toe aan de cyclische planning. Wanneer we bereid
zijn om ook het streekplan via een cyclische
continue-planning bij te sturen en te herzien ligt de
mogelijkheid open om tot reële inrichtings- en uit
voeringsplannen te komen. Maar dat eist naar mijn
mening een wijziging in de wet Ruimtelijke Orde
ning die de mogelijkheid moet scheppen voor een
flexibelere wijze van streekplanherziening.
3 Verhouding Gemeentelijk bestemmingsplan -
landinrichtingsplan
Ook hier is in theorie alles oké.
Ik denk echter dat de moeilijkheden in de praktijk
zich evenzeer zullen blijven voordoen als nu. Deze
spitsen zich vooral toe wanneer het gebieden betreft
die kleinschalig en landschappelijk waardevol zijn.
Het is redelijk dat in een landinrichtingsplan of het
nu een wettelijke ruilverkaveling of een herinrich
tingsplan betreft aangegeven wordt welke land
schappelijke elementen gespaard moeten worden.
Uiteraard zal men daarbij echter de nodige flexibili
teit willen hebben om tot goede kaveltoedelingen te
komen. Van de andere kant kan door het Gemeente
bestuur een zodanige waarde aan de huidige be
staande situatie gegeven worden dat zij in het be
stemmingsplan zeer gedetailleerde bestemmingen
opneemt en deze door middel van gebruiksregels
en aanlegvergunningen wenst te beschermen.
Conflict-situaties zoals deze zich thans bij de reali
sering van enkele wettelijke ruilverkavelingen voor
doen zullen ook dan niet gemakkelijk in der minne
worden opgelost.
Integendeel, er is een verharding van standpunten,
zowel van landbouwzijde als van de zijde van
natuurbescherming en landschapsbescherming waar
te nemen.
De commissie stelt daarom terecht voor de aan
wijzingsbevoegdheid van Gedeputeerde Staten te
verruimen en ook de mogelijkheid in de wet Ruimte
lijke Ordening op te nemen dat Gedeputeerde
Staten aanleg- en bouwvergunning kunnen geven.
Men make zich echter geen illusie dat met deze
stokken achter de deur de synchronisatie van een
landinrichtingsplan en de bestemmingsplannen van
de gemeenten die bij het landinrichtingsplan zijn
betrokken vlot zal verlopen.
4 Inschakeling Provinciale Staten
In par. 6-4 wordt uiteengezet wie beslissen over de
vaststelling van plannen. Bij een Ruilverkaveling
bij Overeenkomst ligt deze bij de gezamenlijke
eigenaren. De wettelijke ruilverkaveling zal alleen
doorgang vinden indien de meerderheid van de
grond, eigenaren en pachters (aantal of oppervlakte)
ermee instemt.
Voor een herinrichtingplan is instemming van Pro
vinciale Staten met het programma noodzakelijk.
Ik acht dit redelijk, en alleszins juist, doch vraag mij
af of deze instemming niet op grond van de bepa
lingen betreffende uitwerkingsbevoegdheid door de
Staten aan Gedeputeerde Staten gedelegeerd kun
nen worden.
Het herinrichtingsplan moet uiteindelijk in overeen
stemming zijn met de beleidslijnen en ingebouwde
inrichtingsregels van het streekplan. Het is een
nadere uitwerking ten behoeve van de uitvoering
ervan.
Ik denk dat een regeling waarbij de vaststelling door
Provinciale Staten aan Gedeputeerde Staten wordt
gedelegeerd aanmerkelijk soepeler en eenvoudiger
is. Slechts wanneer Gedeputeerde Staten menen dat
een programma voor herinrichting, dat in strijd is
met het streekplan, toch voor uitvoering in aan
merking dient te komen zullen zij Provinciale Staten
moeten kennen in de vraag of wijziging van het
streekplan hun instemming heeft én of zij om
dringende redenen het programma vooruitlopend
op de herziening van het streekplan willen vast
stellen.
5 Conclusie
Mijn conclusie is dat naar mijn mening hier een
goed stuk op tafel is gebracht dat de belofte voor
een goede landinrichtingswet inhoudt, maar ik
vrees dat er nog vele jaren nodig zullen zijn voordat
iedereen zo met de materie vertrouwd is, dat we er
praktische resultaten mee zullen bereiken.
ngt 76
91