snelheid van 7,9 km per seconde langs het aard oppervlak wegschiet, dit een baan om de aarde zal beschrijven. En inderdaad, de appel, die we op die manier met een raket wegschoten, zagen we na 84 minuten en 24 seconden weer over onze hoofden passeren. Tussen twee haakjes, we hadden tijdens deze proef wel even de rotatie van de aarde stilgezet en de atmosfeer opgeborgen. Uit deze omlooptijd T van 84 minuten en 24 seconden volgde de hoeksnel- heid co van de appel. Met de bekende formule die aangeeft dat de middelpuntvliedende kracht en de gravitatiekracht het voorwerp in een dergelijke baan in evenwicht houden, namelijk de formule: co2R g (3) met co als hoeksnelheid en R als aardstraal, konden we g echter ook niet bepalen omdat een nieuwe grootheid, de aardstraal Rwerd geïntroduceerd. We vonden weer een verhoudingsgetal, nu R/g de aardstraal gedeeld door de zwaartekracht, maar deg zelf bleef onbekend en daarmede de diepte van het ravijn. Wel herinnerden we ons de eenvoudige gravitatie- formule van Newton: waarin kM het produkt van de gravitatieconstante k en de massa van de aarde M voorstelt, maar hier mede werd ook weer een nieuwe onbekende groot heid geïntroduceerd, het genoemde produkt kM. Wel elimineerden we met behulp van deze vierde formule de g uit de derde formule en vonden toen de derde wet van Kepler: co2R:i kM (5) maar ook met deze vijfde formule schoten we niets op. Terwijl we zo, teleurgesteld, onze experimenten overdachten, werden we plotseling opgeschrikt door een daverende klap. Een zg. „black hole", een in het heelal samengeklapte ster van kleine afmetingen maar met een extreem grote massa, was rechtstandig naast ons in de aarde geslagen, drong in enkele seconden tot het middelpunt der aarde door en ver liet even later onze planeet bij onze tegenvoeters. Nieuwsgierig keken we in het fraaie cirkelvormige gat met een doorsnede van enkele meters, naar be neden. We lieten er toen een appel in vallen. Wie schetst onze verbazing toen we deze, óók na 84 minuten en 24 seconden, vanuit de diepte zagen terugkeren en we hem, gebraden en wel, weer konden grijpen? Na enig nadenken begrepen we dat de appel in het gat onderworpen was geweest aan eenzelfde harmo nische beweging als de appel die de cirkelvormige baan om de aarde had afgelegd. Tussen hun beider bewegingen was geen principieel verschil, ze stoel den op dezelfde eenvoudige differentiaalvergelijking van de harmonische beweging, dus moesten de perioden gelijk zijn. We vonden dus weer een waarde voor het verhoudingsgetal R/g. maar de diepte van het ravijn bleef onbekend. Vermoeid na al deze overdenkingen, viel ik even in slaap en droomde dat ik, gedreven door een uiterste nieuwsgierigheid, zelf in het gat sprong. M'n jongste zoontje, dat mee wilde, hield ik stevig vast met mijn rechterhand, met mijn linkerhand de wandelstok. Al spoedig bleek dat ik beiden gerust los kon laten, ze bleven ook dan in mijn onmiddellijke nabijheid. Gekomen dicht bij het middelpunt der aarde - onze snelheid was toen opgelopen tot bijna 7,9 km per seconde - besloten we toch af te remmen en daar een kijkje te nemen. We kwamen in een grote bol vormige hal. Het eerste wat ons opviel was onze ge wichtsloosheid. We zweefden. Toen zagen we een marmeren bol met het opschrift „Zwaartepunt der aarde". Hij zweefde niet in het middelpunt van de hal maar kleefde als het ware tegen de wand van de hal en scheen in die wand een geul te hebben uitge slepen, die de wand in de vorm van een grote cirkel in tweeën deelde. Ook wij zweefden langzamerhand naar die bol toe. k M (4) Een gedetailleerde beschrijving van een graadmeting vindt men in Jules Verne: „Avonturen van drie Russen en drie Engelschen". ngt 76 127

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 9