hoe zou een ander in deze situatie gehandeld hebben)
en het waardedenken (juridisch denken is denken
binnen een systeem van waarden en slechts in
ondergeschikte mate binnen een systeem van
regels). Elk type denken heeft zo zijn voor- en
nadelen; deze tracht ik als niet-jurist zo goed en zo
kwaad als 't gaat in het college aan te stippen.
3.5 Ruilverkaveling
De ruilverkavelingsprocedure is uitermate geschikt
om alle in eerdere colleges behandelde onderwerpen
nog eens de revue te laten passeren. Ruilverkaveling
in een probleemoplossingsproces, een van de wei
nige waarin de geodeet bewust in onze leefwereld in
grijpt. Om te kunnen verkavelen moeten er kaar
ten en administraties worden vervaardigd: waar
neming en beschrijving, met toepassing van land
meetkundige, fotogrammetrische, kartografische en
administratieve technieken. Er moet worden ge
waardeerd: bepaling van ruilwaarden bij de eerste
schatting, belangenafweging bij de toedeling, nuts-
bepaling, kostenomslag, verrekening van over- en
onderbedeling. Bij de procedure moeten er rechts
regels worden gehanteerd, soms zeer vage, zowel van
procedurele aard (tervisieleggingen, bezwarenbe-
handeling) als van zakenrechtelijke.
Op het college analyseer ik de procedure (heel glo
baal) met behulp van het probleemoplossingsschema
en laat ik ook duidelijk de knelpunten zien, b.v.
waar belangen van landbouw en landschap met
elkaar botsen. Als ingenieur werk je hier in het
spanningsveld van overheidsbeleid, wetgeving en
belangen van betrokkenen. Dat heb je gemeen met
de jurist. Het spreekt hierbij zeker niet vanzelf, dat
je als ambtenaar loyaal uitvoerder van door de
overheid uitgestippeld beleid, legistisch toepasser
van rechtsregels, of gemakzuchtig opvolger van de
wensen van de belanghebbenden bent. Aan alle
drie voldoen is onmogelijkJe moet zélf een beleid
voeren, zélf kiezen in botsende situaties,je kunt niet
waardevrij handelen.
Tot de ruilverkavelingsprocedure behoort ook het
opmaken van het plan van toedeling, een ontwer
pende activiteit van de ingenieur. Bij dit ontwerpen
kan hij gebruik maken van een gedeeltelijk geauto
matiseerd toedelingssysteem, ATOR. Ik behandel
het in een twee-uurscollege. Aan zo'n geformali
seerd ontwerpsysteem is heel goed duidelijk te
maken de scheiding tussen de constructie, de syn
taxis, van het gehanteerde rekenmodel en de bepa
ling van de daarin voorkomende variabelen (waar
onder waarderingsfactoren), de semantische kant,
door o.a. waarneming van de werkelijkheid. Verder
worden in het ATOR-systeem met behulp van een
waardefunctie handelingen tegen elkaar afgewogen,
een goed voorbeeld van een geautomatiseerd be
slissingsproces.
Ook laat ik zien, dat de ontwikkeling, toepassing en
evaluatie van ATOR ook een probleemoplossings
proces vormt.
4 Nabeschouwing
Mijn aandeel in het college „Inleiding Geodesie",
zoals ik dat hiervoor heb geschetst, is nog volop in
ontwikkeling. Het geraamte is er, maar de delen
moeten nog wat beter op elkaar worden afgestemd,
en ook moet de nogal abstracte materie worden
aangevuld met duidelijke praktijkvoorbeelden. Het
minst zint me het deel over waarden, daar zal nog
veel aan geschaafd moeten worden om het beter te
laten aansluiten aan het probleemoplossingsproces.
Het waarnemen en beschrijven wil ik wat meer ba
seren op de verzamelingenleer, zoals die op het
VWO wordt onderwezen en waar naar mijn idee
nog veelte weinig gebruik van wordt gemaakt op de
TH.
Ik besef heel goed, dat diverse onderdelen van m'n
colleges de deskundigen de haren te berge zouden
doen rijzen (een enkele keer maak je dat wel eens
mee). Maar wat is het alternatief? Losse colleges
door deskundigen, zonder iemand die het aan elkaar
praat (zoals het college Inleiding Maatschappij
wetenschappen, dat vorig jaar gegeven werd en nu
gelukkig is afgeschaft)? Of sommige onderwerpen,
zoals het waarderen, maar helemaal niet behandelen
en je beperken tot veiliger onderwerpen?
Ik pretendeer niet dat ik over alle behandelde
onderwerpen de laatste wetenschappelijke inzichten
kan laten zien, wel is het mijn opzet de studenten
in een vroeg stadium van hun studie met verschil
lende denkwijzen te confronteren. Misschien vinden
studenten het vreemd dat hun niet gezegd wordt
ngt 76
55