Berichten Ter gelegenheid van het zevende lustrum van het Landmeetkundig Gezelschap „SNELLIUS" zal in de laatste week van november het LUSTRUMBOEK „SNELLIUS" uitkomen. In dit boek bijdragen van o.a.Prof. Mr. P. de Haan, Dr. Ir. M. J. M. Bogaerts, Prof. Ir. G. F. Witt, Ir. J. H. W. Makkinga, Ir. A. Dekker, Prof. Ir. H. Wiggerts, Ir. J. Mol, Dr. Ir. H. Priemus, Ir. G. Homan, Ir. P. J. Bakker, Mr. Ir. J. L. G. Henssen, Prof. Ir. C. Bijkerk, René van der Schans, Dr. Ir. L. Aardoom, Prof. Ir. W. Langeraar, Ir. M. G. Atjak, Mr. J. A. Walkate, Ir. J. C. de Munck, Ir. H. R. van der Wal, Prof. Ir. G. J. Bruins. Bovendien extra aandacht voor de oude en nieuwe huisvesting van de Afdeling der Geodesie door H. C. van der Hoek en Ir. J. E. Alberda. Deze schat aan informatie over de ontwikkelingen in de Geodesie in de ruimste zin van het woord kunt u verkrijgen door overmaking van 16, (excl. 4,verzendkosten) op gironummer 1997507 t.n.v. Penningmeester Lustrumboek Snellius, Delft onder vermelding van „boek 75". RAPPORT „GRONDEIGENDOM EN GRONDBEHEER" Een werkgroep van de wetenschappelijke instituten van ARP, CHU en K.VP heeft een nota opgesteld over „Grond eigendom en grondbeheer, een opdracht voor individu èn gemeenschap". In deze nota wordt stelling genomen in de actuele discussie over de grondpolitiek. De nota is in brochure vorm verkrijgbaar bij de Doctor Abraham Kuyperstichting, Dr. Kuyperstraat 3-5, Den Haag, tel. 070-606838. Samenvatting De huidige wetgeving bergt onvoldoende mogelijkheden in zich tot het voeren van een adequate grondpolitiek. Om uit de impasse te geraken, zijn nieuwe hanteerbare instrumenten nodig: het voorkeursrecht voor de overheid bij verkoop van onroerend goed en de herverkaveling voor niet-agrarische doeleinden. ngt 75 Het gehele assortiment van juridische inrichtings- en beheers- middelen, zo vervolgt het rapport, dient in het kader van een gecoördineerde wetgeving inzake bestemming, inrichting en beheer van onroerend goed te worden uitgebouwd, opdat de doelstelling van de grondpolitiek: het bewoonbaar en leef baar houden van ons land, met behulp van een optimale beschikkings- en beheersbevoegdheid van de gemeenschap over de grond, kan worden gerealiseerd. De overheid moet daarbij niet naar de zwaarste privaatrechtelijke middelen grijpen als zij met minder zware publiekrechtelijke kan vol staan. Want de eigendom is voor haar een even zware kapitalistische verzoeking als voor de particulier, zo schrijven de samenstellers. De kracht van het overheidsoptreden moet primair liggen in het bereiken van vrijwillige overeenstem ming met de burgers. Pas wanneer dit niet lukt, moeten andere inrichtings- en beheersmiddelen worden ingeschakeld om de gemeenschapsdoelen te realiseren, echter zoveel moge lijk met behoud van particuliere eigendom of andere ge bruiksrechten. Lukt ook dat niet, dan ligt de weg voor de gemeenschap open om zelf over de grond te gaan beschikken. Daarbij geeft de werkgroep in principe wel de voorkeur aan herverkaveling en voorkeursrecht boven de onteigening. Dat laatste instrument is tenslotte het uiterste middel. Voorkeursrecht De werkgroep acht het vanzelfsprekend, dat de overheid waar nodig een voorrangspositie moet hebben bij verkoop van onroerend goed. Het grote voordeel van een zodanige voorrangspositie ten opzichte van onteigening is namelijk, dat bijv. de gemeente op de juiste momenten op de grond markt kan gaan opereren, nl. wanneer de eigenaren bereid blijken tot verkoop. Speculatieve verkoop kan hierdoor worden voorkomen, evenals verkoop aan bouwgegadigden die de gemeente in een moeilijke positie zouden kunnen manoeuvreren bij de voorbereiding en uitvoering van haar plannen. Het voorkeursrecht moet worden gekoppeld aan een opera tionele gebiedsaanwijzing op basis van streek-, structuur- en bestemmingsplannen, waarbij een gebied wordt aangewezen voor enigerlei vorm van overheidsingrijpen (inrichting of beheer). In de gemeentelijke sfeer valt te denken aan stads- vernieuwings- en behoedingsgebieden en aan uitbreidings- en recreatiegebieden rond de kern, in de rijks- en regionale sfeer aan landinrichtings- en landschapsbeheersgebieden. Deze gebiedsaanwijzing zou met de nodige waarborgen, met name bezwarenbehandeling en goedkeuring door een hogere overheid, moeten worden omkleed. Het grote voordeel van het voorkeursrecht is het onmiddellijk in onderhandeling treden van gemeente met verkopers zowel over de prijs als over andere voorwaarden. Het recht is voor de gemeente aantrekkelijk, omdat zij door tijdige aankoop latere vertraging en prijsstijging kan voorkomen en tevens de totale kosten van uitvoering van bijv. stadsvernieuwings plannen kan beperken. Ook voor de betrokken verkopende eigenaren is het voorkeursrecht aantrekkelijk, omdat zij door de verkoop bevrijd worden van de onzekerheid aangaande de gevolgen van de tot uitvoering komende plannen waarin hun onroerend goed is gelegen. Zij kunnen nu naar bevind van zaken al die maatregelen treffen, die zij voor een rationele aanpassing aan die gevolgen wenselijk achten. Zij worden daarmee bewaard tegen verdere schade. Wel zal in geval de gemeente van het voorkeursrecht geen gebruik wenst te maken, aan de eigenaar een verkooprecht met koopplicht van de gemeente moeten worden gegeven, wanneer in ver band met het door de gemeenschap opgelegd inrichtings- of beheersregiem redelijkerwijs van hem niet gevergd kan wor den dat hij de eigendom blijft uitoefenen. De werkgroep wijst een voorkooprecht, dus het recht om in plaats van een ander te kopen, van de hand. 159

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1975 | | pagina 11