en grienden, heide met bos, boomgaarden, moeras
sen, veenderijen, slikken, broekgronden en ten slotte
heide.
Hoogtecijfers t.o.v. A.P. staan niet op de kaarten,
evenmin als dieptecijfers, met één uitzondering van
een profiel in het Volkerak.
Van de aangrenzende provincies en landen zijn
minder details vermeld, slechts wat plaatsen en ver
bindingswegen. Opvallend is de gedetailleerde platte
grond van Antwerpen.
Klaarblijkelijk heeft Van Lieshout ook beschikt
over kaarten van de gebieden, die niet tot Noord-
Braband behoorden.
Zoals gezegd zijn de kaarten zeer gedetailleerd,
namen van wegen, aangeven van sluizen, molens,
plaatselijke benamingen, losstaande gebouwen,
kastelen en buitenplaatsen zijn alle op de kaart
vermeld. De kaart is dus een grote bron van infor
matie van de genoemde provincie rond 1840. Geo
grafische aanduidingen zoals lengte en breedte ont
breken. Op een van de exemplaren van het Provin
ciaal Genootschap zijn die later met blauwe lijnen
aangeduid.5 Naar ik meen is de kaart niet alleen op
het kantoor tot stand gekomen, maar zal er ook een
terreinverkenning geschied zijn.
Het valt op, dat op de kaart vermeld is: „Berekend
met betrekking tot de driehoeksmeting door P. E.
Fritsen en J. Kuijpers".
Deze Kuijpers was tot 1833 als landmeter der 2e
klasse bij de oprichting van het kadaster werkzaam.
Daarna werkte hij niet meer bij de bijhouding van
het kadaster. In 1839 wordt hij als tekenaar aan
gesteld en wordt later zelfs Ingenieur-Verificateur!
Mogelijk heeft hij de berekeningen van Fritsen
(mede) uitgevoerd.
Aan de kaart is een overzichtskaart schaal 1200.000
toegevoegd, waarop de indeling der bladen staat
aangegeven. Op die kaart komen ook de hoogten
t.o.v. A.P. voor. Het valt op, hoe weinig hoogten
er toentertijd bekend waren, vooral op de hogere
zandgronden.
Het geheel is op steen gegraveerd door F. Dester-
becq en uitgegeven te Maastricht door het Geogra-
phisch Etablissement van F. Desterbecq. De ver
zameling draagt het jaartal 1845.
Een gedeelte van de kaart toont figuur 5.
54
Literatuur
Handelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten
en Wetenschappen in Noord-Brabant over het jaar 1846,
p. 26^tl.
Noten
1 Peter Everhard Fritsen werd geboren te Aarle-Rixtel, ge
doopt 24-8-1789. Werd als landmeter geadmitteerd op 12
april 1810 en daags daarna als zodanig beëedigd. Van 1810-
1817 was hij als landmeter werkzaam bij het kadaster en
werd benoemd tot landmeter der le klasse op I maart 1817.
Van 1841 tot 1844 was hij Ontvanger der Directe Belas
tingen en Accijnsen. Hij stierf te Helmond op 16 oktober
1855.
2 De genoemde brief is te vinden in de bundel Uitgegane
Stukken, Provinciaal Archief nr. 3569. Ingevolge het K.B.
van 16 september 1825 kwam de administratie van 's-Rijks-
belasting per 1 januari 1826 onder het onmiddellijk beheer
van de Gouverneur.
3 De nauwkeurigheid van de punten uit de M.B. wordt ge
schat op 2 meter in X en Y, zoals Van der Linden vermeldt
in zijn artikel in N.G.T., jaargang 1974 blz. 87. Zie ook
K. L. 1925 blz. 12 e.v. „De Topografische Kaart en de
Rijksdriehoeksmeting" door H. F. van Riel.
4 Een uitvoerige beschrijving van de sextant vindt men in de
„Handleiding tot de Werkdadige Meetkunst door F. P.
Gisius Nanning" (1828).
Om het voordeel van dit instrument aan te tonen, verhaalt
de schrijver op blz. 255 van het eerste deel, hoe de Hoog
leraar De Gelder in maart 1805:
bij eenen hevigen noord-wester storm op den toren
van Wijk aan Zeein vier en dertig minuten tijds,
zes en dertig hoeken (heeft) gemeten
Een verder
dat gemelde Hoogleeraar in zestien dagen tijds (het
reizen van de eene plaats naar de andere inbe
grepen) op negen en veertig onderscheidene torens in
Noord-Holland, meer dan 2300 hoekmetingen gedaan
(heeft)enz.
Een spoed, waarbij zeker geen der andere werktuigen
in vergelijking kan komen.
5 Het door mij geraadpleegde exemplaar in de bibliotheek
van het genoemde genootschap draagt het nummer 17A12,
het andere is bekend onder nummer 25A14.
Het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch is ook in het bezit
van een exemplaar, waarop met de hand steden, rivieren,
kanalen enz. zijn ingekleurd. Later zijn op de kaarten de
spoorlijnen (gedeeltelijk) ingetekend. De kaart op het Rijks
archief draagt nog geen nummer.
ngt 75