3. Het Hoofd van de Afdeling Techniek en Ontwikkeling van de Centrale Directie van het Kadaster en de Openbare Registers is secretaris. 4. De overige leden worden benoemd door Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, in dier voege, dat hij in de Raad zal zijn vertegenwoordigd door twee leden en dat Onze Ministers van Defensie, van Ver keer en Waterstaat en van Landbouw en Visserij ieder een vertegenwoordiger en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Overlegorgaan der Nutsbedrijven in zake leidingenregistratie ieder twee vertegenwoordigers voor de benoeming voordragen. Artikel 4 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst. Onze Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan mededeling zal worden gedaan in de Nederlandse Staatscourant. Ter toelichting kan het navolgende worden medegedeeld: De toenemende intensivering van het grondgebruik zowel door de overheid als door vele particuliere en semi-particu- liere bedrijven voor doeleinden van bebouwing, industrie vestiging, openbare nutsvoorzieningen en transport, heeft in de afgelopen decennia duidelijk uitgewezen, dat daarbij ter- wille van de dringend geboden nauwkeurigheid en onderlinge overeenstemming van kartografische gegevens uniform kaart materiaal niet langer kan worden gemist. Het ontbreken van één algemene basiskaart van het gehele land is met name een bezwaar gebleken bij het ontwerpen en uitvoeren van bestemmingsplannen en van civiel- en cultuur technische projecten aan de hand van topografische kaarten, die naar hun schaal, vorm, inhoud en als grondslag gebezigde coördinatenstelsel onderling al te sterk verschillen en dikwijls niet voldoen aan de te stellen eisen van nauwkeurigheid en volledigheid. De bestudering van de mogelijkheden om te komen tot een verbetering van het kartografische basismateriaal is in de afgelopen jaren ter hand genomen door meerdere organisaties op landelijk en regionaal niveau en heeft tenslotte geleid tot de instelling in 1972 door de Rijkscommissie voor Geodesie en de Nederlandse Vereniging voor Geodesie van de Com missie Grootschalige Basiskaart. Deze commissie, wier rap port is gepubliceerd in het novembernummer van het Neder lands Geodetisch Tijdschrift, jaargang 1974, heeft zich tot taak gesteld de beantwoording van de volgende twee vragen: a. Is het mogelijk om van het gehele land een grootschalige kaart te vervaardigen met een zodanige inhoud, schaal en nauwkeurigheid dat de vraag naar deze kaart de vervaar diging en de bijhouding rechtvaardigt? b. Op welke wijze moet deze kaart worden vervaardigd en bijgehouden en wie kan hiervoor zorgdragen? Blijkens haar rapport heeft de Commissie veel aandacht be steed aan het inwinnen van informatie bij en het onderhouden van persoonlijke contacten met verschillende groeperingen onder de gebruikers van kaarten-materiaal en heeft zij haar definitieve verslag en aanbevelingen eerst opgesteld na een schriftelijke enquete naar aanleiding van een ter openbare discussie uitgebracht interim-rapport. De conclusies van de Commissie komen in grote trekken hier op neer, dat gestreefd moet worden naar de totstandkoming van een „basiskaart" van Nederland in de vorm van één uniform, grootschalig kaartbladensysteem, uitgevoerd in een raamkaart in het stelsel van de Rijksdriehoeksmeting en van zodanige topografische inhoud dat deze als basis kan dienen voor aanvullingen die voor verschillende gebruikers gewenst zijn. De Commissie beveelt verder aan, dat de opbouw van dit uniforme kaartenmateriaal en de bijhouding en uitgifte daar van zullen geschieden onder verantwoordelijkheid van de ondergetekende en wel door één centraal, daartoe technisch voldoende uitgerust apparaat, namelijk de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. Tevens bepleit de Com missie de instelling van een Centrale Kaarteringsraad als permanent overleg-orgaan dat de ondergetekende kan ad viseren. Onze Minister is na bestudering van de denkbeelden van de Commissie Grootschalige Basiskaart tot de slotsom gekomen dat hij zich daarmee geheel kan verenigen. Het thans geno men besluit strekt tot verwezenlijking van de in het rapport van de Commissie neergelegde aanbevelingen. Voor wat be treft de samenstelling van de Centrale Kaarteringsraad zij nog het volgende opgemerkt. Het ligt voor de hand dat daarin in ieder geval op landmeetkundig terrein vakbekwame specialis ten zullen moeten zitting hebben. Bovendien echter zal het voorgenomen kaarteringswerk zich natuurlijk uitstrekken op het terrein van verschillende departementen als ook van ge meentelijke diensten en nutsbedrijven. Het besluit voorziet daarom in een evenwichtige vertegenwoordiging van die zij den in de Raad. Het wordt bovendien, na overleg met de Ministers van Defensie, Verkeer en Waterstaat en Landbouw en Visserij, mede uit hun naam voorgedragen. Het ligt in de bedoeling om als eerste project een gedeelte van Noord-Friesland op grootschalige uniforme basiskaarten te gaan afbeelden. De werkzaamheden zullen nog deze herfst aanvangen. STUDIEBIJEENKOMST RUIMTELIJKE PLANNINGSMODELLEN De Sectie voor Cultuurtechniek van het KIVI en de Studie kring voor Cultuurtechniek van het K.G.v.L. organiseren in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting een studiebijeenkomst op donderdag 6 november 1975 met als thema Ruimtelijke Planningsmodellen Midden-Randstad Het programma luidt als volgt: 1. Opening 2. Geschiedenis en Perspectief van de studie - prof. ir. L. Wijers 3. Structuur van de modellen - ir. Th. Michels 4. Het model voor de openluchtrecreatie - ir. L. J. de Kievit 5. Landbouwkundige aspecten - ir. A. J. A. M. Segers 6. Aspecten van natuur en landschap - ir. B. C. Kijlstra 7. Forumdiscussie 8. Sluiting Opgave voor deelname: Nederlands Instituut voor Ruimtelijke Ordening en Volks huisvesting Van Speykstraat 25 's-Gravenhage Plaats (voorlopig): Technische Hogeschool te Delft 146 ngt 75

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 16