Proeve van een procedure voor stedelijke herverkaveling* C. A. M. Hompe, W. A. M. van der Made en G. J. Th. M. van Valkenhoef 1 Aanleiding tot het onderzoek In de loop van de zestiger jaren groeide de behoefte de stadsvernieuwingswerken te bundelen in één ge ïntegreerd kader, enerzijds ten gevolge van de toe nemende zorg voor het oude woningbestand en anderzijds door de gewijzigde visie op de functie van de binnenstad en de er om heen liggende 19e eeuwse wijken. Op het einde van de zestiger jaren werd als moge lijkheid voor deze bundeling de toepassing van de procedure voor de agrarische ruilverkaveling op het stedelijk gebied geopperd, zij het in gewijzigde vorm en onder de naam van stedelijke herverkaveling. Het was vooral de studie van de Werkgroep Stede lijke Verkaveling van het Instituut voor Bouwrecht, die in dit opzicht baanbrekend werk heeft verricht, zowel voor de ontwikkeling van de hoofdlijnen van een wet op de stadsvernieuwing in het algemeen als voor die van een stedelijke herverkavelingsprocedure in het bijzonder. Het daarop voortbouwende voor ontwerp voor een dergelijke wet van de door de Minister en Staatssecretaris ingestelde Werkgroep Aanvullende Regeling Stadsvernieuwing behelsde alleen een summiere regeling van de stedelijke her verkavelingsovereenkomst, doch bij de nota van aanbieding aan de Tweede Kamer verklaarden de huidige bewindslieden zich mede voorstander van een wettelijke herverkavelingsprocedure. Een en ander was aanleiding tot de onderhavige studie van een tweetal studenten van de Onderafdeling der Geodesie, aanvankelijk als student-assistent en later voor hun afstudeerscriptie, de heren C. Hompe en W. van der Made in samenwerking met de stede- bouwkundige ingenieursassistent ir. G. T. M. van Valkenhoef. 2 Probleem- en taakstelling Drie vragen moesten door het onderzoek naar de toepassing van ruilverkaveling in het stedelijk ge bied beantwoord worden, te weten ngt 76 „Is stedelijke herverkaveling uitvoerbaar?" „Zo ja, in welke gevallen?" „Hoe moet zij dan toegepast worden?" Voor het onderzoek kon dan ook de volgende taak stelling geformuleerd worden: „Ontwikkel aan de hand van de wetgeving voor de agrarische ruilverkaveling een procedure voor stede lijke herverkaveling, en onderzoek of deze proce dure een oplossing biedt voor de problemen van de stadsvernieuwing." Daarbij was het noodzakelijk een juridische aan vulling te geven op de wetgeving met betrekking tot het stedelijke gebied, teneinde de te ontwerpen pro cedure voor stedelijke herverkaveling in de wet geving in te kunnen passen, zodanig dat doel en middelen van de herverkaveling aansloten bij de totale stadsvernieuwingsaanpak. 3 Uitgangspunten Bij de ontwikkeling van de wetgeving voor het stedelijke gebied en van de procedure voor stedelijke herverkaveling, waren een vijftal punten van belang: a. de gemeente behoeft actieve uitvoeringsmiddelen om de problemen van stadsvernieuwingsgebie den aan te kunnen pakken. b. de inspraak moet maximaal en goed geregeld zijn. c. de stadsvernieuwing wordt uitgevoerd t.b.v. de gebruikers van verouderde opstallen en een ver ouderde stedebouwkundige structuur. d. de op uitvoering gerichte plannen moeten een grote mate van flexibiliteit bezitten om proces matige planvorming mogelijk te maken. e. de te ontwikkelen procedure voor stedelijke her verkaveling moet toepasbaar zijn voor verschil lende soorten stadsvernieuwingsgebieden. Deze vijf punten zijn bij de gemaakte keuzen en de geponeerde voorstellen van doorslaggevende bete kenis geweest. 4 Aard van de problematiek De problemen, waarmee stadsvernieuwers gecon fronteerd worden, vinden hun oorzaak in de his torische ontwikkeling van de stad, en van de volks huisvesting en het beleid dat daaromtrent is ge- Samenvatting overgenomen uit de gelijknamige publikatie (nr. 5) in de reeks „Publikaties over planologische en technisch-administratieve geodesie". Nog verkrijgbaar bij K.. Mulder, Laboratorium voor Geodesie, Thijsseweg II, Delft. 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 15