gronden èn opstallen betreft, over de waardering waarvan wij vanochtend het nodige hebben ge hoord. 2.3 Waardering van gronden en opstallen bij erfpacht Rest mij in dit kader van de verwerving nog iets te zeggen over de waardering van gronden en opstallen die in erfpacht zijn uitgegeven, en waarover de ge meente thans weer dient te beschikken. Het erfpachtsrecht gaat bij het gemeentelijk uit- giftebeleid in den lande een steeds belangrijker rol spelen. In Amsterdam is deze wijze van uitgifte al ontstaan aan het eind van de vorige eeuw. Het is dan ook niet te verwonderen dat wij hier in de stadsvernieuwingsgebieden ook te maken krijgen met gronden die in erfpacht zijn uitgegeven. Eén van de gebieden die vrijwel geheel in erfpacht is uitgegeven is de zogenaamde Indische Buurt, ge bouwd in de jaren 1920-1925. Deze buurt vertoont thans aanzienlijke funderingsgebreken met als ge volg sloopaanschrijvingen of aanschrijvingen tot het staken van het gebruik. Het gebied is nog zo jong dat de stedebouwkundige opzet - de structuur - in het algemeen nog als zeer aanvaardbaar wordt ervaren. Particulieren zouden derhalve in de be staande rooilijn kunnen herbouwen. Door het ver spreide en kleine particuliere bezit komt daar echter weinig van terecht. Wat nu te doen om deze slechte percelen in handen van de gemeente te brengen op dat nieuwbouw van grotere eenheden kan plaats vinden. Het stelsel van erfpacht wordt vaak ook daarom zo aangeprezen omdat de gemeente weer snel over deze percelen zou kunnen beschikken wanneer dat voor uitvoering van werken nodig is en dan tegen een relatief laag bedrag, door eenvoudig tot ont binding van het recht over te gaan. Zo eenvoudig is het echter niet. In het geval van de Indische Buurt in Amsterdam heeft de uitgifte plaatsgevonden onder de Algemene Bepalingen van 1915. Er bleken in principe twee mogelijkheden aanwezig om de volle eigendom weer in handen te krijgen. De eerste mogelijkheid stoelde op artikelen van bedoelde Algemene Bepalingen, waarin de verplichting van de erfpachter is opgenomen de erfpachtsgrond be bouwd te houden. Wordt hieraan niet voldaan, dan kan tot vervallenverklaring van het recht worden overgegaan. De procedure die daarvoor is aangegeven - duidelijk ten behoeve van de rechtszekerheid van de erf pachter - is zo ingewikkeld en langdurig dat ze zich alleen maar leent voor incidentele gevallen, waarvoor ze kennelijk ook in het leven is geroepen, en niet voor een massale aanpak zoals thans nodig is in de Indische Buurt. Een andere mogelijkheid is het erfpachtsrecht te doen eindigen bij raadsbesluit. Dit kan volgens diezelfde Algemene Bepalingen te allen tijde indien uit een besluit van de gemeente raad blijkt dat het verkrijgen van de beschikking over de in erfpacht uitgegeven gronden nodig is om onder meer uitvoering te kunnen geven aan een in het belang van de volkshuisvesting vastgesteld bouwplan. Dezelfde Algemene Bepalingen van het erfpachts recht geven voorts nauwkeurig aan op welke wijze de schadevergoeding moet worden bepaald, die aan de erfpachter dient te worden uitgekeerd. Deze vaststelling dient door deskundigen te geschieden. Vergoed wordt de waarde van de opstal - dat is de gangbare verkoopwaarde van het perceel verminderd met de grondwaarde. Dit zou betekenen dat voor een perceel met een gesloopt pand niets wordt be taald. De gemeente is echter bereid toch wel iets te geven als premie op een minnelijke regeling. 3 De waardering van gronden bij uitgifte In principe maakt het geen verschil of men bij deze uitgifte denkt aan verkoop of erfpacht. Ook hier zou ik weer de onderverdeling in uitbreidingsge bieden en stadsvernieuwingsgebieden willen maken. 3.1 Uitgifte van gronden in uitbreidingsgebieden Het theoretische model van de grondprijsbepaling kan eigenlijk alleen maar op de uitbreidingsgebie den worden toegepast. Wij doen dit als volgt. Voor een bepaald complex wordt een grondexploi- tatieopzet gemaakt, waarin opgenomen de totale kosten die gemaakt moeten worden om het gehele complex bouwrijp te maken. Hieronder worden be grepen de kosten van verwerving, de kosten van de noodzakelijke ophoging, de kosten van aanleg van 44 ngt 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 6