voorstel tot bestemmingswijziging, van een ge schikt terrein; een en ander in overleg met de dienst voor de Stadsontwikkeling, de afdelingen Onderwijs, Sociale Zaken, Gemeentewerken en Haven- en Marktwezen. c. Het bepalen van hel benodigde grondoppervlak. d. Het vaststellen van de voorwaarden voor de transacties, zoals: de grondprijs, de reserverings vergoeding, de bebouwingseisen. e. Het in kaart laten brengen van het terrein, zowel wat betreft de bestemming (situatietekening) als de maatvoering (maattekening). f. De controle op de vorderingen tijdens het reser veren bij uitgifte en verkoop door overleg met o.a. de architect c.q. opdrachtgever, Bouw- en Woningtoezicht, Stadsontwikkeling enz. g. Het overleg plegen met Bouw- en Woningtoe zicht en Stadsontwikkeling inzake het afkomen van rijksgoedkeuringen en premie- en bouw vergunningen. sub 4 a. Het maken van exploitatieberekeningen ten be hoeve van: - het toetsen van de economische uitvoerbaar heid van een bestemmingsplan; - het aanvragen van rijksbijdragen ingevolge de regeling Reconstructie- en saneringsplannen; - het aanvragen van lokatiesubsidies. b. Het bepalen van de grondprijzen voor verspreid liggende terreinen niet in een exploitatiegebied vallende. c. Het verzorgen van brieven over grondprijzen/ canonpercentages en grondprijspolitiek aan het College van Burgemeester en Wethouders. d. Het voeren van overleg met het Ministerie van Verkeer en Ruimtelijke Ordening inzake te han teren criteria (bruine boekje). sub 5 aHet vertegenwoordigen van de dienst in de periodieke vergaderingen van Dienstenen Bedrij ven waarin de diverse problemen van de be stemmingsplannen behandeld worden. b. Het adviseren en het geven van commentaar op de ontwerpbestemmingsplannen. c. Het verzorgen van wijzigingen van bestaande erfpachtsovereenkomsten (zoals canonverho gingen bij wijziging van bestemmingsplannen). d. Het laten vervaardigen van verkavelingsteke ningen aan de hand van bestemmingsplannen. 3 Eindtermen voor de geodetische opleiding In dit hoofdstuk zullen de eindtermen verdeeld worden in drie categorieën: 1. eindtermen die gericht zijn op de functies die de geodeet kan vervullen; II. eindtermen die gericht zijn op het inzicht; III. eindtermen die gericht zijn op vaardigheden en kennisaspecten. Onder eindtermen wordt verstaan het pakket van kennis, vaardigheden en inzicht, waarover de afge studeerde geodetisch ingenieur moet beschikken. De eindtermen die zijn gericht op de functies en op het inzicht zijn tamelijk algemeen en gelden in feite voor iedere ingenieursopleiding. 3.1 Eindtermen gericht op de functies 1.1 De g.i. moet zelfstandig kunnen werken op een gekozen deelgebied Uit hoofdstuk 2 blijkt wel dat het werkveld van de Geodesie zo breed is, dat de g.i. zich in een deel gebied moet kunnen specialiseren. 1.2 De g.i. moet na een omscholingsperiode (max. ongeveer een jaar) zelfstandig kunnen werken op een ander deelgebied van de Geodesie Het werkveld van de Geodesie is toch wel zo gelijk gericht dat overgangen tussen de verschillende deel gebieden vaak voorkomen. 3.2 Eindtermen gericht op het inzicht II. 1 De g.i. zal inzicht moeten hebben in de samenhang der wetenschappen „Wetenschappelijk onderwijs heeft tot doel de vor ming tot zelfstandige beoefening der wetenschappen en de voorbereiding tot het bekleden van maat schappelijke betrekkingen, waarvoor een weten schappelijke opleiding vereist is of dienstig kan zijn en bevordert het inzicht in de samenhang van de wetenschappen". (Art. 1 W.W.O.) 154 ngt 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 12