Een leidingkaartenproject voltooid Het tijdstip, waarop een inhaalmanoeuvre wordt beëindigd, die in 1966 is begonnen - met het resul taat dat van het stedelijk gebied van de gemeente Dordrecht de leidingkaarten (verzamelkaarten) ge reed zijn gekomen en voortaan alleen de stadsuit breiding behoeft te worden bijgehouden - lijkt mij een goed moment om terug te zien op en vakgenoten iets te vertellen omtrent hetgeen in de afgelopen periode is geproduceerd. Terwijl momenteel welhaast een ieder is door drongen Van het nut van de vervaardiging van deze kaarten, was 10 jaar geleden nog wel enige over redingskracht nodig om het groene licht voor de start te krijgen en met name om de financiële mede werking van de openbare nutsbedrijven te bekomen. Hiertoe werden dezerzijds in hoofdstuk 3 argu menten naar voren gebracht 1. veiligheid van de leidingen, 2. planning van de leidingen, 3. kostenbesparing door coördinatie van werk zaamheden. Veiligheid van de leidingen De gebruikers van de beheerskaarten van de be drijven bevinden zich in een moeilijke positie, immers a. elk bedrijf hanteert een eigen kaartschaal, b. de kaart is niet helemaal of helemaal niet op schaal omdat men soms naar behoefte ruimte creëert voor het vermelden van leidinggegevens in de vorm van schrift, c. de maatvoering is dikwijls onvolledig of ont breekt geheel omdat sinds het leggen van de leiding de bovengrondse situatie, waaraan de leiding was opgemeten, geheel is veranderd. Hierdoor ontbreekt de mogelijkheid om acuut een goed overzicht te hebben van de ligging van alle leidingen. De kaartgebruikers in dit verband zijn aannemers, die projecten tot uitvoering brengen, waarbij grond werk wordt verricht en b.v. ontwerpers van stede- bouwkundige, bouwkundige, civieltechnische en cultuurtechnische werken. Het is in het belang van de leidingbeheerders de kans op beschadiging van de leidingen zo klein mogelijk te maken. Een goede kaart, waarop zowel de bovengrondse situatie als alle leidingen nauwkeurig zijn aangegeven, dient dit belang. Planning van de leidingen Het vaststellen van de plaats voor een te leggen leiding is zonder de leidingkaart in oudere stads gebieden, waar niet kan worden gesproken van een vastgesteld dwarsprofiel voor leidingen, welhaast alleen mogelijk na het graven van vele proefsleufjes. De leidingkaart laat direct zien op welke plaats nog ruimte voor een leiding aanwezig is; dit kan een aanzienlijke kostenbesparing betekenen in het stadium van voorbereiding van een leidingenproject. Kostenbesparing door coördinatie van werkzaamheden Door de bedrijven worden meet werkzaam heden ver richt om bovengrondse situaties op hun beheers- kaart af te beelden, terwijl dit in het kader van de bijhouding van het basiskaartenbestand ook - en beter - geschiedt door de gemeentelijke landmeet kundige dienst (thans officieel geheten „afdeling Landmeten en Vastgoed van de dienst Openbare Werken en Stadsontwikkeling"). Na enkele besprekingen was de conclusie, dat de voordelen van de kaart op zouden wegen tegen de kosten van vervaardiging. De kaart zou worden vervaardigd door de gemeentelijke landmeetkundige dienst. Als kaartschaal werd 1250 vastgesteld (het G.E.B., dat z'n gehele achief van beheerskaarten op deze schaal had, stelde z'n medewerking hiervan af hankelijk; zonder deze dwingende voorwaarde zou 1:200 zijn gekozen). Het bladformaat zou zijn 100x60 cm binnen de kaderlijnen (100x65 cm inclusief legenda). Dit was het formaat van de reeds bestaande basiskaarten met de vervaardiging waar van in 1956 was begonnen; de afmetingen vloeiden voort uit die van de in de handel zijnde correcto- staatbladen, waarop de kaarteringen toen werden vervaardigd. De topografie op de kaart zou worden verkregen door tweemalige vergroting langs reprografische weg van de basiskaarten 1:500; de leidingen door kaartering uit maten, vermeld op de beheerskaarten (t.o.v. de bebouwing, die aan de meetkundige grond slag was opgemeten) met zonodig opsporen en in- J. F. van Weelden ngt 76 131

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 13