4.1 Wegwerpst andplaatsen Bij het gebruik van een registrerende tachymeter wordt het overbodig om voorafgaande aan de detail meting, standplaatsen voor de tachymeter te bepalen. Men kan met de tachymeter werken zonder vaste (permanente) standplaatsen, indien er in het op te meten gebied enkele hogere-ordepunten beschikbaar zijn. Uit elke standplaats van de tachymeter worden enkele van die hogere-orde-punten en/of andere standplaatsen aangemetendeze werkzaamheden be tekenen meestal niet méér dan het opnemen van die 2 of 3 punten in de detailmeting (de meetassistent loopt er toch wel een keer langs). De rekenmachine doet de rest! (als u mèt de meetgegevens de pons kaarten met gegeven coördinaten maar invoert). Hierbij gaan we ervan uit dat in principe juist niet opgesteld wordt op de in coördinaten bekende pun ten, dus: de bestaande praktijk omgekeerd. Dit systeem van werken introduceert een enorme vrij heid voor de landmeter; bij het optimaal kiezen van zijn standplaats is hij niet meer gebonden aan pun ten, die vroeger, of voor een ander doel, zijn aan gelegd. Figuur 6 geeft een voorbeeld. Wat dit betekent, wordt vooral duidelijk als we in aanmerking nemen, dat een registrerende tachy meter een ideaal middel is (in aanvulling op digitale fotogrammetrie) voor vulling van systemen voor permanente opslag van coördinaten; dit betekent, dat de tachymeter vaak in hetzelfde gebied waar zij eerder is gebruikt, opnieuw ingezet zal worden, bij voorbeeld voor het meten van mutaties, of van een andersoortig object (bijvoorbeeld kabelsleuven). aansluitpun- iomputi ionsband. koördinaat- berekening Plotter programma computer blok- vereff ening iagnei band Stereo- comparator Fig. 3. Wisselgroep A, Utrecht: gemeten met Reg-Elta, ge- kaarteerd met flatbedplotter Fig. 4. Processchema tachymetrie en fotogrammetrie Fig. 5. Portaalmast. Overspanning van 17 sporen ngt 75 '09

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 7