Bericht 2. Ook boogstraleri kunnen fungeren als onbeken den (dit is uiterst belangrijk bij niet-conversatio- neel gebruik!). 3. Meerdere tracé's kunnen onderling samen hangend via „knooppunten" afhankelijk van elkaar opgelost worden. In de knooppunten kan de kromming discontinu verlopen (wissels!). 4. Behalve de „gewone" tracé- en dwangpunts- voorwaarden kunnen aan de onbekenden (dus aan het tracé) ook andere soorten voorwaarden opgelegd worden: - concentriciteit van cirkelsegmenten - onderling evenwijdige verschuiving van recht standen - gegeven verschil van boogstralen - gegeven som van boogstralen (S-bogen met gelijke stralen: som 0) - gegeven som van lengtes van rechtstanden (wissel in rechtstand!). 5. De invoer is zeer eenvoudig: - coördinaten van A. B en de dwangpunten - argumenten in A en B - bij elk dwangpunt Dtwee afstanden dl en d2 de afstand n tussen D en het tracé wordt dan: d\ n d2 de achtereenvolgende elementsoorten, met geschatte waarden voor de onbekenden, en gegeven waarden voor de klothoïdepara- meters - de soorten voorwaarden. Er dienen evenveel voorwaarden opgegeven te worden als er onbekenden zijn. Dit aantal is de rang R van het vraagstuk R 3). Het algoritme lost de onbekenden pj iteratief op. De structuur van de tracévoorwaarde vertoont een zekere verwantschap met het puntsbepalingsmodel voor de (gesloten) veelhoek. Dit geldt tot op zekere hoogte voor de „bouw stenen" die in beide problemen worden gehanteerd: enerzijds de complexe /7-grootheid die de 4 gemeten waarnemingsgrootheden per station bundelt: A/7; P( A in vh A or,-) anderzijds de tracé-elementen E-„ te karakteriseren door de twee coördinaat-intervallen, waarin de para meters pJ;i van optreden mèt het beginargument (Pi van Ej (zie figuur 11): MX'i X{Apj.j. At/?,) AIY, Y(APj;h AcPi) Hierin is pju de lengte, als Ei een rechte is. Pj.j is de booglengte of kromming, als £j een cirkelsegment is. Eveneens geldt de structuurovereenkomst voor de aaneenrijging van de /7-grootheden resp. de Ele menten tot het Netverband resp. het Tracéverband: A>7(„) Xz».A/7; i (alle puntnummers behalve n) AX(ab) j Een principieel verschil is, dat de /7-grootheid in variant is, terwijl in het tracé-element het coördinaat stelsel wèl optreedt, in de vorm van het begin argument (pi van elk element; over deze kwestie is in de discussie een vraag gesteld door prof. Baarda, zie NGT 1975 pag. 56, 57. Fig. 10. Tracé van A naar B Fig. 11. //-grootheid en tracé-element 114 i i a y v a /v I 1 (a"e elementnummers) A '(AB) 2-j i i Referentie 1. W. Baarda, A Testing Procedure for Geodetic Networks, (Delft 1967). VERHUIZING LABORATORIUM VOOR GEODESIE Vanaf 16 juni 1975 zal het Laboratorium voor Geodesie van de T.H. te Delft verhuisd zijn van Kanaalweg 4 naar Thijsse- weg 11, Delft-2204. Het telefoonnummer blijft ongewijzigd 015-133222. ngt 75

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 12