werkenmet deze dwangpunten is - zulks in afwijking
van de gebruikelijke gang van zaken - het tracé her
berekend door middel van het tracéprogramma TR
(zie hoofdstuk 5).
De luchtfoto in fig. 5 geeft een overzicht; ter her
kenning zijn de standplaatsnummers aangegeven.
4 De verdichtingsgrondslag voor bepaling van
dwangpunten en uitzetpunten
4.1 Verkenning1: betrouwbaarheid en precisie
Als basisopzet van de meetkundige grondslag geldt
het volgende:
- De standplaatsen worden wederzijds aangemeten
en vormen dus een „normale veelhoek".
- De standplaatsen worden zó gekozen, dat de aan-
sluitpunten (kringnet 1972) uit minstens twee
standplaatsen aangemeten kunnen worden.
- Te bepalen punten worden, indien ze niet dicht
bij een standplaats liggen, vanuit de twee stand
plaatsen aan weerszijden aangemeten.
In de schematische opzet, weergegeven in fig. 6,
zien we dat deze methode van nature leidt tot een
net, dat (gedeeltelijk) opgebouwd is uit de zozeer
gewenste gesloten figurenterwijl er in principe
minder standplaatsen nodig zijn dan bij de gewone
veelhoek.
Te bepalen punten
In dit geval is gekozen voor simultane bepaling van
dwangpunten (voor de herberekening van de as-
vergelijkingen) en uitzetpunten (voor de gevraagde
uitzetting van sporen). Elk reeds gebouwd kunst
werk betekent een dwangpunt, het 240 m lange
Meerzichtviaduct zelfs twee: in fig. 7 zijn de be
tonnen randen voor de vaste spooropleggingen te
zien.
Als uitgangspunt geldt, dat de te bepalen punten
niet uit ongecontroleerde waarnemingen bepaald
t j Fig.6*
Fig. 5. Zoetermeer in vogelvlucht (zomer '75).
ngt 75
- '7 BePa''ng van 7 punten
Boven: vijf „wegwerp-
o standplaats standplaatsen", gesloten
figuren
V" n ip Onder: twee klassieke
7 veelhoeken: tien stand-
plaatsen.
165