Ashkenazi (G-B.) diende een rapport in waarin verkennings-
regels voor deformatienetten worden gegeven. Hij komt tot
de conclusie, dat hoekmetingen optimaal zijn op kortere
afstanden (van opstelling naar signaal) en lengtemetingen
voor langere afstanden.
Milev (Bulgarije) behandelde verkennings- en vereffenings-
problemen.
Pelzer (W.-Duitsland) behandelde in zijn rapport een aantal
fysische methodes voor permanente controle van deformaties.
5. Studiegroep D
Voorzitter Kollar (Tsjechoslowakije) bracht een algemeen
rapport uit, waarin aanbevelingen voor studieonderwerpen.
Wroblenski en Rybicki (Polen) behandelden het kadaster
als onderdeel van een databank voor stedelijk gebied.
Novosad (Tsjechoslowakije) beschreef hoe een projectont
wikkeling gevolgd kan worden door een daarop afgestemd
proces van gegevensverwerking.
Katova (Hongarije) beschreef het nieuwe Hongaarse systeem
voor registratie van leidingen en kabels. In dit rapport wordt
een detector behandeld, de Telmes 2150.
6. Studiegroep E
Voorzitter Stier (W.-Duitsland) behandelde in zijn rapport
de resultaten van het Ie symposium dat de studiegroep heeft
gehouden in 1973 in Bonn. De hier opgestelde indeling van
het werkgebied is als volgt:
1. Instrumentele technologie van gyrotheodolieten.
2. Geodetische toepassingen.
3. Gegevensverwerking.
Zetsche (W.-Duitsland) behandelde in Washington de instru
mentele principes van de gyrotheodoliet.
Halmos (Hongarije) diende een rapport in over de toepas
singsmogelijkheden.
Gregerson (Canada) behandelde de azimuthbepaling d.m.v.
de gyrotheodoliet.
7. Tenslotte zijn enige rapporten behandeld, die niet bij een
der studiegroepen waren ingedeeld.
Nadenik (Tsjechoslowakije) behandelde een ruimtelijk ana-
logon van de klothoide.
Pelzer (W.-Duitsland) diende een rapport in over de statis
tische analyse van deformatiemetingen.
Jones (G-B.) behandelde een programmasysteem voor de ver
werking van landmeetkundige gegevens.
Torlegard (Zweden) gaf enige aspecten van „industrie
metingen", Sütti (Tsjechoslowakije) benadrukte de noodzaak
om de variantie van gegeven coördinaten in rekening te
brengen, en Loffler (W.-Duitsland) behandelde de landmeet
kundige aspecten van de bouw van grote vaste installaties
voor nucleair onderzoek. Een dergelijk rapport was er van
Rak en Zak (Polen), met betrekking tot de montage van
turbines.
Asquith en Edge (G-B.), Sato en Harada (Japan) en Siemssen
(W.-Duitsland) tenslotte gaven een overzicht over de geode
tische werkzaamheden aan de bouw van een drietal grote
tunnelprojecten.
8. Resoluties
Er werden resoluties aangenomen met betrekking tot:
Studiegroep A:
Opstellen van „meettoleranties" en werkinstructies; hierbij
zal gebruik worden gemaakt van onderzoekingen door de
F.I.G. en C.I.B.-leden.
Studiegroep B:
1Uitbreiding van het werkgebied tot „geometrical calcula
tions in engineering".
2. Coördinatie zal worden nagestreefd met de overeenkom
stige werkgroepen van I.S.P.
Studiegroep C
1. Aandacht voor methodes voor permanente deformatie
metingen.
2. Gebruik van terrestrische fotogrammetrie.
3. Onderzoek naar de stabiliteit van basispunten, en optima
lisatie van de netten, waardoor basispunten tot stand
worden gebracht.
4. Ontwikkeling van instrumenten en methodes voor meting
van dynamische deformaties.
Studiegroep D
1. Opstellen van algemene uitgangspunten voor leidingen
registratie.
2. Ontwikkeling van grafische output van databanken.
Studiegroep E
1. Onderzoek naar de mogelijkheden om een gyrotheodoliet
te construeren met een meetnauwkeurigheid van 1 a 2".
2. Het aanleggen van testnetten.
3. Onderzoek naar de invloed van modelcorrecties aan waar
nemingen, bijv. voor de schietloodafwijkingen.
Commissie 7:
Kadaster en ruilverkaveling
Voorzitter 1971-1974: Solari (Zwitserland)
1Kadaster
Binnen het kader van deze commissie werden 2 algemene
rapporten uitgebracht.
a. Algemene beschouwingen betreffende een meerdoelen-
kadaster: (Solari (Italië)).
b. Publiciteit en Specialiteit, in relatie tot de automatiserings
aspecten van de kadastrale grondadministratie (Henssen
(Nederland)).
a. Het meerdoelenkadaster
In de ontwikkelde landen ontwikkelt het kadaster zich
steeds meer van een oorspronkelijke informatiebron voor
één doel tot een algemene informatiebron van relevante
gegevens over het onroereend goed.
Mede in verband met de ontwikkeling van ruimtelijk
beheer en ruimtelijke ordening dienen uitgaande van een
kadaster, dat geldt als algemene informatiebron, meer
gegevens dan thans daarin te worden opgenomen.
Voorwaarde voor het goed functioneren van een meer
doelenkadaster is naast een optimale administratie en een
betrouwbaar net van vaste punten, de automatisering van
dat kadaster.
b. Publiciteit en Specialiteit
Dit rapport geeft in de eerste plaats de definities van de
principes 1. Publiciteit 2. Specialiteit.
Daarnaast is een overzicht gemaakt van de verschillende
methoden van nummering van door splitsing van be
staande percelen ontstane nieuwe percelen. In verschil
lende landen bestaat naast de normale perceelsaanduiding
ook een aanduiding met een coördinatenpaar.
Ook zijn weergegeven de motieven van verschillende
landen om te komen tot een geautomatiseerd kadaster en
de daarvoor geldende algemene eisen.
2. Rapporten en voordrachten
Haberlin (Zwitserland). Het oorspronkelijke Grundbuchplan,
bestanddeel van het Grundbuch, had een juridische betekenis.
In de loop der jaren is het plan ook voor andere doeleinden
gaan dienen, zoals o.a. vervaardiging topografische kaarten,
grondslag stads- en verkeerskaarten, hulpmiddel voor bodem
verbetering, statistische onderzoekingen, belastingheffing en
voor het traceren van wegen en bouwprojecten.
Buchler (Israël). Een rapport betreffende de stand van de
automatisering van de grondadministratie werd uitgebracht.
Er loopt een pilotautomatiseringsproject waarmede men
hoopt ervaring op te doen met de bijhouding en verstrekking
van gegevens aan derden.
70
ngt 75