meer dan 1,5 meter dan moet het instrument nogmaals bij
benadering worden opgesteld om tot het gewenste punt te
komen. Zo op het eerste gezicht een omslachtig proces.
Hewlet-Packard toonde zijn sinds januari 1974 op de markt
zijnde afstandmetcr HP 3085 A. De bediening is eenvoudiger
geworden dan die van zijn voorganger. Aan het instrument
kan een kijker worden vastgemaakt voor het meten van
verticale hoeken ten behoeve van de reductie van de schuine
afstand. De batterij hangt onder aan de afstandmeter zodat
van geen enkele kabel hinder kan worden ondervonden.
Keuffel en Esser toonde een tweetal afstandmeters. De
kleinste, de Microranger, bestaat uit twee gedeelten: de richt-
kop en de meetkast. Het instrument kan in combinatie met
vele theodolieten worden gebruikt. Het meetbereik is onge
veer 1500 meter; gebruik wordt gemaakt van infra-rood
licht. De andere afstandmeter was er een uit de serie Ranger I,
Ranger II, Ranger III en Rangemaster met een maximaal
meetbereik van respectievelijk 4, 6, 12 en 60 km. Bij al deze
instrumenten wordt gebruik gemaakt van helium-neon
lasers; bij de laatste een van 10 milliwatt. De correctie voor
de luchtdruk en de temperatuur wordt verwerkt door m.b.v.
een speciale schijf de correctiefactor te bepalen en deze in te
stellen op een telwerk aan het paneel voor de bediening.
Sokkisha (Japan) presenteerde een theodoliet met code
schijven. De ontwikkeling hiervan geschiedde in samen
werking met Sony. Het instrument kan on- en off-line met
de computer worden gebruikt. Helaas was de elektronische
eenheid voor de registratie van de waarnemingen niet tijdig
aanwezig. Hetzelfde was het geval met de elektronische
tachymeter de SDM-3. De richtkijker en de afstandmeter
van dit instrument zijn coaxiaal. De waarnemingen kunnen
op magneetband worden verkregen. Op de uitgereikte bro
chure staat een nogal grote eenheid voor het registreren van
de gegevens. Een tweede bezwaar vormen de twee kabels die
het beweegbare deel van de theodoliet verbinden met deze
eenheid.
Naast de afstandmeting vindt laserlicht nog meer toepas
singen in de landmeetkunde. Dietzgen toonde de Laser-
swinger, een apparaat waarvan door A.G.A. al eerder een
type was getoond op een tentoonstelling. Een in een horizon
taal vlak ronddraaiende laserstraal kan afhankelijk van de
hoogte van het instrument dit vlak zichtbaar maken. Veel
toepassingen op het gebied van de bouw- en weg- en water
bouwkunde zijn mogelijk. Door het instrument zenithaal te
draaien kunnen ook andere vlakken zichtbaar worden ge
maakt. Met behulp van een langs de baak verschuifbare
lasersensor kan men door een toon nauwkeurig bepalen
welk punt van de baak door de straal wordt getroffen. Wild
toonde een laseroculair (GLOl) dat verbonden kan worden
aan verschillende van zijn theodolieten en aan het waterpas
instrument voor nauwkeurigheidswaterpassingen de H3.
Computers, digitizers, plotters
De meest interessante ontwikkelingen bij de digitale ver
werking van meetkundige gegevens doen zich voor bij syste
men met interactive graphical displays. In deze systemen
worden de verrichtingen van de operateur aan de digitizer op
een beeldscherm gevolgd. Men heeft hierdoor de mogelijkheid
fouten te ontdekken en te corrigeren op het moment dat ze
werden gemaakt. Dus niet meer het tijdrovende iteratieproces,
waarbij steeds na het verbeteren van de fouten een „klad
tekening" met de automatische kaarteertafel moet worden
gemaakt, net zolang tot de tekening geen fouten meer laat
zien.
Als kadastrale toepassingen van deze systemen kunnen wor
den genoemd
- vernieuwing van kaartmateriaal,
- vorming van bijbladen uit werkplans 2,
- conversie van eilandplans naar raamkaarten,
- opbouw van een coördinatenbank.
Het fraaiste systeem dat werd getoond was het Interactive
Drafting System 100 van Bendix, met als configuratie een
Datagrid Digitizer, (reeds enkele jaren op de markt) een
Teletype writer, een Tectronix 4010 CRT display en een
minicomputer met een vast en een verwisselbaar schijven-
geheugen. Voor output biedt men diverse alternatieven, zoals
magneetband, papierband, drumplotter en flatbed plotter.
Men kan maximaal 4 digitizers in één systeen opnemen. De
digitizer is uitgerust met een zg. menuveld, waarop allerlei
symbolen naar keuze kunnen worden gedefinieerd. Door in
stelling van het meetmerk op het gewenste symbool kan men
op deze wijze zeer eenvoudig de „editing" van een kaart
verzorgen. De demonstratie van de apparatuur deed ver
moeden, dat de beschikbare software uitstekend functioneert.
Een even geavanceerd systeem was het door Calma getoonde
Calmagraphic Interactive Data Management System. De
digitizer in dit systeem heeft een meetmerk dat mechanisch is
verbonden aan een rechthoekige coördinatograaf. Het sy
steem biedt dezelfde hardware en software faciliteiten als het
systeem van Bendix.
Door Instronics werd de bekende Gradicon digitizer tentoon
gesteld. Ook deze is volgens de vertegenwoordiger in te pas
sen in een interactive system. Hetzelfde geldt voor de Graphic
Input Terminal van Dell Foster, die berust op het mecha
nische meetprincipe. Blijkens de documentatie past deze
digitizer in het Automated Interactive Drafting System, dat
soortgelijke mogelijkheden biedt als de voorgaande systemen.
De 4 genoemde interactieve systemen zijn nog altijd vrij
kostbaar. Voor een configuratie met digitizer, computer met
disc en tape, teletype en interactive graphic display zal men
tussen J en i miljoen gulden betalen. Wanneer men meerdere
digitizers in een systeem gaat opnemen, wordt de prijs per
werkstation uiteraard gereduceerd.
Van de vooraanstaande fabrikanten van automatische teken
tafels was alleen Calcomp vertegenwoordigd, met een tweetal
typen, te weten de 7500 en de 7000. De 7500 kenmerkt zich
door zijn hoge nauwkeurigheid o.a. door de toepassing van
een granieten tafelblad. Deze tafel is o.a. in gebruik bij de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. De 7000 is wat
minder nauwkeurig, doch dit type is veel sneller (snelheid tot
1 m/sec.). Door de inkt onder een variabele druk te houden,
afhankelijk van de snelheid, is men in staat ondanks de snel
heid een redelijke lijnkwaliteit te leveren. De lijndikte is
echter minimaal 0,35 mm, wat deze machine voor kadastrale
toepassingen wat minder geschikt maakt.
Door de firma Professional Systems Inc. (P.S.I.) werd een
minicomputersysteem gepresenteerd met een zeer goedkope
tekenautomaat (rond ƒ75.000,die dan ook kwalitatief
duidelijk onderdoet voor b.v. Calcomp. Voor kladtekeningen
is een dergelijke plotter echter uitermate geschikt.
Het is niet duidelijk geworden, wie de fabrikant is van dit
apparaat. Het is een duidelijk O.E.M.-produkt, dat door
iedere firma in zijn eigen systeem kan worden ingebouwd.
Een zeer interessante ontwikkeling op de computermarkt is
de uitbouw van tafelcomputers tot volledige computer
systemen. Met een dergelijk systeem kan b.v. een begin
worden gemaakt met een coördinatenkadaster.
ngt 75
73