landmeetkundige gegevens als om algemene gege vens die aan de landmeetkunde kunnen worden ge koppeld. Van veel belang hierbij is de ontwikkeling van moderne informatiesystemen met betrekking tot onroerend goed (vastgoedsystemen). De g.i. is vanouds belast met de registratie van onroerend goed en zal in de toekomst ook bij de opzet en het beheer van nieuwe informatiesystemen een centrale rol moeten spelen. 111.5 De g.i. moet beschikken over kennis en vaardigheden voor wat betreft het aanbrengen van veranderingen in de relaties tussen de mensen en hun grond, speciaal in het kader van land- en stadsinrichting Zoals blijkt uit de functiebeschrijving van de g.i. bij de ruilverkaveling (zie paragraaf 2.3) speelt de g.i. vanouds een centrale rol bij de vervaardiging van het toedelingsplan in de ruilverkaveling. Ook bij de nieuwste inzichten op het terrein van de stadsinrich ting zal het bij de stadsvernieuwing gaan om het aanbrengen van veranderingen in de eigendoms- en gebruiksindeling van onroerend goed. De g.i. be schikt over technieken en vaardigheden op het ter rein van de administratie, de planologie en het recht voor het uitvoeren van deze werkzaamheden. Fir.6 De g.i. moet het recht zelfstandig kunnen toepassen in relatie tot 4 en 5 De g.i. moet kennis hebben van het grondgebruik- recht als algemene basis voor een aantal functionele juridische vakken, die betrekking hebben op on roerend goed: agrarisch recht, bouwrecht, kadas traal recht, milieurecht, volkshuisvestingsrecht, waterstaatsrecht en ruimtelijk ordeningsrecht. De g.i. hield zich het meeste met het privaatrecht bezig, maar de ontwikkelingen op het terrein van het administratieve recht hebben voor hem en zijn werk zulke belangrijke implicaties, dat het accent nu evenzeer op het gebied van het publiekrecht moet worden gelegd. 4 De herprogrammering van de studie voor geodetisch ingenieur 4.1 Inleiding Met ingang van september 1974 is in de toenmalige Onderafdeling der Geodesie een herzien onderwijs programma ingevoerd. De aanzet voor de herzie ning van het onderwijsprogramma is te vinden in de discussies, die in de jaren 1967 en 1968 binnen de Onderafdeling der Geodesie plaatsvonden met betrekking tot het toen bestaande programma. In november 1968 bracht de toenmalige Stafcommissie van de Onderafdeling een rapport uit getiteld „De studie voor geodetisch ingenieur", waarin uitge werkte voorstellen tot verandering werden gedaan. Op een hearing van de Onderafdeling in het najaar van 1969, die werd gehouden mede naar aanleiding van dit rapport, bleek dat de gedachten over de doelstelling van de opleiding uiteenliepen. De in maart 1971 ingestelde Onderwijscommissie besloot tot het vormen van een aantal studiegroepen. Voor de herziening van het studieprogramma was de studiegroep „Inhoud en programma" de belang rijkste. Om tot een goede inventarisatie van de meningen over het studieprogramma te komen werd van 4 tot en met 8 oktober 1971 een intern sympo sium „Geodetische vakgebieden" gehouden, waar bij de leden van het wetenschappelijk corps voor drachten en/of schriftelijke bijdragen over hun vak gebied presenteerden. Tevens konden zij hun visie geven op de plaats van dat vakgebied in de opleiding en op .dc taak en de plaats van de geodeet in de maatschappij. De studiegroep „Inhoud en programma" heeft bij haar werkzaamheden veelvuldig overleg gepleegd met vertegenwoordigers van andere Afdelingen van de Technische Hogeschool en met personen uit de beroepspraktijk. Toen in het najaar van 1972 het ontwerp van het nieuwe studieprogramma in hoofd lijnen gereed was, is het besproken op het door de Nederlandse Vereniging voor Geodesie georgani seerde congres „Onderwijs en onderzoek in de geodesie", dat op 9 en 10 november 1972 te Breda werd gehouden. Het ontwerp van de basisstudie in hoofdlijnen is aan de Onderafdelingsgemeenschap voorgelegd op een hearing in januari 1973. De nadere detaillering heeft nog geruime tijd in beslag genomen; op 14 januari 1974 heeft de Onderafdelingsraad het programma voor het eerste jaar en de schets voor het programma voor de volgende jaren goedgekeurd. 156 ngt 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1976 | | pagina 14