In dit onderzoek werd ook het functioneren van de centrale
directie betrokken.
Het onderzoek leidde tot de wenselijkheid van een sterke
verandering van de organisatie van de centrale directie; tevens
bleek een kleine aanpassing van de provinciale directies nood
zakelijk.
Om de bijstelling zo goed mogelijk te laten verlopen, werd
een stuurgroep geïnstalleerd, waarvan begin 1976 een pakket
voorstellen terzake verwacht wordt. De reorganisatie zou dan
eind 1976 een aanvang kunnen nemen.
Door een andere werkgroep werden voorstellen gedaan inzake
de struktuur en de formatie van de afdelingen bewaring en
juridische zaken.
In de werkzaamheden van deze afdelingen werden drie hoofd
processen onderscheiden: acceptatie, mutatie en informatie.
Ook organisatorisch was het wenselijk dit onderscheid te
maken.
Voor de afdelingen bewaring en juridische zaken moet in 1976
dan ook landelijk een nieuwe struktuur gaan gelden, waarbij
per afdeling drie bureaus ieder een hoofdproces voor hun
rekening nemen.
Bedrijfsvoering
Ten aanzien van de automatisering van de kadastrale regis
tratie bevond men zich in 1975 in de fase van voortgezette
probleem-analyse en een nadere definiëring van de gebruikers
eisen. Het feit dat er 168 relaties mogelijk blijken tussen een
persoon en het perceel, waarop hij genotsrechten kan uit
oefenen, maakt de problematiek bijzonder ingewikkeld.
Met de conversie van de manuale gegevens naar magneetband
werden intussen proefnemingen gedaan.
Alhoewel het aantal ingekomen posten voor ambtshalve
meting gelijk bleef met het vorig jaar (101.000 stuks), was het
aantal openstaande posten bij afsluiting van het verslagjaar
groter dan 1974 (19% meer, nl. 163.700 stuks). Dit was te
wijten aan personeelsgebrek.
Het aantal verzoeken voor het verrichten van metingen, het
zgn. particulier werk, daalde tot het niveau van 1971/1973
(12.270 aanvragen). De piek in 1974 (nl. 14.445 stuks) was
duidelijk het gevolg van de in dat jaar gewijzigde Woningwet
(inzake de splitsing van appartementen).
De door hermeting en ruilverkaveling ontstane nieuwe kaar
ten met schaal 11000 en 1:2000 besloegen in 1975 een gebied
van 92.400 ha (1974: 90.000 ha).
Daardoor is de sinds 1945 hermeten oppervlakte (dus incl.
ruilverkaveling) gekomen op 964.100 ha, hetgeen 26% van de
totale gekadastreerde oppervlakte is.
Ten behoeve van een systeem voor bedrijfsinformatie per
computer is een geschikt tijdverantwoordingssysteem ont
worpen, dat per 1 januari 1976 operationeel zal worden.
Ruilverkaveling en landinrichting
In 1975 werd de Ruilverkavelingswet 1954 gewijzigd. Het
Kadaster verwerkt sindsdien het pachtersstemrecht in de
stemmingsadministratie. Ook werd het ARAK-systeem ter
zake aangepast; aan het eind van het verslagjaar werd het
systeem toegepast in ruilverkavelingsblokken in voorberei
ding met een gezamenlijke oppervlakte van 32.800 ha, en in
ruilverkavelingsblokken in uitvoering met een gezamenlijke
oppervlakte van 107.800 ha.
Door de confrontatie van bestemmingsplan (of voorberei-
dingsbesluit) met het ruilverkavelingsplan stagneerden enige
ruilverkavelingen.
Is er echter voldoende coördinatie tussen beide plannen en
stelt men zich positief op ten aanzien van wederkerige aan
passingen, dan is het ruilverkavelingsplan een goed instru
ment ter realisatie van het bestemmingsplan.
De toepassing van het ATOR-systeem werd uitgebreid tot
het voorbereidend stadium van ruilverkavelingen.
Modellen voor de toedeling kunnen dan worden berekend.
Ook kan men een inzicht verkrijgen in een optimaal plan van
wegen en waterlopen, alsmede in het effect voor de toedeling
van boerderijverplaatsingen.
Aan het eind van het verslagjaar waren 86 blokken in uit
voering met een gezamenlijke oppervlakte van 523.600 ha.
In 1974 waren dat 94 blokken met een totale oppervlakte van
569.900 ha. Slechts 2 blokken (samen 7400 ha) werden na
stemming in uitvoering genomen. Afgewerkt werden 10 ruil
verkavelingen met een gezamenlijke oppervlakte van
53.700 ha.
Techniek en ontwikkeling
In 1975 werd het KB tot invoering van een grootschalige
basiskaart in Nederland ondertekend.
De Dienst KADOR werd daarbij belast met de vervaardiging,
de bijhouding en de uitgifte van deze kaart.
Veel aandacht werd besteed aan het via interne en externe
voorlichting duidelijk maken van de doeleinden en de beteke
nis van de GBK. Ook werd studie verricht naar de produktie-
wijze, de vorm en inhoud van de kaart.
Reeds in het verslagjaar werd het eerste project van de GBK
aangevangen: in Friesland werd ten behoeve van drie nuts
bedrijven met de vervaardiging van 247 bladen 1:1000
gestart.
Ook werden besprekingen gevoerd omtrent volgende pro
jecten.
Naast voltooiing van een inventarisatie van het hermeten
gebied, werd in 1975 een inventarisatie van het niet-hermeten
gebied uitgevoerd. De resultaten daarvan vormen een belang
rijk onderdeel van de discussienota hermetingen, die een bij
drage moet leveren aan een nieuw beleid ten aanzien van de
hermetingen. Deze nota is in 1975 aan de directeur van de
Dienst aangeboden.
Registratie en juridische zaken
De in het jaarverslag 1974 gesignaleerde achterstand bij de
afdelingen bewaring, is in 1975 vrijwel weggewerkt.
Dat dit ondanks het stijgende werkaanbod (6% meer over
geschreven akten en beslagen, 18% meer hypothecaire in
schrijvingen) mogelijk was, is onder andere te danken geweest
aan enige maatregelen die het voorkomen van administratieve
doublures beoogden.
Ten behoeve van de komende automatisering van de kadas
trale boekhouding dienden nog enige werkzaamheden in de
registers plaats te vinden; zo werd een begin gemaakt met de
omnummering van percelen die niet met een gewoon nummer
zijn aangeduid, en werd een instructie ontworpen om meet-
consorten in tenaamstellingen te verwijderen.
Ten aanzien van de Kadasterwet werd het concept-ontwerp
van het hoofdstuk inzake de openbare registers besproken
met vertegenwoordigers van het Ministerie van Justitie;
tevens werd overleg gepleegd met vertegenwoordigers van de
hypotheekbewaarders, het notariaat en met andere des
kundigen.
In de interdepartementale werkgroep terzake van deze wet
werd veel aandacht besteed aan de regelingen aangaande de
bijhouding en de vernieuwing van het kadaster, en aan de
aan kadastrale gegevens toe te kennen rechtskracht.
Het interdepartementale overleg aangaande de leidingenbe-
heerdersregistratie kwam in 1975 helaas nog niet van de
grond.
Overige onderwerpen
Voor het overige geeft het jaarverslag 1975 uitvoerige infor
matie over de werkzaamheden van de afdelingen personeel,
comptabele en algemene zaken, alsmede van de centrale
diensten en de in 1975 reeds ingestelde provinciale directies.
ngt 76
167