4.2 Redenen van de herziening
De herziening vindt haar oorzaak in de wenselijk
heid:
a. de opleiding beter te richten op de maatschappe
lijke taken die door geodeten worden vervuld;
b. de technisch-wetenschappelijke ontwikkelingen,
die uiteraard steeds zoveel mogelijk in het onder
wijs zijn verwerkt, in een vernieuwd kader te
plaatsen onder afweging van algemene en spe
cialistische aspecten;
c. onderwijskundige verbeteringen aan te brengen
c.q. externe veranderingen op te vangen.
Uiteraard zijn de genoemde drie punten niet onder
ling onafhankelijk.
Naast zijn verantwoordelijkheid voor meetkundige
gegevens was de geodeet ook voorheen reeds in
sterke mate betrokken bij de verstrekking van niet-
meetkundige informatie omtrent onroerend goed
en bij de uitvoeringsplannen van bouw-, civiel- en
cultuurtechnische projekten. De laatste tijd is een
tendens van verandering in verschillende zin merk
baar.
In de eerste plaats worden geodeten ook steeds meer
bij de voorbereiding van genoemde projecten inge
schakeld. Dit vindt mede zijn oorzaak in het feit
dat de geodetische opleiding de enige academische
opleiding in Nederland is, waarbij zowel exacte en
technische vakken als planologische en juridische
vakken een groot gewicht hebben. Deze combinatie
van exacte en maatschappelijke vakken maakt de
geodeet geschikt voor een aantal functies op het
gebied van de planologie.
De tweede verandering betreft de uitvoeringsplan
nen zelf, met name voor wat betreft de ontwikkeling
van moderne vormen van land- en stadsinrichting.
Beide gaan in de richting van een multifunctionele
aanpak, d.w.z. ze zijn gericht op de diverse functies
van landelijke resp. stedelijke gebieden. In bepaalde
gevallen kan dit leiden tot bevordering van meer
voudig grondgebruik, bijvoorbeeld voor woon- en
werkfuncties enerzijds en voor recreatie- en milieu
functies anderzijds. Bij de uitvoering, die veelal
leidt tot belangrijke veranderingen in eigendom en
gebruik, zijn allerlei tussenvormen en combinaties
van ruilverkaveling en onteigening denkbaar. De
geodeet is door zijn interdisciplinaire vorming bij
uitstek geschikt om bij deze moderne inrichtings-
vormen een rol van betekenis te spelen.
In de derde plaats moet genoemd worden de ont
wikkeling van de moderne informatiesystemen met
betrekking tot onroerend goed (vastgoedsystemen).
Deze systemen staan in het bijzonder ten dienste
van de bestemming, de inrichting, het beheer en de
zakelijke rechtstoestand (rechtszekerheid) van vast
goed. De geodetisch ingenieur is vanouds belast
met de registratie van onroerend goed en zal in de
toekomst ook bij de opzet en het beheer van nieuwe
informatiesystemen een centrale rol moeten spelen.
Ook hiervoor is een combinatie van exacte vakken
en maatschappelijke vakken onmisbaar.
Ten vierde is gebleken dat voor de taakvervulling
van geodeten bij de organisatie van landmeetkun
dige projecten en diensten een inleiding in de be
drijfswetenschappen noodzakelijk is.
Bovenstaande veranderingen hebben geleid tot een
zekere accentverschuiving in de richting van plano
logische en administratieve geodesie, de planologie
en maatschappijwetenschappen. Deze accentver
schuiving komt in het eerstejaarsprogramma nog
maar in beperkte mate tot uiting in verband met de
grote plaats die hier aan de wiskunde blijft toebe
deeld. In de volgende jaren zullen de planologische
en maatschappijvakken relatief meer aandacht
krijgen.
De maatschappelijke taken die geodetisch inge
nieurs vervullen dienen uiteraard ook hun weer
spiegeling te vinden in de mogelijke differentiaties
in de eindstudie.
Deze wens is gericht op de inhoudelijke structuur
van de studie. Daartoe behoort in de eerste plaats
het opnieuw vaststellen van de vakken of vakonder
delen die tot de algemene basiskennis moeten wor
den gerekend en die welke in een eindstudie met
keuzevrijheid dienen te worden ondergebracht.
Daarnaast het leggen van verbanden tussen vak
gebieden en het betrekken in de opleiding van meer
gegeneraliseerde en overkoepelende gezichtspunten.
AD Acl
AD
ngt 76
157