00 oo op vindt). De cassettes gaan terug naar het schip, waar ze opnieuw worden gebruikt. De grote magneetband vormt de basis van de eigen lijke verwerking. Na deze verwerking wordt de magneetband bewaard, zodat men later altijd nog een minuutblad maken kan op bijvoorbeeld een andere schaal. Bij verwerking van de raw data worden twee com puters gebruikt, de reeds vermelde PDP8/E en een IBM 1130, die nog dateert van de experimenten op de Hr. Ms. „Snellius" (fig. 13). Deze twee machi nes zijn met elkaar verbonden door een speciaal door Van Rietschoten Houwens' EM.BV gecon strueerde interface, die wederzijds data-transport mogelijk maakt (een „bidirectionele interface"). Een complicatie hierbij is onder andere, dat een floating point getal in de IBM wordt voorgesteld door 2 woorden van 16 bits, terwijl de PDP daar drie woorden van 12 bits voor gebruikt. Men moet bijvoorbeeld een woord dat door de IBM wordt aangeboden aan de PDP tweemaal door de PDP laten uitlezen, waarbij de eerste keer de 12 laag waardige bits worden uitgelezen, en de tweede keer de 4 hoogstwaardige bits. Ook de plaats van man- tisse en exponent is bij beide machines verschillend. Het voordeel van het gebruik van twee computers ligt in de tijd die men ermee bespaart. De teken tafel, waarop het minuutblad wordt gemaakt, wordt namelijk gestuurd door de PDP, die daar voor een doelgericht pakket tekensoftware heeft. Het rekenproces vindt plaats in de IBM, die daartoe via PDP en interface de magneetband uitleest en na enige rekenkundige bewerkingen een lijst produ ceert met te plotten dieptecijfers met hun (kaart-) coördinaten. Die lijst wordt teruggestuurd naar de PDP, die er tekenopdrachten van maakt en deze laat uitvoeren op de tekentafel. Tijdens dit tekenen gaat de IBM door met rekenen en produceert de volgende lijst voordat de PDP klaar is met tekenen. Die kan dan gelijk doorgaan. Op deze wijze is het minuutblad dus sneller geproduceerd dan bij off-line verwerking. De tekentafel is een ARISTOMAT 8446 van ARISTO (fig. 14). Het minuutblad kan ook worden getekend op een CALCOMP 502 plotter. Deze tafel wordt echter gestuurd door de IBM, zodat tegelijkertijd rekenen en tekenen niet plaats vindt. Zoals vermeld worden de raw data (die van cassette op magneetband gespoeld waren) uitgelezen door de IBM, via PDP en interface. AT. t/o DuRl ZiECTP POP B/e 16 K 12 Bits Fig. 11. HYDRAUT: configuratie walsysteem Fig. 12. Links: Dectape, cassetterecorder, PDP8/E en inter face. Rechts: TU-10 magtape en teletype Verwerking ngt 75 31 uuut»»

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 7