hebbenden. Aanvankelijk uitsluitend ruil zonder
afstand van grond.
Gevolgd door afstand ten behoeve van corpora
tieve voorzieningen in de agrarische sfeer en daarna
mede voor de aangrenzende beplanting, fn 1954
werd door toewijzing van kavels ten algemene nutte
een extra korting van 5% mogelijk gemaakt.
Deze oppervlakte bleek door de toenemende bete
kenis van de landschappelijke en natuurweten
schappelijke functies van het landelijk gebied veelal
niet voldoende om de behoefte in die sectoren te
dekken. Daarom werd gepoogd kavels voor land
schap en natuurbehoud toe te delen uit de door vrij
willige aankoop beschikbaar gekomen grond.
Deze behoefte aan grond bestemd voor niet-
agrarische doeleinden kon in het stemmingsrapport
zijn neergelegd of tijdens de uitvoering onder in
vloed van de maatschappelijke opinie of op grond
van bestemmingsplannen ontstaan.
De wet 1954 biedt echter geen afdoende mogelijk
heden ter realisering. Als voldoende grond beschik
baar is uit de vrijwillige aankopen kan deze welis
waar voor toedeling van kavels voor de niet-
agrarische bestemming worden aangewend, maar
de toedeling en de inrichting ervan staat op gespan
nen voet met de beperkte doelstelling van de wet.
Met de nu in de nota voorgestelde onteigening zal
de toedeling van grond voor de landschappelijke
en natuurwetenschappelijke sectoren, mits die in een
bestemmingsplan zijn vastgelegd, mogelijk worden.
De herinrichting is zowel naar doelstelling als naar
de mogelijkheden van de grondafstand een nood
zakelijke en logische voortzetting van de ruilver
kaveling.
3 Vormen van landinrichting
In de nota is voorgesteld beide vrijwillige vormen
van ruilverkaveling de ruilverkavelingsovereenkom
sten met de kavelruil te handhaven met daarnaast
twee varianten van de wettelijke ruilverkaveling.
Dit zijn de administratieve en de eenvoudige ruil
verkaveling.
De commissie ziet de toepassing van deze vormen
van landinrichting in gevallen van een overwegend
agrarische doelstelling. Het lijkt me gewenst bij de
eenvoudige vormen ook een brede doelstelling te
kiezen om het toepassingsgebied te verruimen. De
administratieve ruilverkaveling zou bijvoorbeeld
concentratie van eigendom, gebruik en beheer voor
de agrarische, de niet-agrarische en de gemengde
bestemming kunnen bewerkstelligen als de wensen
van de betrokkenen met betrekking tot het door
hun nagestreefde beheer en herverkaveling redelijk
in evenwicht zijn.
Tussen de beide hiervoor genoemde eenvoudige
ruilverkavelingsvormen en de herinrichting is in de
nota nog het handhaven van een ruilverkaveling uit
kracht van de wet met de toewijzing van kavels ten
algemene nutte voorgesteld.
De bestaande instrumenten voor afstand van grond
in de huidige wet zijn de algemene korting voor
wegen en waterlopen en de algemene aftrek voor
de toewijzing van kavels aan openbare lichamen.
In beide gevallen wordt niet de betrokkene die de
grond ter plaatse van de nadere voorzieningen in
brengt door de verkleining van zijn tegoed getroffen,
maar de gezamenlijke rechthebbenden.
Na op het voordeel voor de betrokkene en het na
deel voor de gezamenlijke rechthebbenden van deze
methode te hebben gewezen, kiest de commissie
voor handhaving van de beide vormen van algemene
korting met een drempelwaarde van 5% van het
totaal.
Niet duidelijk is, of werd overwogen dit type ruil
verkavelingen, waarbij toewijzing van kavels nodig
is, onder te brengen bij de herinrichtingsprocedure.
De volgende argumenten pleiten daarvoor:
1. Bij de toewijzing van de artikel 13 kavels van de
huidige wet doen zich de volgende bezwaren
voor:
- er is een toenemende weerstand bij de recht
hebbenden tegen de algemene korting voor
niet-corporatieve doeleinden en er is aandrang
op compensatie van die korting.
- de toedeling van een vervangende kavel aan
de betrokkene is vrijwel onmogelijk als het
toegewezen onroerend goed een unieke ge
steldheid heeft.
- de openbare lichamen willen veelal eerder over
de kavels beschikken dan bij het overschrijven
van de akte van toedeling.
- de financiële afwikkeling is compleet.
ngt 76
97