Hans
Klinkenberg
Ter herdenking
Professor in Geodesy
aan de University of Toronto,
Erindale College
Het is erg moeilijk om te berusten in het verlies dat het gezin,
de vrienden en de collega's geleden hebben bij liet zo plotse
ling overlijden van Hans Klinkenberg. Het woord rust laat
zich ook slecht verenigen met zijn nagedachtenis. Nu Hans
er niet meer is beseffen we pas hoeveel hij aan de mensen
wereld om hem heen heeft afgestaan. Dit artikel ter her
denking is een poging om de Nederlandse collega's en de
jaargenoten van zijn Delftse studietijd te betrekken in een
uiting van dankbaarheid voor de talloze goede momenten die
het samenzijn met deze zo sterk naar buiten tredende mens
ons gebracht heeft.
Na in januari 1948 het diploma van civiel landmeter te
hebben behaald was hij korte tijd in dienst van het Kadaster,
bureau Zutphen. In juli van dat jaar vertrokken Hans en zijn
vrouw Annemarie van Dijken met de baby Peter naar Canada,
waar het leven in zoverre opnieuw voor hen begon, dat zij
tezamen een bestaan en Hans een loopbaan moest scheppen.
Hij begon daarmee bij de particuliere landmeter Ray
Mucklestone in Brockville, Ontario. Aan een Nederlands
landmetersdiploma heb je niets zodra je buiten de beschutting
van de Nederlandse werkgever valt. Alleen de Canadese
diploma's scheppen de mogelijkheid tot een carrière in het
landmetersvak. Hij was dan ook vlot met het afleggen van
het examen voor Ontario Land Surveyor (O.L.S.). Zó vlot
dat hij het diploma ver vóór de datum waarop hij genaturali
seerd kon worden behaalde: maart 1950. Hoewel hij de
„Oath of allegiance" dus nog niet afgelegd had, werd hij
toch benoemd als Technical Officer bij de Geodetic Survey
om meteen voor vijf maanden naar de Peace River (Alb.) op
expeditie te gaan. Een jaar later legde hij al met goed gevolg
het tweede examen, dat van Dominion Land Surveyor af
(D.L.S.). Daarmee begon een periode van zomer-expedities
met „field parties", gevolgd door winters op het kantoor
van de Topographical Surveys te Ottawa, waarin tussendoor
nog gestudeerd werd voor het diploma van D.T.S. (Dominion
Topographical Surveyor), dat in 1954 behaald werd. (Op dat
tijdstip bezaten slechts vijf Canadese landmeters deze graad).
De toewijding aan het vak en de bereidheid om je voor elk
type werk in te zetten kan alleen maar berusten op een grote
liefde voor het land. Een land dat met onze Nederlandse
dimensies niet te meten is en waarin alleen de sterke veel
zijdige karakters een geslaagd bestaan vinden. In de periode
1953-1972 heeft Hans, eerst als Technical Officer, later als
Party Chief bij de Geodetic Surveys, een belangrijk aandeel
gehad in het ontwerpen en meten van het geodetische net
werk voor de kartering van Canada. Maar ook in de reken-
technische behandeling, dankzij een mathematische begaafd
heid waaraan de Delftse school indertijd richting gegeven
had. De „macro-geodesie" zoals die op duizenden mijlen
afstand van Ottawa beoefend werd heeft ongetwijfeld veel te
danken aan de veelzijdige bekwaamheid van deze Neder
landse geodeet, hetgeen o.a. blijkt uit zijn benoeming in 1965
tot Assistant Dominion Geodesist. Voors was hij Chief of
Computation and Research.
Daarmee was praktisch gesproken een eind gekomen aan de
verre reizen in het deels nog ontoegankelijke gedeelte van
het op één na grootste land ter wereld. Hans was toen 43
jaar. Wij, collega's in Nederland, noemden zijn naam met
groot respect. Intussen had hij zijn ervaring en begaafdheid
al gebruikt om kennis van het vak aan anderen over te
brengen. Vanaf 1959 gaf hij les in Geodesy en Theory of
Adjustment op de bedrijfscursussen die in de winter aan de
Surveys and Mapping Branch van het Department of
Energy, Mines and Resources georganiseerd werden. Zijn
toewijding aan het lesgeven bracht hem vanaf 1962 in con
nectie met de Carlton University in Ottawa, waar hij op de
avondcolleges landmeetkunde doceerde, een verbintenis die
na 1972 zijn keuze voor een academische loopbaan mede zou
bepalen.
Kenmerkend voor zijn dynamisch karakter was het aan
vaarden in 1966 van de positie van Geodetic Expert bij de in
oprichting zijnde kaarteringsdienst in Saoedi Arabia. Het
U.N.-contract heeft hij echter niet uitgediend: ruim een half
jaar verbleef hij met zijn gezin in Riyad totdat zijn opvatting
van de fatsoensnormen in het vak te veel geweld werd aan
gedaan.
In het land dat hem sedert 1948 zoveel gezinsgeluk en bevre
diging in het werk geschonken had wist hij naast gezin en
werk nog een grote kring van vrienden onder zijn „uitstraling"
te brengen. In de eerste plaats noem ik zijn koor- en solozang,
die hij vanaf 1948 zonder onderbreking heeft beoefend, daar
bij voortdurend lessen nemend, omdat zijn normen ook
hierin hoog lagen. In de tweede plaats zijn rol in het Canadese
verenigingsleven, waar het Canadian Institute of Surveying
hem in 1970 tot President koos, een functie die hem uiteraard
goed lag en een waarmee hij de Canadese geodetische wereld
op voortreffelijke wijze op internationaal niveau heeft ver
tegenwoordigd. In de Fédération Internationale des Géo-
mètres was hij President van de Education Commission.
Geïntegreerd met dit leven was het bezit van een bungalow
aan Troy Lake, klein begonnen als een zelf gebouwde
„cabin", waarin vele van zijn vrienden, ook uit Nederland,
in zijn gezin een gastvrij onthaal hebben genoten.
Het was voor Annemarie, voor hem en de kinderen een moei
lijk besluit om de band met het buitenleven te moeten op
geven voor de benoeming in 1972 tot hoogleraar aan de
Université Laval, in Quebec, in het Département de Géodésie
et Cartographie. Twee jaar heeft deze verbintenis geduurd,
want in juli 1974 volgde zijn benoeming tot Professor in
Geodesy aan de University of Toronto, Erindale College,
met zoon Brian onder de studenten in de Geodesie.
Wat een gelukkige rustige tijd leek te worden, een ideale be
stemming voor een afsluiting van een dynamische carrière
waarin de ervaring was verzameld om aan een nieuwe gene
ratie van geodeten door te kunnen geven, is op 22 december
plotseling door de dood afgekapt. Bij deze ontstellende slag
zoekt de mens tevergeefs naar gedachten die troost kunnen
geven aan het verdriet waarin gezin en verwanten nu ver
keren. Tevergeefs, of het zou kunnen zijn dat de diepe dank
baarheid die vrienden en collega's voelen voor het grote
voorrecht van zijn gaven genoten te hebben, toch als troost
mag dienen. Uit de rijkdom aan gaven van de geest heeft
Hans ons, zijn vrienden en collega's véél onvergetelijks mee
gegeven. Dat dit deel hebben aan een leven, dat wij ook
enigermate meegeleefd hebben, voor Annemarie en de
kinderen in de toekomst een steun mag zijn is op dit tijdstip
de enige bijstand die wij vanuit Nederland kunnen bieden.
De Bilt, januari 1975 C. Koeman
ngt 75
43