Cook (U.S.A.) besprak de digitale produktie van kaarten bij het Defense Mapping Agency Topographic Center (D.M.A.T.C). Hij beschreef een concept voor een databank en bovendien de huidige ontwikkeling in de richting van volledige infor matiesystemen, waarbij de thans in gebruik zijnde systemen als basis worden genomen. Leherl (Nederland) beschreef een aantal speciale fotogramme- trische problemen als interpolatieproblemen. Op basis van ervaringen die met enkele van deze problemen waren opgenomen, werd een meer gevarieerde toepassing van interpolatiemethoden voor verschillende fotogrammetrische opgaven bepleit. 7. Gemeenschappelijke zittingen (507, 510, 511) In de gemeenschappelijke zitting met de commissies 2, 4, 5 en 6 was de bijdrage van Commissie 5 een „invited paper" van Alten (U.K.). Hij besprak het gebruik van technische hulpmiddelen bij het doceren van landmeetkundige en foto grammetrische onderwerpen. In een gemeenschappelijke zitting met de Commissie 4, 5 en 6 hield Bernstein (U.S.A.) een voordracht getiteld „Digital Image Processing of the Earth Resources Technology Satellite Data". De techniek van het verwerken van digitale beelden, die wordt toegepast bij het uitwerken van nauw keurige waarnemingen van het aardoppervlak, verkregen via waarnemingssatellieten, levert gecorrigeerde beeldgegevens met een grote meetkundige nauwkeurigheid. Door de auto matische opsporing van paspunten wordt het mogelijk vrij wel automatisch de waarnemingen te verwerken Foto mozaïeken van zeer goede kwaliteit en met zeer goede eigen schappen kunnen snel worden geproduceerd. 8. Resoluties Commissie 5 heeft 2 resoluties ingediend: 1. Een aanbeveling voor de toepassing van de Doppler- methodes. 2. De instelling van een werkgroep, die zich bezig moet houden met standaardiseringsproblemen en automatische informatieverwerking. Commissie 6: Engineering surveys Voorzitter 1971-1974: Leszniok (Polen) 1Inleiding Het taakgebied van commissie 6 wordt gevormd o.m. door die geodetische activiteiten, die in Nederland bekend staan onder de verzamelnaam „ingenieursmetingen". Iets meer duidelijkheid omtrent de taak van commissie 6 wordt verschaft door de namen van de 5 studiegroepen, waaruit deze commissie bestaat: A Toleranties in de bouwconstructies en nauwkeurigheid van uitzettingen. B Grondverzetberekeningen (digitale terreinmodellen). C Deformatiemetingen en automatisering van het meet proces. D Leidingenregistratie. E De gyrotheodoliet en zijn toepassingen (ingesteld in 1971 Uw rapporteur is van mening, dat de opdeling van activi teiten binnen commissie 6, en de grenzen van commissie 6 ten opzichte van de commissies 5 en 7 kritisch bezien moeten worden: in het algemeen lijkt het mij, dat bij het trekken van de grenzen teveel naar de toepassingsgebieden, en te weinig naar de modelbouw is gekeken. Vanuit een oogpunt van probleemanalyse bestrijken A en C hetzelfde gebied. De werkzaamheden van zowel deze 2 studie groepen, als van de studiegroepen B en E, zouden ook bij commissie 5 ingedeeld kunnen worden, terwijl commissie 6 zelf voorstelt het werkgebied van studiegroep D bij commissie 7 onder te brengen. Tijdens het congres zijn ongeveer 40 rapporten behandeld, waaronder de algemene rapporten van de studiegroepen. De kwaliteit van sommige geodetisch-theoretische rapporten in de studiegroepen A en C dient met enige argwaan bekeken te worden. 2. Rapporten en voordrachten: studiegroep A Het rapport van voorzitter V. d. Berg (Zweden) gaat in op de bijeenkomsten die commissie 6A sinds 1971 heeft ge houden in Praag, Stockholm en Budapest. Commissie 6A opereert behalve in F.I.G.-verband ook in C.I.B.-verband (Conseil International du Batiment). Op de bijeenkomsten is een reglement voor de studiegroep vastgesteld: aan commissie 6A F.I.G. wordt deelgenomen door leden van werkgroep W49 C.I.B. Het eerste deel van een „Handboek voor uitzettingswerkzaamheden" werd ge publiceerd, terwijl V. d. Berg is belast met een vergelijkend onderzoek naar de in verschillende landen gebruikelijke normen voor toleranties. Als werkplan voor de naaste toekomst werd vastgesteld: 1. Het ontwerpen van een internationale vorm voor uit zettingen. 2. Het publiceren van het tweede deel van het „Handboek". 3. Het opstellen van een woordenlijst. Rapporten uitgebracht in Washington. Prószynski (Polen) geeft een methode voor het berekenen van de varianties van coördinaten in een uitzet-net. Hallermann en Klotzsch (W.-Duitsland) geven een verband tussen het kwaliteitsniveau van coördinaten en de kosten van meet- en rekenwerk, als percentage van de bouwkosten van het skelet van grote gebouwen. Herda (Tsjechoslowakije) heeft een rapport ingediend over het afstemmen van de precisie van metingen op de schatting van toleranties („Abweichungen"). Hallenen (Zweden) tenslotte publiceerde een rapport over de Zweedse normen voor toleranties van uitzettingen, en over een methode van meten die, afhankelijk van de fase van het bouwwerk, is afgestemd op deze norm. De redenering is ge baseerd op 5 „generations", verdichtingsfasen eigenlijk, achtereenvolgens - het landelijke primaire driehoeksnet, - eerste verdichting (polygonennet), - polygonen rondom en op de bouwplaats, - de uitzetting van het gebouw als geheel, - detailuitzettingen binnen het gebouw. 3. Studiegroep B Er werden 4 rapporten uitgebracht met betrekking tot het werkgebied van studiegroep B. Günther (W.-Duitsland) geeft een aantal algemene aspecten van de volume- en massaberekeningen. Silar (Tsjechoslowakije) geeft aan, hoe gegevens die opge slagen zijn voor een digitale basiskaart, gebruikt kunnen worden voor het opstellen van digitale terreinmodellen, en voor volumeberekeningen. Woropajew (Polen) liet zien, hoe terrestrische fotogrammetrie en elektronische verwerking van gegevens gebruikt kunnen worden in een voortdurend veranderende situatie, zoals bij voorbeeld een dagbouw-mijn. Schek (W.-Duitsland) rapporteerde over de formules, die gebruikt kunnen worden voor volumeberekeningen indien er niet-orthogonale dwarsprofielen beschikbaar zijn. 4. Studiegroep C Platek (Polen) diende een rapport in over de samenhang tussen (ruimtelijke) deformaties van een bouwwerk, en de relatieve en absolute verplaatsingen van punten van dat bouwwerk, welke beschreven worden d.m.v. rotatiematrices. ngt 75 69

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 11