Aparte beheerswet In aansluiting op de voorstellen in de „Nota betreffende de relatie tussen landbouw en natuur- en landschapsbehoud" wordt een aparte wettelijke regeling voorgesteld ten behoeve van het beheer van gronden met functies van natuur- en landschapsbehoud. De wettelijke regeling zou met name moeten voorzien in de bescherming van de individuele bur gers en tevens meer zekerheid kunnen bieden op langere termijn o.a. ten aanzien van de mogelijkheden van ver lenging. De materie van de beheersovereenkomsten maakt enerzijds onderdeel uit van het landbouwbeleid, anderzijds van het beleid voor natuur- en landschapsbehoud. De wettelijke regeling zal dan ook onder medeverantwoordelijkheid van de staatssecretaris van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk tot stand moeten komen. Grondverwerving, voorkeursrecht en onteigening In landinrichtingsprojecten kan door de beschikking over gronden voor de landbouw zowel de ruiling van gronden als de bedrijfsvergroting beter verlopen, terwijl de verwezen lijking van niet-agrarische doeleinden belangrijk wordt be vorderd. Naast de mogelijkheden voor grondverwerving, zoals die in de huidige ruilverkavelingen plaatsvindt, worden in de Interim-nota twee nieuwe mogelijkheden genoemd: te weten een voorkeursrecht voor de overheid en de mogelijk heid tot onteigening in het kader van herinrichting. Een voorkeursrecht voor de overheid ter verwerving van gronden in landinrichtingsgebieden wordt in overweging ge geven. Voorgesteld wordt om het voorkeursrecht alleen selec tief toe te passen, afhankelijk van de verwachte noodzaak en van de beoordeling van het aanbod in het betrokken gebied. De Stichting Beheer Landbouwgronden lijkt, gezien haar taak, de aangewezen overheidsinstantie om het voorkeurs recht op grond van de Landinrichtingswet uit te oefenen. Verder wordt voorgesteld de onvrijwillige grondafstand ten behoeve van de uitvoering van wegen en waterlopen en ten behoeve van de toewijzing van kavels aan openbare lichamen voor ruilverkaveling te handhaven. Het maximum van beide zou samen niet meer dan 5% van de waarde van het blok mogen bedragen. Ten behoeve van herinrichting kan de af trek voor wegen en waterlopen eveneens worden gehand haafd. Aangezien de behoefte aan grondverwerving voor andere dan agrarische doeleinden genoemde 5% te boven kan gaan, wordt voorgesteld om in de herinrichting de mogelijk heid tot onteigening in te voeren. Daartoe zou aan de Ont eigeningswet een titel moeten worden toegevoegd, op grond waarvan de onteigening ter verwezenlijking van een land inrichtingsplan mogelijk is. Dc procedures Naast de te handhaven procedures voor de ruilverkaveling wordt op grond van de veelzijdige doelstelling van de ge- gewenste inrichting in verschillende gebieden een nieuwe procedure voorgesteld voor herinrichting van een gebied. Opklimmend naar de mate zij meer ingrijpen, kunnen de voor gestelde procedures als volgt worden gerangschikt: - de ruilverkaveling bij overeenkomst (kavelruil); - de ruilverkaveling; - de herinrichting. De ruilverkaveling In de Landinrichtingswet zullen de ruilverkaveling bij over eenkomst en de ruilverkavelingen uit kracht van wet uit de Ruilverkavelingswet 1954 worden overgenomen. Voor ge bieden. waar na afweging van de belangen in het kader van plannen van ruimtelijke ordening landbouwkundige doel stellingen domineren, is ruilverkaveling de aangewezen vorm van landinrichting. Voor dc wettelijke ruilverkaveling zal het besluit tot uitvoering op dezelfde wijze aan de grondeigenaren en -gebruikers worden overgelaten, als in de recent gewijzigde Ruilverkavelingswet is geregeld. De algemene procedure van de wettelijke ruilverkaveling zal alleen op onderdelen worden gewijzigd, waar ervaringen en veranderde zienswijzen daartoe aanleiding geven. Bijvoorbeeld zou het in het voornemen kunnen liggen tot het wettelijk regelen van bijzondere vormen van ruilverkaveling, die vooral ten doel hebben de procedures te bekorten. Hierbij wordt gedacht aan: - projecten zonder of met in beperkte mate uit te voeren werken: de administratieve ruilverkaveling; - projecten, waarvoor na een meer uitvoerige voorbereiding een versnelde uitvoeringsprocedure wordt nagestreefd: de eenvoudige ruilverkaveling. Bij de laatstgenoemde vorm van ruilverkaveling wordt ge dacht aan een procedure, waarbij de onderdelen die onder de huidige wet tijdens de uitvoering plaatsvinden, naar de voor bereidingsperiode worden verschoven. Hierdoor kan worden bereikt, dat de gerechtigden vóór de stemming meer geïnfor meerd zijn over het ruilverkavelingsplan en derhalve beter gemotiveerd kunnen stemmen. Tevens kan de uitvoerings duur worden verkort, hetgeen vooral voor de in de ruil verkaveling betrokken boeren van groot belang moet worden geacht. De herinrichting In de Landinrichtingswet zal de herinrichtingsprocedure worden geïntroduceerd als vorm van landinrichting van ge bieden, waar naast agrarische in sterke mate niet-agrarische doelstellingen moeten worden behartigd. Volgens de voor stellen dient de herinrichting dan ook in nauwe onderlinge afstemming met de ruimtelijke ordening plaats te vinden, waarbij met name aan het streekplan wordt gedacht. Voor de noodzakelijke grondverwerving dient zo nodig onteigening mogelijk te zijn. Aangezien de te behartigen belangen verder reiken dan die van de grondeigenaren en -gebruikers, dient een vertegenwoordigend lichaam met de uitvoering van de herinrichting in te stemmen. In verband met de na te streven doelstellingen en de samenhang met het streekplan lijken Provinciale Staten het hiervoor meest aangewezen college. De Kroon neemt, gezien de betrokkenheid van de rijks overheid, de uiteindelijke beslissing over het al of niet door gaan van de herinrichting. De herinrichting zou toepassing vinden in gebieden, waar bijvoorbeeld ten behoeve van natuur- en landschapsbehoud of voor landschapsverzorging veel gronden moeten worden verworven. Voorts kan aan her inrichting worden gedacht voor landelijke gebieden, die sterk onder stedelijke invloed staan of voor gebieden, die ernstig worden doorsneden door een kanaal, een autoweg of een leidingstraat. Inspraak en rechtsbescherming Het lijkt noodzakelijk, dat de belangen van betrokkenen zoveel mogelijk gediend worden en dat ieder, die een recht heeft op gronden in het gebied in zijn rechten wordt be schermd. Daarvoor zal in de te ontwerpen procedure op daarvoor geëigende momenten aan een ieder gelegenheid tot inspraak worden gegeven en moeten de rechten door ge- eigende procedures worden gewaarborgd. Voorafgaand aan een nieuwe eigendoms- en gebruiks- indeling zouden grondeigenaren en -gebruikers op de wens- zittingen individuele verlangens kunnen uitbrengen voor de nieuwe kavelindeling, opdat de landinrichtingscommissie daarmee rekening kan houden. Ten aanzien van de bescherming van de rechten tegenover de overheid is voorgesteld, in de Landinrichtingswet het systeem van de Ruilverkavelingswet in grote lijnen over te nemen. (Persbericht d.d. 22 maart 1976) 72 ngt 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 16