten op een tekenautomaat
en een automatische coördinaatlezer. Van het
interactieve systeem dat volgend jaar in het labora
torium voor geodesie wordt aangeschaft is het de
bedoeling dat het ook on-line wordt aangesloten op
de grote TH-computer en op een fotogrammetrisch
uitwerkingsinstrument.
Een interactief systeem biedt veel voordelen bij de
automatische kaartvervaardiging. Zo kan men o.a.
het kaartbeeld op de beeldbuis bekijken, zodat een
omslachtige produktie van kladtekeningen achter
wege kan blijven. Aan het bestand kunnen via de
grafische beeldbuis eenvoudig gegevens worden toe
gevoegd of eruit worden verwijderd. Generalisering
ngt 75
7