Eventuele onjuistheden worden vermeld en moeten worden gecorrigeerd alvorens de gewenste model tekening kan worden vervaardigd. Als er door de fotogrammeter iets zou zijn vergeten, dan kan hij het aan de hand van de modeltekening alsnog aan vullen. Is alles in orde, dan wordt het model uit het instrument gehaald en kan aan het volgende worden begonnen. De beschreven controle is alleen mogelijk doordat de daarbij gebruikte computer en plotter in het zelfde gebouw staan opgesteld als de fotogramme- trische instrumenten. De controletekening wordt gewoonlijk naar de buitendienst gestuurd en doet dan dienst bij de na- verkenning. De buitenman vult het getekende beeld aan met gegevens die in de foto niet te zien waren zoals overgroeide objecten, te kleine details zoals putjes, paaltjes e.d. 6.3 Fase 3. Het voorbereidend werk voor het eigenlijke kaarttekenen Het uiteindelijke produkt dat moet worden ver vaardigd, is een kaart waarin de informatie uit een aantal modellen is weergegeven. Het kaarttekenen gebeurt op de nauwkeurige vlakke tekenmachine in Delft. Deze heeft een stuureenheid die niet vrij programmeerbaar is. Dat heeft als con sequentie dat er een zogenaamde piottape met de tekeninstructies moet worden gemaakt op de grote Rijkswaterstaats-computer in Den Haag, waarop de MD een zware terminal heeft. (Onder meer als gevolg van het te kleine geheugen en het ontbreken van magneetbanduitvoer kan de kleine, oude, Delftse computer in deze fase niet worden gebruikt.) De werkwijze is als volgt. De ponsbanden die in fase twee al zijn gebruikt, worden nu ingelezen in de grote computer. Er worden verder gegevens toege voegd betreffende de te maken kaart, zoals formaat, schaal, ligging, titel, grootte van de beschrifting. Verder worden van de inpaspunten de coördinaten opgegeven in het stelsel dat op de kaart moet wor den gebruikt. Weer wordt er een syntactische controle uitgevoerd. Bovendien wordt van elk model de modelinpassing uitgerekend en het resultaat van de overbepaalde gelijkvormigheidstransformatie gepresenteerd. Aan de hand van de restverschillen na transformatie kan de kwaliteit van het werk worden beoordeeld en kan een eventuele ontregeling van het gebruikte foto- grammetrische instrument worden onderkend. Als alles goed wordt bevonden, wordt de gewenste piottape aangemaakt. 6.4 Fase 4. Het tekenen van het kaartblad Het vervaardigen van de kaart gebeurt op de vlakke tekentafel. Gewoonlijk wordt gegraveerd omdat de resultaten daarvan beter zijn dan die van het tekenen met pen en inkt. De in deze fase vervaardigde kaarten bevatten uit sluitend de informatie die door de fotogrammeter is gedigitaliseerd. Ze zijn dus nog onvolledig, immers de door de buitendienst ingezamelde aanvullende informatie is niet op ponsband vastgelegd. Zie figuur 4. 6.5 Fase 5. Het afwerken van de kaart De kaart wordt tenslotte manuaal afgewerkt. De afwerking omvat onder meer: - het aanvullen met informatie die terrestrisch is ingewonnen; - het verwijderen uit de kaart van die objecten die na de vervaardiging van de luchtopnamen zijn verdwenen - het, indien nodig, verplaatsen van beschrifting, ter verbetering van de leesbaarheid - het exact aan elkaar aansluiten van de aangren zende modellen. De manuale afwerking is zichtbaar in het eind- produkt. Zie maar naar de beschrifting: naast auto matisch getekend schrift komt er afwrijfschrift voor. Zie figuur 5. Dat wordt echter niet als een bezwaar gevoeld. 7 Enkele aantekeningen bij de huidige werkwijze - De beschreven procedure is verre van ideaal. Er is nog maar een deel gerealiseerd van wat als noodzakelijk wordt geacht. Zie daarover para graaf 10. - De gehanteerde codering is uitsluitend gericht op het tekenen. ngt 75 119

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 17