Automatisering in puntsbepaling en kartografie bij de
Nederlandse Spoorwegen
5e jaargang no. 6, juni 1975
H. Quee
1 Inleiding
De ontwikkeling, die ik u probeer te schetsen, is
gestart in 1971 met de aanschaf van een Zeiss Reg
Elta (registrerende tachymeter). Hoewel dit appa
raat een centrale rol speelt in datgene, wat wij sinds
dien aan systeemontwikkeling hebben verricht, wil
ik u niet vermoeien met een uitvoerige verhandeling
over de hoedanigheden ervan, enerzijds omdat de
meesten uwer daarmee wel bekend zijn, anderzijds
omdat er op dit gebied meer dan genoeg met Ger
manismen doorspekte vertalingen van brochures
in omloop zijn. Het lijkt me voor u interessanter
om een aantal aspecten van het functioneren van
een registrerende tachymeter te belichten, zoals dat
op ons is afgekomen. Functioneren in de betekenis
van: veranderen van gevestigde landmeetkundige
methodes, en hierdoor: het spelen van een richting
gevende rol t.a.v. het systeemontwerp voor een ver
werkingssysteem. Voorts heb ik stilgestaan bij de
vraag, of ik er goed aan zou doen om u omstandig
uiteen te zetten hoe ons systeem voor de verwerking
van automatisch geregistreerd en gecodeerd materi
aal nu precies in elkaar zit: in wezen is dat natuur
lijk niet veel meer dan wat, tamelijk willekeurig ge
knutsel met elektronische apparaatjes en informatie-
ngt 75
dragertjes en ieder die wel eens een ponskaart heeft
vastgehouden weet wel ongeveer hoe dat in elkaar
steekt; desalniettemin kan dit alles toch, zoals elk
speelgoed, een fascinerende of vertederende werking
hebben.
Liever leg ik de nadruk op de keuzen, waarvoor we
zijn komen te staan tijdens de ontwikkeling van dit
systeem, de relatie met de eisen, die aan onze afde
ling gesteld worden door het railbedrijf van het NS-
concern, de pogingen om een methodische lijn te
handhaven en samenhang na te streven; de inter
pretatie van eerste praktijkervaringen, en: de uit
bouwmogelijkheden in een nabije toekomst.
Nog een enkel woord ter verklaring van de titel
van mijn verhaal, waarin nl. de term puntsbepaling
nogal lijkt te strijden met het thema van deze dag.
De koppeling „puntsbepaling-kartografie" heb ik
bewust naar voren gebracht: Niet volgens de dood
doener, dat grootschalige kartografie per saldo is
op te vatten als een bepaalde manier van weergeven
van gegevens, die verkregen zijn door middel van
puntsbepalingstechnieken; wèl, omdat er juist aan
het gebruik van een registrerende tachymeter enkele
aspecten zitten, waardoor het onderscheid tussen
puntsbepaling en kartografie vervaagt.
Een soortgelijke overweging geldt t.a.v. het meest
recent ontwikkelde deel van het systeem, dat ik u
ga beschrijven: een algoritme voor het oplossen van
Opmerkingen vooraf
Enkele passages van mijn voordracht van 17 oktober 1974 zijn uit deze publikatie weg
gelaten. Dit betreft het deel van de voordracht, dat was gewijd aan de toepassing van het
door ons ontwikkelde algoritme voor oplossing van tracéparameters. Wel is opgenomen
een korte passage over de uitgangspunten die we bij deze ontwikkeling hebben gehan
teerd, aangezien hierover in de discussie een vraag is gesteld (zie NGT 1975 pag. 56, 57).
Overigens lig het in mijn voornemen, om in één der volgende nummers van het NGT de
toepassing van het tracéprogramma en van de puntsbepalingsmethode van NS uitvoerig
te belichten aan de hand van enige praktijkvoorbeelden, ontleend aan de Zoetermeerlijn.
175
Voordracht gehouden op het NVG-congres in de Flevohof,
17 oktober 1974
105