hierin is sp een vector met twee componenten, namelijk één voor het rode en één voor het groene patroon, x de waarnemingsvector waarvan de componen ten de waarnemingen in de ijkpunten voorstellen Csx de covariantiematrix van het signaal sp in het punt Pp en de waarnemingsvector x voor de ijk- waarnemingen. De covariantiematrix Csx heeft twee rijen, één voor het rode en één voor het groene patroon en een aan tal kolommen dat gelijk is aan twee maal het aantal ijkpunten. Indien er geen correlatie is tussen signaal en ruis dan volgt uit [2, vergelijking 2.21)] dat Csx M{sp-s' (9) waarin s' de signaalvector van de ijkpunten is. Men kan aannemen dat de correlatiefuncties (7) ook gelden voor het punt Pp. Als elementen van Csx vindt men dan termen als [Bm exp - (Ppmk/bm)2 Br exp - (Pprk/br)2]. De beide waarnemingen t"'p en Tgp kan men nu corrigeren met de uit (8) gevonden twee compo nenten van sp volgens: maken van het programma „TRANS" dat ont wikkeld is door ir. G. Bakker van het Laboratorium voor Geodesie en ir. C. W. Corbet van de Meet kundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Naschrift Het voorgaande is niet meer dan een raamwerk waarin een nadere studie naar de mogelijkheid en de bruikbaarheid verricht zou kunnen worden. In dien zo'n studie gunstig verloopt zou men kunnen komen tot betere beschrijvingen van de nauwkeurig heid van diverse systemen voor radioplaatsbepaling en van combinaties van verschillende van zulke systemen. Moritz geeft namelijk in [2] formules voor de nauwkeurigheid en de (kruis)correlaties van de verschillende grootheden zoals X, s, 1 ApX s [2, formules 3.33, 3.36, 3.37, 3.34 en 3.29], (L en of in vectorvorm: (-*„)„ Men kan nu de geodetische positie van het punt Pp vinden met behulp van de vergelijking: (10) De matrix Ap bevat namelijk de grootheden lrp en lgp zoals blijkt uit de vorm: \0 L o De grootheden Imp, lrp en lgp stellen voor óf de af standen van Pp naar de drie zenders, óf grootheden waaruit deze afstanden berekend kunnen worden met behulp van geschikte functies die uit de theorie van de golfvoortplanting afgeleid kunnen worden. Om uit deze afstanden de geodetische coördinaten van Pp te berekenen kan men eventueel gebruik ngt 75 <"p\ 'tl TmP-(S Lrp \Jp/r (V"P) Tmp-(s V gp 'gecorr '■gp p'. (^tp)gecorr "4p X A def/' nip rp 0 -I »ip gp! Literatuur 1. H. Ph. v. d. Schaaf - Systems for automatic computation and plotting of position fixing patterns. Rijkswaterstaat Comm. no. 13, Den Haag (1972). 2. H. Moritz - Least-squares-collocation. Deutsche Geod. Komm. Reihe A Heft 75 (Miinchen 1973). 3. A. Papoulis - Probability, random variables, and stochas tic processes. McGraw-Hill New York (1965). 48

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 6