IN MEMORIAM
J. M. H. HEINES
Op 21 februari 1976 is in Horn overleden Joseph Mathieu
Hubert Heines. De redactie van het Nederlands Geodetisch
Tijdschrift heeft mij verzocht een artikel te zijner nagedach
tenis te schrijven. Als reden werd genoemd, dat ik het langst
met hem zou hebben samengewerkt. Ik heb het verzoek
graag aanvaard, niet alleen omdat ons samenwerken in het
oude gebouw van het Kadaster, gelegen aan het Buitenhof in
Den Haag, na zijn pensionnering nog meer dan 6 jaren is
voortgegaan, maar ook omdat een prettige vriendschap was
ontstaan, waarin onze families zijn gaan meedelen.
Heines werd geboren te Reuver (Limburg) op 9 april 1886
en is dus bijna 90 jaren oud geworden.
Hij slaagde voor het vergelijkend examen van adspirant-
landmeter en begon op I december 1905 in Roermond aan
zijn opleiding voor het ambt van landmeter van het Kadaster.
In 1907 werd hij verplaatst naar Rotterdam, waar hij in de
gelegenheid werd gesteld de colleges en practica in land
meten en waterpassen te volgen aan de T.H. te Delft.
Na nog een jaar tewerkstelling bij de hermeting van Enschede
werd hij, na met gunstig resultaat het examen voor landmeter
van het Kadaster te hebben afgelegd, ingaande 1 augustus
1909 in die rang benoemd. Een jaar later werd hij tot zijn
genoegen verplaatst naar 's-Hertogenbosch waar hij ruim
20 jaar zou wonen en werken.
Daarna, ingaande I januari 1931, werd hij verplaatst naar
Maastricht en aangewezen als hoofd van het bureau II aldaar.
Op 1 augustus 1940 werd Heines benoemd tot plv. Ingenieur-
Verificateur te 's-Gravenhage, omdat de fungerend I.V., de
heer Houben, tijdelijk de taak van de Inspecteur van het
Kadaster moest waarnemen. Op 1 maart 1942 werd Heines
definitief benoemd tot Ingenieur-Verificateur te Den Haag.
In 1947 werd Heines benoemd tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau. Op 1 mei 1951 na het bereiken van de pen
sioengerechtigde leeftijd werd hem eervol ontslag verleend,
met dank voor de bewezen diensten.
Nog was zijn taak niet ten einde. Hem was al in 1947 gevraagd
om samen met de hypotheekbewaarder C. J. Kluvers de In
structie Kadaster (I.K.) te herzien en na zijn pensionnering
kreeg hij de gelegenheid meer tijd aan dat grote werk te be
steden. Zijn dienstverband werd tenslotte op 1 september
1957 beëindigd. Zijn vrouw wilde ook wel eens „met pen
sioen" en zodoende verhuisde het echtpaar Heines naar een
verzorgingsflat in Maastricht, waar zij nog bijna 16 jaar
samen gelukkig hebben gewoond.
Heines was een man met grote bekwaamheden, niet alleen op
het gebied van de techniek, maar niet minder op het juridisch-
administratieve terrein. Bovendien beheerste hij de moderne
talen Frans, Duits en Engels, waarbij de Franse taal zijn bij
zondere liefde had. Ook zijn streven om het Nederlands in
woord en geschrift taalzuiver te houden had zijn voortduren
de belangstelling.
In de jaren 1924 tot en met 1929 was Heines redacteur van het
Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde en tevens biblio
thecaris van de Vereniging voor K. en L., waarvan hij nog
voorzitter was van 6 september 1929 tot 15 december 1930.
Hij bleef tot en met 1940 als medewerker aan het tijdschrift
verbonden.
In de oprichting van de Fédération Internationale des Géomè-
tres heeft Heines een belangrijke rol gespeeld.
Weliswaar beschouwt de F.I.G. het jaar 1878 als haar op
richtingsjaar, omdat toen het eerste internationale congres te
Parijs plaatsvond, maar van een federatie was toen nog geen
sprake, ook niet toen in 1910 een tweede internationaal con
gres plaatsvond te Brussel. Op 27 januari 1926 vond op
initiatief van de Union des Géomètres-Experts Francais een
bespieking plaats om tot de oprichting van een federatie te
komen. Aan deze bespreking namen deel een groot aantal
Fransen, een aantal Belgen, één Engelsman, één Zwitser en
Heines, die de Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
vertegenwoordigde. Bij die bespreking werd een internatio
naal initiatiefcomité benoemd, waarvan Heines deel uitmaak
te. Dit comité stelde voor een congres te organiseren en de
federatie tot stand te brengen.
De Vereniging voor K. en L. besloot op advies van Heines
tot aansluiting bij de internationale federatie, die moet ge
acht worden te zijn ontstaan in oktober 1926 toen tijdens
een congres de Statuten werden aangenomen. Heines trad
bij dit congres op als vertegenwoordiger van de Vereniging
voor K. en L. alsmede van de Minister van Financiën echter
„buiten bezwaar van 's Rijks Schatkist". Op de congressen
te Zurich in 1930, te Londen in 1934 en in Rome in 1938 was
hij de officiële vertegenwoordiger van de Vereniging, in
Zürich en Londen tevens van de Minister van Financiën,
wederom „buiten bezwaar".
Heines werd bij „Arrêté" van 24 september 1937 door de
Minister van Onderwijs van de Franse republiek benoemd
tot Officier d'Académie, zulks op voordracht van de Union
des Géomètres-Experts Francais.
Heines was vanaf 1929 herhaaldelijk lid en secretaris van de
commissie voor het examen van landmeter van het Kadaster.
Heines is in 1916 in het huwelijk getreden met een dochter
van de Ingenieur-Verificateur Van Baarle. Zij zijn 57 jaar
lang gelukkig getrouwd geweest. Doordat zij van jongs af
over het Kadaster hoorde spreken had zij begrip voor het
werk van haar man.
Moeilijk waren de beide wereldoorlogen, in het bijzonder
de tweede toen hun geliefde dochter een ernstige ziekte
moest doormaken. Dank zij de grote wilskracht en het door
zettingsvermogen van het echtpaar Heines en hun dochter
en met vast vertrouwen in Gods goedertierenheid is de ge
nezing gekomen. Het was wel een grote voldoening voor de
familie Heines dat de dochter na haar herstel haar studie in de
medicijnen heeft kunnen voltooien en zich als arts heeft kun
nen vestigen. Zij is een grote steun geweest voor haar ouders
in de laatste jaren van hun leven.
Voor haar zal het een troost zijn te weten dat haar vader mede
door zijn indrukwekkende staat van dienst, door zijn be
minnelijke aard en zijn hulpvaardigheid grote waardering
heeft genoten van zijn vakgenoten en zijn medewerkers, die
hem met respect zullen blijven gedenken en hem dankbaar
blijven voor de van hem ondervonden vriendschap.
Zelf heeft zij haar gedachten voor haar vader op zo gevoelige
wijze vertolkt met de volgende woorden:
„Tussen zijn geboorte en zijn afscheid is hij onderweg
geweest
een leven lang, zorgzaam en werkzaam, vroom en vroed,
een betrouwbaar reismakker
voor vrouw en dochter en vrienden.
Dat zijn naam lang in ere moge zijn."
W. F. Stoorvogel
ngt 76