Agenda
zal ontstaan aan postacademisch onderwijs, vooral als de
vierjarige cursusduur inderdaad zou worden ingevoerd. Vol
gens berekeningen van het KIV1 [3] verwacht men in 1980
omstreeks 7500 en in 1990 ca. 25000 cursisten voor post-
academisch-technisch onderwijs. Deze getallen zijn natuurlijk
zeer globaal en onzeker.
3. De organisatie
Mede omdat de wettelijke regeling nog niet klaar is, bestaat
er nog veel verschil van mening over het PAO. Er bestaan
grote verschillen bij verschillende vakgebieden (vergelijk
theologie met techniek). Toch bestaat er bij velen een behoefte
aan overkoepelende organen. Men is het er over eens, dat het
PAO georganiseerd moet worden in nauwe samenwerking met
de Academische Raad, de universiteiten en de „maat
schappij", deze laatste bijvoorbeeld vertegenwoordigd door
beroepsorganisaties. Wel dient er voor gewaakt te worden
dat bepaalde belangengroepen niet te veel invloed krijgen op
de inhoud van het PAO.
De financiering houdt nauw verband met de organisatievorm.
Als de universiteiten en hogescholen geen middelen daartoe
krijgen, zal de organisatie in vele gevallen zeker moeilijk
worden, zo niet onmogelijk.
5. Literatuur
1. Academische Raad, Voortgezet Wetenschappelijk Onder
zoek. Staatsuitgeverij, Den Haag 1971.
2. Voortgezette scholing van ingenieurs. Verslag FEAN1-
UNESCO. Seminar, Helsinki, augustus 1972. De Inge
nieur 84 (1972), A 1115-1119.
3. Postacademisch-technisch Onderwijs. KIVI, Den Haag
1973 (als bijlagen uittreksels uit artikelen, wetten, enz.).
4. Academische Raad, Nadere aspecten van het postacade
misch onderwijs. Den Haag 1973.
5. Academische Raad, Bulletin voor het postacademisch
onderwijs. (Een informatiebulletin).
6. J. C. de Munck, Postacademisch Onderwijs, nota voor de
onderwijscommissie van Geodesie, Delft, oktober 1974.
7. Postacademisch onderwijs voor ingenieurs. Een aantal
korte artikelen in De Ingenieur 87, Nr. 32/33, 7 augustus
1975, pp. 611-631.
8. Studiegids 1975 van Postacademisch onderwijs voor inge
nieurs. KIV1, september 1975.
9. Universiteit en Hogeschool 22, Nr. 1 (september 1975).
Dit hele nummer is gevuld met artikelen over PAO.
J. C. de Munck
4. Het PAO in de geodesie
Het aantal geodeten in Nederland is vrij gering. Het zal
daarom slechts in beperkte mate mogelijk zijn om cursussen
te organiseren voor 20 a 40 mensen. Mede in verband met dit
kleine aantal zal men niet alleen moeten denken aan geode
tische onderwerpen voor geodeten, maar ook aan geode
tische onderwerpen voor anderen. Samenwerking met andere
organisaties ligt dan ook voor de hand, bijvoorbeeld met de
„Stichting Postdoctoraal Onderwijs in de Civiele Techniek".
Aansluiting bij de door de minister voorgestelde wettelijke
organen, zal op den duur noodzakelijk zijn. Zie hiervoor
bijvoorbeeld [9, blz. 63-75].
Het PAO hoeft niet persé de vorm te hebben van persoonlijk
onderwijs aan groepen. Gedacht kan ook worden aan schrifte
lijk onderwijs. Op eigen initiatief of op verzoek van de Vere
niging, zouden studiepakketten gemaakt kunnen worden,
bestaande uit speciale dictaten of uit handleidingen bij be
staande artikelen en boeken. Enkele discussie-uren tussen de
„leerlingen" en de auteurs kunnen een zinvolle aanvulling
vormen. In sommige gevallen zal ook enige praktische oefe
ning nodig zijn.
Voor onderwerpen waarvoor meer belangstelling is, zouden
cursussen georganiseerd kunnen worden, zoals deze reeds
enige malen zijn gehouden op het Laboratorium voor
Geodesie. Deze cursussen zouden ofwel verspreid (bijvoor
beeld éénmaal per week) gehouden kunnen worden, ofwel
gedurende een aangesloten periode.
BENOEMING
Bij Koninklijk Besluit van 8 juli 1976 is dr. ir. M. J. M.
Bogaerts benoemd tot gewoon hoogleraar in de afdeling der
geodesie aan de Technische Hogeschool te Delft om onder
wijs te geven in de leer van de vastgoedsystemen.
De redactie van het NGT wenst hem veel geluk in deze functie
en hoopt veel publikaties van de nieuwe hoogleraar in haar
kolommen te kunnen opnemen!
24 november 1976
Officiële opening Gebouw voor Geodesie
Delft
24 november 1976
Eerste Lustrum Nederlandse Vereniging voor
Geodesie
Delft
12/13 mei 1977
Nederlandse Vereniging voor Geodesie
Congres „Wetenschapsbeoefening in de geodesie"
Enschede
ngt 76
135
Herengracht 22,
Amsterdam 1002.
Telefoon 020-229014.
Telex 12622.