doen hebben. Leidingenregistratie begint met de re
gistratie van gemaakte afspraken aangaande leidingen.
Wel kunnen natuurlijk de leidingkaarten in principe
door ieder landmeetkundig bureau worden vervaar
digd, maar het beheer hoort m.i. thuis bij de gemeen
telijke dienst die de leidingplanning verzorgt.
In de tijd, die sinds de vervaardiging van de eerste
kaarten is verlopen, is men er steeds intensiever en
doelmatiger mee gaan werken. Werden ze voorheen
b.v. gebruikt naast bestektekeningen, tegenwoordig
vormen ze dikwijls de ondergrond, waarop de be
stektekeningen worden vervaardigd.
Bij praktisch elke wijziging in een bestaande situatie
van b.v. wegenprojecten komen leidingen in het
geding. De nieuwe situatie, getekend op de leiding-
kaart als ondergrond geeft een direct inzicht in de
consequenties van het uit te voeren werk voor de
leidingen (of omgekeerd).
Op grond van zijn bekendheid met (toekomstige)
leidingprojecten kan de chef van de afdeling z'n
inbreng leveren bij de vaststelling van het dwars
profiel van nieuwe wegen (doorgaande wegen, van
belang voor het bovengronds verkeer, zijn meestal
ook van belang als route voor doorgaande leidingen
in het ondergronds verkeer).
De bijwerking van de kaarten geschiedt voor zover
het betreft de topografie tegelijk met de bijwerking
van de basiskaarten na een revisiemeting; ten aan
zien van de leidingen geschiedt dit aan de hand van
de maten op de beheerskaarten of met behulp van
de terreinschetsen van de bedrijven of eigen af
deling.
De meeste bijwerkingen zijn een gevolg van door
de gemeente uitgevoerde civieltechnische werken;
de kosten worden dientengevolge op de onderhavige
werken geboekt.
In de buitendienst is één ambtenaar van de afdeling
belast met de begeleiding van de bedrijven. Dit
houdt in, dat hij nagaat, of de plaats waar een lei
ding wordt gelegd, overeenkomt met de afgesproken
plaats (communicatiestoornissen komen voor als de
mensen die met de uitvoering zijn belast niet degenen
zijn, die een taak hebben bij de voorbereiding van
een leidingenproject); eventueel kan dan, terwijl
de sleuf nog open ligt, de leiding worden verlegd
i.p.v. na constatering bij de kaartering als de sleuf
al is dichtgestraat. Zonodig zet hij zelf het tracé van
de leiding uit en hij pleegt overleg met de opzichters
van de bedrijven omtrent de wijze van inmeting van
de leidingen.
Voorheen werd dit inmeten veelal door onze afde
ling gedaan, maar wij kwamen tot de conclusie dat,
na enige scholing, deze taak in de meeste gevallen
best aan de bedrijven zou kunnen worden over
gelaten.
Toen de mensen in de buitendienst elkaar hadden
leren kennen en onze ambtenaren niet meer alleen
werden gezien als controleurs, maar als mensen,
die ook een positief aandeel hadden in het geheel
van het leidinggebeuren, waren de omstandigheden
gunstig voor het beleggen van enige scholings
middagen waarop door de chef van onze buiten
dienst voorlichting werd gegeven aan de opzichters
van de bedrijven in het opmeten van leidingen.
Voorzover men van mening is, dat het meten van
leidingen in principe een taak is van landmeet
kundigen dient men wel te bedenken dat het niet
alleen gaat om het vastleggen van een leiding als
een lijnvormig object op de kaart, maar ook om de
juiste plaats van lassen, moffen enz., details, die
alleen voor de leidingbeheerder van belang zijn.
Men dient te kiezen uit
a. meting door de landmeetkundige afdeling,
b. meting door het bedrijf,
c. een mengvorm; belijning door de één, details
door de ander.
Van deze mogelijkheden is c het meest inefficiënt,
a schept het probleem dat men dikwijls moeilijk
vooraf kan bepalen op welk moment men aanwezig
moet zijn (tegenslag bij het leidingleggen en de
noodzaak soms de sleuf zo spoedig mogelijk te
moeten dichten), b Heeft het voordeel dat op het
meest gewenste moment tijdens de uitvoering de
meting kan geschieden; een goede instructie en
landmeetkundige begeleiding is dan wel noodzake
lijk en moeilijke gevallen kunnen door de landmeet
kundige afdeling worden overgenomen. Voor ons
geldt, dat wij van methode c in de loop der jaren
naar b zijn toegegroeid.
In de periode van 1966 tot heden zijn leidingkaarten
vervaardigd over een oppervlakte van ±2500 ha
stedelijk gebied. De coördinatie met de openbare
133
ngt 76