Ten tweede is het toepassen van automatische pro cessen in een bepaald opzicht riskanter dan hand matige verwerking, omdat bij handmatige verwer king het „intuïtieve landmetersinzicht" - in al zijn subjectiviteit - fungeerde als een behoorlijk fijne zeef voor ongerechtigheden. Deze zeef is in geauto matiseerde processen uitgeschakeld, en dient dus bijvoorbeeld door een mathematische methode van toetsen vervangen te worden. 4.4 Nog enkele vragen Nu rijst misschien bij u de vraag, of hier niet tegen over staat, dat de automatische registratie een aan tal foutenbronnen uitschakelt; uiteraard is dit zo (schrijffouten e.d.). Maar niet alle foutenbronnen vallen hieronder! Nog een korte schets van de gang van zaken: over het algemeen zijn de verdichtings- netten (t.b.v. detailmeting, dan wel ten behoeve van paspunten of uitzetpunten) zwaar overbepaald, zo als de voorbeelden in figuur 6 demonstreren. Ver worpen waarnemingen worden dan ook meestal niet hermeten, doch bij herberekening weggelaten. Een andere vraag geldt de „klassieke verkenningsregels". Komen deze, juist door de gewenste vrijheid bij de keuze van opstelpunten niet in het gedrang? Hier wordt dus een zwaar beroep gedaan op het inzicht van de landmeter, temeer daar verkenning vooraf, zeker gezien de geografische spreiding van onze objecten (gelukkig nog altijd van Roodeschool tot Eysden) om praktische redenen onuitvoerbaar is. Wèl berekent het programma, mèt vereffenings- correcties en w-toetsen, per waarnemingsgrootheid een grenswaarde, een summiere, repressieve ver kenning dus (naar Delftse maatstaven is dit mis schien een wat knullige praktijkredenering, maar het werkt wel aardig). Nu heb ik twee redenen uitvoerig uiteengezet voor het feit, dat wij in het systeem voor detailmeting zo'n zwaar pakket vereffeningstheorie hebben ge stopt: ten eerste: de doeleinden puntsbepaling (pas- punten, uitzetpunten) en kaarteren (detailmeting) worden in het meetproces vaak samengetrokken, ten tweede, de grondslagverdichting is methodisch een onderdeel van de detailmeting geworden. Een derde argument wil ik even aanstippen: Qua bedrijfsvoering is de uniformiteit, die hierdoor ont- staat, een groot voordeel; voor alle soorten me tingen met de Reg Elta geldt een uniform code systeem, en alle soorten opdrachten worden volgens dezelfde routinehandelingen verwerkt tot een uni form eindprodukt (de afslag van het rekenpro gramma). 5 Systeem topografie spoorwegwerken (STS) Het STS is een systeem in ontwikkeling, dat ten doel heeft een aantal soorten bestaande terreinobjecten èn ontworpen objecten in de vorm van gecodeerde coördinatenparen op te slaan in een bestand. Deze opslag zal worden toegepast voor bepaalde delen van het spoorwegnet, voor een beperkte periode: namelijk gedurende ontwikkeling, ontwerp en uit voering van „grote spoorwegwerken". Hier worden bedoeld reconstructiewerken zoals bijvoorbeeld (in uitvoering) Den Haag HS/CS, Breda Hoog, etc. en (in ontwikkeling) Gouda-Moordrecht. Wij hebben voor permanente digitale opslag van topografische gegevens drie criteria beschouwd, en positief beoor deeld ten aanzien van dergelijke spoorwegwerken: 1Mutatiegraad 2. Hoever werken mutaties systematisch door? 3. Verhouding„opbrengst"/„ontwikkelingskosten" complexiteit). Met het STS zullen we in staat zijn de uitvoering van grote spoorwegwerken op de voet te volgen, en onmiddellijke informatie te verstrekken over de actuele situatie èn over de stand van zaken op een bepaald (toekomstig) tijdstip. Worden namelijk, behalve de ontworpen objecten, ook de (geplande) tijdstippen van realisering in het systeem ingevoerd, dan is het mogelijk om bijvoor beeld een kaart van de vermoedelijke situatie op tijdstip t te producereneen uitstekend hulpmiddel voor bijvoorbeeld de afdeling die kabelplannen ont werpt. Een globale beschrijving van de structuur van het STS vindt u in figuur 8. De functies van het STS kunnen duidelijk gedemonstreerd worden door een opsomming van de in- en uitgangen. I ngangen 1. Het puntsbepalingsprogramma - grondslagpunten en dwangpunten - gecodeerde coördinatenlijsten ngt 75 lil

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 9