Ingekomen Literatuurinformatie REACTIE OP EEN BESPREKING In liet vorige nummer van het NGT deed Van der Schans verslag van zijn bevindingen van het Snellius-lustrumboek 1970-1975. De lustrumboekcommissie was zeer ingenomen met de uitgebreide en van een aandachtige lezing getuigende bespreking van Van der Schans. Het is een prettige ervaring te bemerken dat anderen tijd besteden aan en interesse tonen voor datgene wat het resultaat is van je werkzaamheden als commissie. Met name het feit dat het serieus bedoelde toch ook serieus genomen wordt en niet als „studentenwerk" wordt afgedaan geeft ons het gevoel dat een van onze doel stellingen gerealiseerd is. Een andere doelstelling, een ruime afzet op grond van de actualiteit en het belang van de behan delde onderwerpen, is tot onze verbazing nog slechts voor een deel realiteit geworden. Doch dit terzijde. De bespreking van Van der Schans geeft toch nog wel aan leiding tot het plaatsen van enige kanttekeningen. Allereerst zijn bijdrage aan het boek. Het is bijzonder jammer dat hij bij het duidelijk maken van zijn ideeën een overheersend negatieve benadering gebruikt. Het doet niets af aan de in houd maar het leest een stuk minder prettig en overschaduwt zijn ideeën over de aanpassing van de geodetische studie en de noodzaak van die aanpassing. Deze benadering kenmerkt ook zijn bespreking en doet daarmee geen recht aan een aantal auteurs. In zijn bespreking noemt hij twee duidelijke punten van kritiek nl. het ontbreken van een standpunt van de studenten over de geschetste ontwikkeling en de onduidelijke plaats van de geodeet in deze ontwikkelingen. Wat het eerste punt betreft heeft Van der Schans helaas volledig gelijk en hij onderstreept hiermee de passieve en weinig geïnteresseerde opstelling van een groot deel van de studentengemeenschap. Ten tweede mist hij een positie-bepaling en een functie analyse van de geodeet in deze ontwikkelingen. Het komt over als een verwijt aan de auteurs en de lustrumboek commissie. Hij had ook tot de conclusie kunnen komen dat het kennelijk bijzonder moeilijk is om de positie van de geodeet ten opzichte van zijn omgeving in een x, een y en een z-coördinaat uit te drukken en precies aan te geven welke parameters deze positie bepalen. Wat betreft het uit de verf komen van de geodetisch ingenieur zou je op kunnen merken dat je aan een voortreffelijk schilderij ook niet altijd kunt zien welke meester het kunst werk heeft geschapen. De visie van Van der Schans op het lustrumboek is een van de vele visies (zoveel lezers zoveel meningen). De lustrum boekcommissie zal het waarderen als enkele lezers hun licht over dit boek zouden willen laten schijnen en het resultaat ervan te publiceren. Dit boek dat waard is om gelezen te worden is te verkrijgen d.m.v. overschrijving van ƒ16,4,verzendkosten) op giro 1997507 t.n.v. Penningmeester lustrumboekcommissie „Snellius" te Delft. Namens de lustrumboekcommissie, J. Huisman 14 Allgemeine Vermessungs-Nachrichten 82(1975)8/9 Rinner: Neue Aspekte der Hochschulausbil- dunginderGeodasie. -Aeschlimann: Der neue Skalentheodolit Kern Kl-S. - Hasse: Genauigkeitsuntersuchungen zu Justier- verfahren für Nivellierinstrumente. - Reiser: Die Messung kleiner Neigungen und Neigungsanderungen. - Tiemann: Planungswertausgleich und Probleme der Wertermittlung. - Gerardy/Möckel/Tiemann: Zur Ermittlung von Grundstücks- werten. 82(1975)10 Kahmen: Die Dritte Geodatische Woche Köln 1975. - Koch: Ein allgemeiner Hypothesentest für Aus- gleichungsergebnisse. - Heck: Die Genauigkeit eliminierter Unbekannter bei regularen und singularen Ausgleichungs- problemen. - Rummel: Zeitvergleichsmessungen mittels Fernsehn-Bildsynchronisationsimpulsen. - Franko: Quer- profilaufnahme - nur mit Winkelmessungen. - Neisecke: Ein Schiedsgutachten über Erbbaurechte. 82(1975)11 Meier-Hirmer: Frequenzuntersuchungen am Mekometer ME 3000. - Fleischer/Ritter/Weiser: Verglei- chende Untersuchungen von Nahbereichsentfernungsmessern 1974 im Testnetz Wendhausen. - Hauser: Praktische Erfah- rungen beim Einsatz des AGA Geodimeters 700 bei der kom- munalen Katastervermessung. - Strobel: Bezeichnung be- bauter Flurstücke bei der Automation des Liegenschafts- katasters. 82(1975)12 Hirsch: Geodatische Woche Köln 1975. - Bertinchamp: Der 24. Deutsche Kartographentag in Köln vom 22. bis 28. Mai 1975. - Schmitt: Generalversammlung der 1AG im Rahmen der XVI. Generalversammlung der IUGG, Grenoble 1975. - Draheim: 42. CP Sitzung der FIG. - Kahmen/Schaffrin: Mathematical Methods in Physical Geo desy, Sixth Symposium on Mathematical Geodesy, Third Hotine Symposium. - Heckmann: 3. Lehrgang Numerische Photogrammetrie. - Ranch: Stellungnahme zu dem Bericht ,,Deutsches Vermessungswesen 1950-1975" im Mai-Heft 1975. - Gerardy/Möckel/Tiemann: Zur Ermittlung von Grundstückswerten. - Grassmann: Ermittlung des Verkehrs- wertes von Hintergebauden, die aus Sanierungsgründen be- seitigt werden müssen. - Bartelme/Meissl: Ein einfaches, rasches und numerisch stabiles Verfahren zur Bestimmung des kiirzesten Abstandes eines Punktes von einem spharoi- dischen Rotationsellipsoid. - Leonhard: Leistungssteigerung durch organisatorische Massnahmen. Geodesia 17(1975)7/8 Meerdink: Het opstellen van voorwaarden bij kringnetten en de betekenis hiervan voor de toetsing, precisie en betrouwbaarheid. - Van Weelde: Het eeuwfeest van „Hydrografie". 17(1975)9 Van der Zee: Computer en vastgoedadministratie. - Ten Damme: Tien jaar primair hydrostatisch waterpassen. 17(1975)10 Masee: Controlemetingen bij de installatie van constructiewerk. 17(1975)11 Eckhart: Architectuur van programmatuur. - Vonk: Publiciteitsstelsels. ngt 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 16