aan ervaring opgedaan en er is een groot aantal
produktiekaarten afgeleverd. Al met al is men niet
ongelukkig met de gevolgde werkwijze.
De werkgroep is dus aan de slag gegaan. In de loop
van de tijd is de experimentele programmatuur op
een aantal punten aanzienlijk verbeterd. Daardoor
is het uittekenen van zowel signaturen als beschrif-
ting mogelijk geworden, en konden meerdere mo
dellen tot een kaart worden samengevoegd. Er zijn
controles op o.m. codeer-, registratie- en inlees-
fouten in de programmatuur ingebouwd. Er is
verder een organisatievorm opgezet om produktie
te kunnen maken, de kaarten af te werken voor af
levering aan de klant, enz.
Het produktiewerk waarop de methode is ontwik
keld, is gezocht in de categorie grond- en beheer-
kaarten. Zie figuur 1
Enkele redenen daarvoor zijn geweest:
- deze categorie omvat het overgrote deel van de
standaard kaartproduktie;
- de schaal is prettig groot; er behoeft geen genera
lisatie te worden toegepast;
- de kaartinhoud is beperkt;
- de verspreiding van de kaarten in deze categorie
is zeer beperkt;
- binnen deze categorie zijn altijd kaarten te vinden,
die niet vlug klaar hoeven te zijn;
- de kaarten hebben slechts een beperkte levens
duur;
- de civieltechnicus werkt normaliter met licht
drukken van de aan hem afgeleverde filmcalques.
De enigszins „bliksemschichtachtige" lijnen zoals
die door de drumplotter worden geproduceerd,
konden dus qua nauwkeurigheid geen wezenlijk
belemmerende factor in het gebruik van de kaar
ten vormen.
De tekentechnische kwaliteit van de eerste kaarten
was zichtbaar anders, minder, dan die van de op
conventionele wijze getekende kaarten. Dat is echter
bij het gebruik door civieltechnici nooit onover
komelijk gebleken.
Overigens wordt met instemming geciteerd wat
Ackermann in 1967 al zei: Es wird sich wohl nicht
vermeiden lassen, die Qualitatsansprüche zugun-
ngt 75
sten der Quantitat und vor allem des Zeitfaktors zu
reduzieren. Denn Qualitat, die zu spat kommt, kann
ihre Funktionen nicht mehr erfüllen.
5 Tussentijdse rapportage
In begin 1972 heeft de werkgroep aan het Hoofd
van Dienst gerapporteerd. In het rapport is o.m. te
lezen
„De werkgroep heeft het digitaal karterings-
proces bestudeerd en voor de MD met voor
deel toepasbaar bevonden.
De opgesomde verwachte voordelen van het
digitaal karteren zijn voor het merendeel uit
gekomen. Waar de verwachte voordelen nog
niet zijn behaald, is dat vooral een gevolg van
de nog niet erg geavanceerde apparatuur, die
tot nu toe is gebruikt.
In de aanloopperiode, toen de computerpro
gramma's minder mogelijkheden bevatten dan
de nu in gebruik zijnde, bleken duidelijk tijd
winsten behaald te worden.
De werkgroep acht het noodzakelijk zo spoedig
mogelijk te starten met de studie gericht op een
geavanceerde produktiemethode en met ge
bruikmaking van de meest moderne hulp
middelen van informatie-inwinning, -registratie
en -verwerking."
Uit het vervolg van het rapport blijkt onder meer
dat bij „geavanceerde produktiemethode" en
„meest moderne hulpmiddelen" is gedacht aan inter
actief werken met visual displays.
Op grond van dit rapport is besloten de procedure
volgens de aangegeven richtlijnen te verbeteren. Een
eerste stap is geweest het aanschaffen van een nauw
keurige vlakke tekenmachine.
6 Bredere beschrijving van de huidige werkwijze
De werkwijze is inmiddels aangepast aan de nu be
schikbare apparatuur: een kleine computer in Delft
met daaraan een drumplotter gekoppeld, een grote
in Den Haag opgestelde computer, en de hiervoor
genoemde vlakke tekenmachine.
In figuur 2 is in grote lijnen het algemene proces van
digitale kaartvervaardiging, gebaseerd op foto-
grammetrische gegevensinwinning, geschetst. In
figuur 3 is aangegeven hoe momenteel bij de MD
117