Agenda
ngt 76
Rekening houden met ander gebruik
Bij de waardebepaling wordt dus uitgegaan van het bestaande
gebruik. Als uitsluitend en enig criterium echter achten de
bewindslieden het bestaande gebruik te beperkt. Ook andere
vormen van gebruik zijn denkbaar zonder dat de toekomst
verwachtingen, die het wetsontwerp wil buitensluiten, een
rol spelen. Met het oog daarop laat het wetsontwerp de
mogelijkheid open, bij de waardebepaling van onroerend goed
binnen bepaalde grenzen rekening te houden met ander ge
bruik dan het bestaande.
Ander gebruik van grond
Bij grond (ongebouwd onroerend goed) moet het dan gaan
om gebruik waarvoor de grond technisch geschikt is en waar
naar ter plaatse ook vraag is. Weiland zal bijvoorbeeld als
tuinbouwgrond kunnen worden gewaardeerd als het daar
voor geschikt is en ter plaatse ook vraag naar tuinbouwgrond
bestaat.
Onder die voorwaarden kan men dus een andere vorm van
landbouwexploitatie in aanmerking nemen. De hoedanigheid
van „ongebouwd" moet echter altijd behouden blijven.
Nu kan het zijn, dat voor dat ander landbouwgebruik be
paalde constructies nodig zijn. Het wetsontwerp zegt daarom
dat schuren, kassen en daarmee gelijk te stellen bedrijfs
gebouwen van eenvoudige constructie het karakter van „on
gebouwd" niet verloren doen gaan.
Ander gebruik van gebouw
Ook een gebouw kan onafhankelijk van te verwachten ont
wikkelingen in verband met een bestemmingsplan voor
andere doeleinden gebruikt worden. Een pand dat als woon
huis in gebruik is, kan soms ook als kantoor worden gebruikt.
Als er ter plaatse vraag naar dergelijke kantoorruimte bestaat,
kan daarmee bij de waardebepaling rekening worden ge
houden. Om een bestaand gebouw voor ander gebruik ge
schikt te maken zullen vaak voorzieningen en veranderingen
nodig zijn. Het wetsontwerp laat die toe, maar ze mogen niet
zover gaan dat het gebouw geheel of nagenoeg geheel ervoor
moet worden afgebroken. Als bijvoorbeeld alleen de buiten
muren overeind zouden blijven, kan men naar de mening van
de bewindslieden niet meer spreken van een bestaand ge
bouw.
Invloed van bestemmingsplan op gebruikswaarde van
landbouwgrond
In bepaald opzicht vragen de bewindslieden nog bijzondere
aandacht voor het landbouwbedrijf. Een bestemmingsplan
kan namelijk bij bestaand gebruik de waarde van landbouw
grond drukken. Het komt steeds meer voor dat in zo'n plan
bepalingen worden opgenomen die het agrarisch gebruik van
de grond beperken. Bijvoorbeeld: de verkaveling mag niet
gewijzigd worden, de aard van het gebruik mag niet ver
anderen, enz.
Volgens het wetsontwerp mag bij onteigening van landbouw
grond deze waardedrukkende werking van een bestemmings
plan worden weggedacht (onder landbouw vallen onder
andere ook pluimveehouderijen, bloemkwekerijen, boom
kwekerijen en bedrijven voor bloembollenteelt). De bewinds
lieden brengen in de Memorie van Toelichting op het wets
ontwerp tot uitdrukking, het gerechtvaardigd te vinden voor
de landbouw de invloed van waardeverminderende voor
schriften buiten beschouwing te laten, voor zover deze voort
vloeien uit bestemmingsplannen en gericht zijn op de als
landbouwgrond in gebruik zijnde onroerende goederen. In
geen andere sector hebben deze beperkende bepalingen de
zelfde betekenis als in de landbouw. Het gaat hier niet om
beperkingen als die welke voortvloeien uit de Hinderwet en
de bouwverordening. Artikel 49 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening geeft de mogelijkheid aan de eigenaar een
naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe te kennen,
wanneer de schade die hij tengevolge van de bepalingen van
een bestemmingsplan lijdt, redelijkerwijze niet of niet geheel
te zijnen laste behoort te blijven. Is op grond hiervan of op
grond van enige andere wettelijke regeling een tegemoet
koming gegeven, dan wordt deze uiteraard in mindering
gebracht.
De ligging van het goed
Bij de waardebepaling van onroerend goed mag men volgens
het algemeen uitgangspunt van het wetsontwerp geen reke
ning houden met de ligging van het goed met het oog op
toekomstig gebruik volgens het bestemmingsplan. De ligging
kan echter van invloed zijn op de bestaande gebruikswaarde.
Daarmee zal wel rekening worden gehouden.
Landbouwgrond, bijvoorbeeld vlakbij een woonkern of bij
bepaalde wegen of kanalen, kan juist daardoor een hogere
gebruikswaarde hebben dan ongunstiger gelegen grond, al
zou die overigens ook gelijkwaardig zijn. Ook bijvoorbeeld
bij bedrijfspanden in stad of dorp kan de ligging meetellen.
De een kan gunstiger gelegen zijn dan de andere en daardoor
een hogere gebruikswaarde hebben.
Bodem in systeem van gebruikswaarde
Het wetsontwerp legt een bodem in het systeem van de ge
bruikswaarde. De eigenaar kan in ieder geval rekenen op
vergoeding van de waarde die het goed op het tijdstip van
inwerkingtreding van de nieuwe wet had naar het oude recht.
Dit betekent dat de toekomstverwachtingen die er tot op dat
moment waren, geheel en al meespelen bij de waardebepaling.
BROCHURE ITC
Van de samensteller ir. H. L. Rogge ontvingen we een
brochure, waarin een overzicht wordt gegeven van de activi
teiten van het ITC en zijn afdelingen. Deze brochure werd
vervaardigd ter gelegenheid van een „open dag" op 13 sep
tember jl., in het kader van de feestelijkheden bij het 650-
jarig bestaan van de stad Enschede. In 64 rijk-geïllustreerde
bladzijden worden o.a. behandeld: fotogrammetrie, lucht
fotografie, cartografie, het gebruik van de computer, geo
grafie en geomorfologie, geologie, bodemkunde, bosbouw,
vegetatiekunde, urban surveys en mijnbouw.
19 maart 1976
Nederlandse Vereniging voor Geodesie
Koninklijk Instituut voor Ingenieurs,
sectie Cultuurtechniek
Koninklijk Genootschap voor Landbouw
wetenschap, studiekring Cultuurtechniek
Vereniging voor Agrarisch Recht
Studiedag „Interim-nota Landinrichtingswet"
Delft, Aula TH
maart 1976
Officiële opening nieuwe geodesiegebouw Delft
maart 1976
Nederlandse Vereniging voor Geodesie
Viering eerste lustrum
12