Boekbespreking
ngt 75
J. S. Keates: Cartographic design and production.
Uitgegeven door Longman Group Ltd. London.
240 pagina's (20 x 25 cm), 196 figuren, gebonden prijs 8.50.
ISBN 0582482836.
In dit goed geschreven boek worden de volgende onderwerpen
behandeld
I. De grafische basis van de kartografie met als subonder-
werpen de perceptie, symbolen, ontwerpen van kaarten,
reliëf, de voorstelling van natuurlijke en kunstmatige
elementen, speciale kaarten en de plaatsing van namen
op kaarten.
II. De technische basis van de kartografie met als sub-
onderwerpen: de tekeningdragers, reprofotografie, niet-
fotografische methoden, kleurenproefsystemen, het
drukken en automatisering.
III. Produktie, waarin „planning", compilatie, lijnkaarten,
lettering, „tint and tone", revisie en organisatie.
De auteur, die lang werkzaam is geweest in de kaartproduktie
en een jarenlange ervaring in het doceren op de Glasgow
University heeft, is erin geslaagd de lezers een zeer duidelijk
en systematisch overzicht te geven in de hierboven genoemde
hoofdstukken.
Natuurlijk kan men in een boek van deze omvang niet ver
wachten dat de vele onderwerpen uitputtend worden be
handeld. Dat is ook niet de bedoeling van de auteur geweest,
maar als inleiding tot de bestudering van de betreffende
kartografische onderdelen zal het zeker uitstekende diensten
bewijzen.
Van de beschreven onderwerpen valt vooral op de puntige
en zeer goede beschrijving van de hoogtevoorstelling op
kaarten met daarin vervat de relatie tussen de intensiteit van
de schaduwing en de belichting.
De inleidingen zijn zeer praktisch opgezet. De lezer wordt
direct betrokken bij de zich voordoende problemen en alleen
waar nodig, zijn de noodzakelijke theoretische inleidingen
gegeven.
Het is daarom wel jammer dat in zo'n goed boek over karto
grafie de reproduktie van de figuren niet steeds even geslaagd
genoemd kan worden. Het passen van de twee gebruikte
kleuren (rood- en zwart) is onder meer in de figuren no. 11,
35, 36, 47, 53 niet met de nodige zorg behandeld. Meerdere
malen vertonen de gerasterde delen in de figuren onzuiver
heden, terwijl de druk van gerasterde vlakken o.m. in de
figuren 128, 134, 144, 145 beter had kunnen zijn.
Ik ben er zeker van dat de drukker en uitgever de wensen van
de auteur een volgende keer meer eer zullen bewijzen.
De auteur zou in een volgende editie van zijn boek wellicht
het gebruik van positieve en negatieve magenta en grijs
rasters kunnen toevoegen aan zijn paragraaf over de repro
duktie van fotokaarten. Daarin zou dan ook het gebruik
van de termen „phototone" en „random dot" nog eens
kunnen worden betrokken. In de literatuur komt de term
„random dot" meer en meer als algemene uitdrukking in
zwang om alle niet m.b.v. een raster behandelde halftoon-
beelden aan te duiden.
De behandeling van de directe positieve lagen in de foto
grafie is wel wat erg summier uitgevallen. De niet profes
sionele lezer heeft daar behoefte aan iets meer theoretische
achtergrond.
De recensent steunt het voorstel van de auteur om de codes
en terminologie zoveel mogelijk te standaardiseren (pp. 219
en 220). De schrijver zelf zal daartoe als lid van Commissie
VI (Kartografische Technieken) van de International Carto
graphic Association de stoot kunnen geven.
Tot slot ait: de gemaakte opmerkingen hebben uiteraard een
positieve strekking. De hoge standaard van Keates' behande
ling van de onderwerpen en zijn grote praktische ervaring
staan al borg voor een goed boek. ledereen die op welke
wijze dan ook te maken heeft met de kartografie wordt het
bezit van dit boek ten volle aangeraden.
We hopen dat de schrijver zijn belofte, gedaan in het voor
woord, dat meer boeken zullen volgen, gestand zal doen.
L. van Zuijlen
H. L. Rogge: Register op landmeetkundige literatuur in Neder
land, 1961-1970. Publikatie van de Rijkscommissie voor Geo
desie, Thijsseweg 11, Delft. 328 blz.
Dit register is, in één woord, af. Nu zie ik de auteur bedenke
lijk kijken, want, nietwaar, er ontbreekt van alles aan, de
kartografische publikaties zijn niet opgenomen, en ook som
mige historische publikaties zijn noch in dit register, noch in
het voorgaande (over wijlen K. en L. 1935-1960, van dezelfde
auteur) vermeld. Maar ondertussen is de landmeetkundige
literatuur toch maar even verrijkt met een publikatie die deze
literatuur bijzonder toegankelijk maakt (ik was haast van
plan om Rogge de raad te geven dit register niet vergeten te
vermelden in het komende overzicht over de jaren '70-'80,
maar moest - hoe kan het anders - constateren dat hij zijn
vorige werkstuk in elk geval niét vergeten heeft).
Niet alles staat erin, nee, maar wel heeft Rogge in zijn vrije
tijd en met uiterste nauwgezetheid de volgende bronnen
verwerkt
1. Het Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde
(1961-1970)
2. Het orgaan van de Vereniging voor Kadaster en Land
meetkunde (1961-1970)
3. Het Huishoudelijk Orgaan van de Vereniging van Civiel-
landmeters en Geodetisch-ingenieurs (1961-1970)
4. Het maandblad „Geodesia" (1959-1970)
5. De „Ruilverkavelingsbode" (1961-1970)
6. De Lustrumboeken van het Landmeetkundig Gezelschap
„Snellius" (1940-1970)
7. De publikaties van het Laboratorium voor Geodesie
(t/m 1970)
8. De publikaties van het Laboratorium voor Geodetische
Rekentechniek (t/m 1970)
9. De publikaties van de Rijkscommissie voor Geodesie
(t/m 1970)
10. De ingenieursscripties van de Onderafdeling der Geo
desie van de Technische Hogeschool te Delft (1949-1970).
Over de inhoud kan ik verder kort zijn. Het register is een
alfabetische lijst met als ingangen auteur en trefwoord, door
elkaar heen. Een artikel dat onder verschillende trefwoorden
gerangschikt kan worden is ook inderdaad onder die tref
woorden terug te vinden. Dit is werk voor een vakman,
zowel op het terrein van de bibliografie als op het vlak van
de geodesie. Beide terreinen kent Rogge als geen ander, en
zijn grote werkkracht en enthousiasme daarbij hebben ge
zorgd voor dit prachtige stuk werk.
Ik geloof dat we Rogge geen groter eer kunnen bewijzen
voor wat hij gedaan heeft dan zijn register aan te schaffen
voor de uitermate bescheiden prijs van zegge en schrijve één
tientje (de auteur verdient er geen cent aan!). Doen!
René van der Schans
179