ken de waarde vastgesteld die „als de eigenlijke uit komst der meting gelden moet" en deze hoekwaar- den eveneens getoetst aan ieder van bovengenoem de voorwaardevergelijkingen [18, blz. 28], Bij het vergelijken van de registers met het Précis historique bemerkte hij dat sommige series zonder duidelijke redenen door Krayenhoff waren verworpen. Boven dien was het aantal repetities voor één serie en het aantal series voor één hoek vrij ongelijk. Cohen Stuart zegt hierover het volgende: „Deze handschriften leveren veelvuldige be wijzen van wat de lezing van het Précis histo rique reeds doet vermoeden. Zij geven namelijk de blijken van eene gebrekkige critiek van de waarnemingen, die maar al te dikwijls ont aardt in werkelijke willekeur, in het behouden of uitsluiten van uitkomsten van metingena! naar gelang nevenbeschouwingen, het een of het ander, schenen te vorderen. Niet zeldzaam zijn de ge vallen, waarin van vele reeksen voor denzelfden hoek, slechts enkele, soms ééne, die de grootste of wel de kleinste uitkomst geeft, behouden is; niet omdat zij onder gunstiger omstandigheden volbragt werd, of hoe dan ook, in zich zelve de kenmerken van grootere deugdelijkheid dan de overige opleverde; maar blijkbaar om zoo doende, zooveel mogelijk, eene gewenschte aan sluiting aan de uitkomsten der metingen van andere hoeken te bekomen. Bovendien ver raadt het register van de metingen gemis aan eenheid en regel, wat betreft het aantal reeksen voor de verschillende hoeken, het aantal repe tities in de verschillende reeksen, en de opvol ging van de metingen van de hoeken, voor ieder standpunt in het bijzonder" [18, blz. 28]. Bij bovenstaande kritiek moet men echter wel be denken dat deze wijze van waarnemen in de tijd van Krayenhoff niet ongewoon was. Wegens de moeilijkheid, anders dan in enkele duide lijke gevallen, goede van slechte waarnemingen te onderscheiden en om alle „willekeur" uit te sluiten besloot Cohen Stuart alle „reeksen" op 11 na in zijn beschouwingen te betrekken aangezien „me tingen onder ongunstige omstandigheden volbragt, doorgaans minder dan men geneigd is te vermoe den, in naauwkeurigheid, bij die onder de meest gunstige omstandigheden verrigt, behoeven achter te staan" [18, blz. 29], Voor de boekwaarde werd het gemiddelde van de uitkomsten van de afzonderlijke waarnemingen ge nomen en aan al deze hoekwaarden werd, „onver schillig of zij op een groot, of op een klein aantal reeksen berusten" gelijk gewicht toegekend [18, blz. 29], Een berekening van de standaardafwij kingen mm2 en m3 gaf voor de hoeken in de groepen a en b het volgende resultaat [18, blz. 30]: V Een vergelijking van de standaardafwijkingen bere kend uit Tableau 1 van het Précis historique en uit de registers wordt in onderstaande tabel gegeven. De grotere standaardafwijking van de aan de regis ters ontleende hoeken en de soms vrij aanzienlijke verschillen tussen deze hoeken en de overeenkom stige hoeken van Tableau I van het Précis Histori que doen volgens Cohen Stuart „duidelijk zien, bijzonder wat betreft het tijdvak 1810-1811, dat de voorstelling, alsof Tableau I van het Précis histori que de eigenlijke uitkomsten der metingen zou be vatten, verre van de werkelijkheid blijft[18, blz. 30]. Met betrekking tot de aan de registers berekende standaardafwijkingen van groep b meent Cohen Stuart, mede gezien het betrekkelijk klein aantal (10) voorwaardevergelijkingen waarop m3 berust, dat het verschil van m, en m2 met m3 niet groot genoeg is om „daarop een belangrijk besluit te mogen bouwen" [18, blz. 30], Voor groep a echter zijn de aan de registers ontleende waarden voor ml en m2 ongeveer gelijk doch m3 is beduidend groter en wel 2.30 maal zo groot als m1 en 2.24 maal zo rondmetingen driehoeken veelhoeken groep n m i n m2 n "h a 45 1".057 93 1 ".088 31 2".437 b 23 3 ".644 33 VO oo 10 5".237 m i m. »h groep tabl. I reg. tabl. I reg. tab!. I reg. a 0".532 1 ".057 0".703 1 ".088 2".675 2".437 b 0".6I8 3".644 1".502 4". 186 3".353 5".237 ngt 75 89

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 11