£*>V'4—fr^;-
1
d >/XX |J„.i „I AA A 4
i>,i iX>X X-i iXWX
v X *F 1 f J M TN
N^xv.47 y^> s.hA
X ^3* -A- 4 -rixv f^'v -\^A
v v A X
/A |A*XX AisA-. ,v> iA. ,-, .-.V-, i V^' Y <K
<f Sf As Jp I J viXy V
x I X C - V" X Xw I vv V
V A X\ v r v '-
x - -
XN - X ./S'ï' 4 I Vf i J
werd door de optekenaar genoteerd. De belaflezer
las daarbij de beide uiteinden van de bel tot in 0.01
niveaudeel nauwkeurig af met behulp van een ver
grootglas.
Vervolgens herhaalde men deze handeling bij in
stelling op de centimeter-velden m I en m+ 1. De
reductie van de belaflezingen tot quasi-waarne-
mingen op de baak was naderhand het werk van
enige hulponderwijzers in hun vrije uren [1, blz. 5].
De waarnemers in het veld waren aldus onbekend
met de eigenlijke uitkomsten van hun werk; om
toch ongeveer te weten waar zij aan toe waren werd
ook nog de baak bij inspelende bel schattenderwijs
afgelezen. Deze waarnemingen werden apart ge
noteerd. Volgens de instructie diende dagelijks „per
briefkaart of brief met inkt geschreven" bericht te
worden gegeven „van den voortgang, van vermoede
lijk eerstvolgend nachtverblijf en van alles wat ge
acht kan worden bijzondere vermelding te ver
dienen" [4, art. 21].
Een dergelijk bericht (d.d. 10 mei 1880) is afgebeeld
in figuur 3.
Teneinde het kleine formaat van de briefkaart
(12,2x8,8 cm) zoveel mogelijk te benutten, schreef
de afzender de tweede helft van zijn tekst een kwart
slag gedraaid over de eerste helft. Hij bespaarde
hiermede 2|cent, zijnde het verschil tussen briefport
(5 cent) en de kosten van een briefkaart 2\ cent).
3 Korte geschiedenis
Dr. L. Cohen Stuart (zie foto), die met de leiding
van de waterpassing was belast, heeft door de keuze
van de instrumenten en vooral door zijn tot in de
kleinste details uitgewerkte methode een belangrijk
stempel op het werk gedrukt. Persoonlijk instru
eerde hij voor de aanvang van de metingen in het
voorjaar van 1875 de nieuwe waarnemers tijdens
een proef- en oefeningswaterpassing van Amster
dam naar Muiden en terug; dergelijke oefenings
waterpassingen voerde hij ook naderhand enige
malen uit, telkens als er nieuw personeel te instal
leren viel [1, blz. 6].
Cohen Stuart was geboren in 1827 en verwierf in
1848 het diploma van civiel-ingenieur aan de Ko
ninklijke Akademie te Delft. In 1863 verleende de
Rijksuniversiteit te Leiden hem het eredoctoraat.
Bij de omzetting van de Akademie in Polytechnische
School te Delft (1864) werd Cohen Stuart benoemd
tot de eerste Hoogleraar-Directeur van deze instel
ling; hij was toen 37 jaar oud. Een uitvoeriger
levensbeschrijving werd onlangs gepubliceerd door
Van der Schraaf [8].
Cohen Stuart overleed op 24 juli 1878 op 51-jarige
leeftijd. Hoe groot zijn persoonlijke inbreng was
blijkt wel uit het feit, dat de waterpassingen in dat
jaar 1878 (ze zouden juist in juli aanvangen) werden
afgelast.
De Koninklijke Akademie van Wetenschappen
stelde eind 1878 een onderzoek in naar de „wensche-
lijkheid om de werkzaamheden der nauwkeurig
heidswaterpassingen. door het overlijden van Dr.
L. Cohen Stuart voorlopig gestaakt, al dan niet
A /•-* c A 4 yV/^H -• '- -y \rr A V '.- y
i N V v s\ I v i IV j 5\ *X x
V
A -• X K. I 4*. -J u
i
Fig. 3.
Bericht van voortgang,
geschreven op 10 mei 1880
Prof. Dr. L. Cohen Stuart
128
ngt 75