Fig. 2. Algemene schets van het proces van digitale kaart
vervaardiging
2 De eerste proeven
In het vroege voorjaar van 1969 zijn de eerste experi
menten verricht. Ter beschikking stonden een kleine
computer en een daaraan gekoppelde drumplotter,
beide opgesteld in het kantoor in Delft. Enkele foto-
grammetrische dubbelbeeldinstrumenten waren
voorzien van registratie-apparatuur waarmee de
gegevens t.b.v. aerotriangulatie en profielmeting
konden worden vastgelegd in ponsband.
Er is een computerprogramma gemaakt, op basis
van een eenvoudig codeervoorschrift zijn enkele
fotogrammetrische modellen in digitale vorm vast
gelegd en vervolgens op de drumplotter uitgetekend.
De eerste tekeningen waren heel eenvoudig (ze be
vatten uitsluitend lijnen, geen signaturen en be-
schrifting), maar werden toch als zeer veelbelovend
beoordeeld.
3 Verwachtingen in 1969
Ter gelegenheid van de „verjaardag" van de MD
heeft het toenmalig Hoofd van Dienst in het najaar
van 1969 in een toespraak tot het hele personeel
het „Digitaal tekenen" behandeld en onder meer
een aantal verwachtingen aangaande deze werk
wijze als volgt kort geformuleerd.
- Het tekenen met de hand kan geheel worden ver
meden.
- Gegevens voor samenstellen van een situatiekaart
kunnen compact in ponsband worden opgeslagen.
- Uit deze ponsbanden kan een model of gedeelte
ervan op elke gewenste schaal worden uitgetekend.
- Vliegplan en bladligging zullen daardoor onaf
hankelijk van elkaar worden.
- Voorbereiding van de modellen wordt eenvoudig
en beperkt zich tot de verbindingspunten in de
hoeken.
Bladligging en kaartschaal zijn volkomen vrij te
kiezen.
- Het model hoeft slechts éénmaal relatief georiën
teerd te worden. Aerotriangulatie en kaartering
geschiedt dan achtereenvolgend in dat model.
- Het afzonderlijk opzetten van bladen is niet meer
nodig.
- Voor de bediening van het instrument is slechts
één waarnemer nodig en geen tekentafel meer.
- Uit de ponsband kunnen beschadigde kaarten
en/of calques gemakkelijk opnieuw getekend
worden.
- Aan de ponsband kunnen de gegevens voor as-
en grenskartering worden toegevoegd.
- Een enorme tijdwinst door uitschakelen van de
handbewerking ligt in het vooruitzicht.
Deze punten kunnen worden samengevat in twee
woordenarbeidsbesparing en souplesse.
4 De ontwikkeling tussen 1969 en 1972
Een werkgroep heeft opdracht gekregen een me
thode voor digitale kaartering te ontwikkelen en
toepasbaar te maken voor produktie werk bij de
eigen dienst.
Daarbij moet gewezen worden op een belangrijk
punt.
„Toen de werkgroep begon te „draaien" was
er een groot tekort aan operators voor de
dubbelbeeldinstrumenten. Dit tekort heeft ertoe
geleid dat er aan de werkgroep geen waar
nemers en instrumenten konden worden toege
wezen, die losgemaakt uit de produktiegroep,
uitsluitend voor het onderzoek beschikbaar
zouden zijn. Besloten werd dan ook tot een „al
doende leert men", waarbij getracht zou wor
den het onderzoekingswerk van het begin af
produktief te maken en de keuze van objecten
aan te passen aan de eisen voor produktie en
(dus) aflevering."
Het was niet mogelijk de elders toegepaste werk
wijze te volgen, nl. deze: een werkmethode op
papier helemaal uitwerken, een organisatievorm
ontwerpen, programma's maken, mensen opleiden,
de ideale apparatuur kopen, alles uitproberen en
tenslotte produktie gaan maken. Deze werkwijze
kan lang duren, tot wel 5 jaar en langer.
De MD is met zijn aanpak nu ook ruim 5 jaar met
het probleem bezig, maar er is in die tijd een schat
ngt 75
W*is6artd &&£/Z/T7&c/uKE JuforK
gézéatdt ésar&
116