Het boekje is uitgegeven te Brussel in 1828 en opgenomen
in de Koninklijke Bibliotheek onder nr. 938 A 24.
2 Isaak Jan Alexander Gogel, geboren te Gemonde bij Vught
op 10 december 1765. Zijn vader was een Duits officier in
Staatse dienst. Gogel was een der ijverigste leden van het
Comité Revolutionair van 1794 en uiteraard Patriot. Onder
de Raadspensionaris (1805) minister van financiën in welk
jaar hij reeds kwam met een algemeen stelsel van belas
tingen. Lodewijk Napoleon bevestigde Gogel in zijn ambt.
Na 1810 werd hij door keizer Napoleon benoemd tot
intendant-generaal van financiën te Parijs. In 1813 trok hij
zich terug uit het politieke leven en kocht een blauwsel-
fabriek te Overveen. Koning Willem 1 verhief hem in 1821
tot staatsraad in algemene dienst. Kort daarop stierf Gogel
op 13 juni 1821
Gogel was een groot financieel talent, een eerlijk, onkreuk
baar karakter; hij beschikte over een sterk geheugen, was
zeer vlug in zijn werk en een trouwe vriend. (Nieuw Neder
lands Biografisch Woordenboek, deel 7 kolom 480 e.v.).
3 De perceptiekosten voor het geheel der ontvangsten in het
jaar 1806 bedroegen bij een opbrengst van rond ƒ42,7
miljoen 8,3%, waaronder voor de grondbelasting, opbrengst
rond ƒ9,5 miljoen, slechts ƒ300.000,Onder Willem I
bedroegen de inningskosten voor de jaren 1818 en 1819
resp. 17% en 16%, dus zowat het dubbele. (Van Sillem,
aangehaald werk blz. 241 e.v.).
4 Caspar van Breugel, geboren te 's-Gravenhage op 11 maart
1752. Promoveerde in de rechten te Utrecht 31 mei 1771.
In 1781 secretaris van 's-Hertogenbosch tot 1795. Verhuist
in 1803 naar 's-Gravenhage en is lid van de Algemene
Armen Commissie. In 1806 president der Hoofdcommissie
voor de zaken der verponding daarna Keizerlijk Commis
saris voor het Kadaster. In 1812 benoemd tot directeur der
directe belastingen in Friesland, gepensioneerd in 1819. Hij
vestigt zich te Haarlem, wordt er in 1824 lid van de Raad en
overlijdt aldaar op 30 mei 1833. In 1826 door Willem I
verheven in de adelstand met het predikaat van baron.
(Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek, deel 4
kolom 299).
5 Gillis Johannes le Fevre de Montigny werd geboren te
's-Hertogenbosch in 1765 en was reeds op 18 april 1782
extra-ordinaris ingenieur bij de Genie. Na verscheidene
bevorderingen werd hij in 1800 aangesteld als luitenant
kolonel ingenieur. Op verzoek van de minister van finan
ciën werd hij in augustus 1806 door de minister van oorlog
ter beschikking gesteld voor de kadastrale landmetingen.
In 1811 werd hij aangesteld als eerste administrateur van
het kadaster, met behoud van zijn rang in de Franse Armee.
In 1817 bevorderd tot kolonel-titulair en in 1818 gepensio
neerd. Hij overleed op 19 mei 1821.
De jeugdige leeftijd waarop hij als militair werd aangesteld,
verbaast ons heden, maar in die tijd kon men reeds op 14-
jarige leeftijd in militaire dienst treden. Waarschijnlijk
heeft hij zijn opleiding genoten in de school van de luitenant
kolonel De Chastillon, die te 's-Hertogenbosch en later te
Grave was gevestigd. Voor het wapen der Genie was een
examen vastgesteld waaraan moest worden voldaan om tot
de toenmalige rang van extra-ordinaris ingenieur te worden
bevorderd. (Collectie stamboeken van officieren, Alg.
Rijksarchief inv. nrs. 210-1720, 440-7 en 441-7; De Mili
taire Spectator 1850/51).
26
6 Het viel mij op dat zowel Gogel, le Fevre de Montigny als
Van Breugel uit 's-Hertogenbosch of directe omgeving
(Vught) kwamen. Zouden zij elkaar al in Brabant gekend
hebben?
7 Zie mijn artikel in dit tijdschrift, jaargang 1976 blz. 59 e.v.
8 Als we aannemen dat de landmeters, rekening houdende
met slecht winterweer, 275 velddagen maakten, bedroeg
hun salaris ca. 1400,per jaar. Vergeleken met de bode,
die ƒ800,per jaar toucheerde, niet zo'n beste betaling.
Bovendien werden er lange meetdagen gemaakt, soms wel
van 13 uur!
9 Dit valt o.m. af te leiden uit het titelblad van een register
bestemd voor hermetingen in de Meijerij (Nuenen-Gerwen),
vermeldende „In het geval van art. 2 en 3 der Instructie
enz.". Deze instructie is niet terug gevonden.
10 Zie „Inventaris van een verzameling kaarten afkomstig
van de landmetersfamilie Adan door P. Th. van Herpen
en drs. Elis. H. Korvezee". Uitgave van het Rijksarchief
te 's-Hertogenbosch, 1962.
11 Algemeen Rijksarchief, aanwinsten 1910 XVII -49.
12 Zie ook „Geschiedenis der Kartografie van Nederland"
door mr. S. J. Fockema Andreae en mr. B. Van 't Hoff
(1947) blz. 91.
13 Het zijn
1. Marcus Borrenbergen, geb. te Riethoven 1784, aldaar
overleden 1848.
2. Bartholomeus Bijnen, geb. te Waalre 1791aldaar over
leden 1868.
3. Hyacinthus van Dijk, geb. te Leende 1786, aldaar over
leden 1851.
4. Leonardus D. van Heyst, geb. te Waalwijk 1785, aldaar
overleden 1868.
5. Henricus van Lil, geb. te Someren 1763, aldaar over
leden 1824.
De nummers 2, 3 en 4 zijn ook nog burgemeester in hun
geboorteplaats geweest.
Literatuur
De meest geraadpleegde werken en wetten zijn in de tekst of
in de noten vermeld. Nog wordt gewag gemaakt van „Wet
van 1870 op de Grondbelasting" waarin opgenomen een
schets van de geschiedenis der grondbelasting, 's-Hertogen
bosch, z.j. (waarschijnlijk 1906). De auteur is J. J. ter Laag,
toenmaals controleur van het kadaster te Groningen.
„De politieke en staathuishoudkundige werkzaamheid van
Isaak Jan Alexander Gogel" door J. A. Sillem. Proefschrift
Amsterdam 1864. (Kon. Bibliotheek nr. 327 A 365).
Archief Staatssecretariaat Lodewijk Napoleon (Alg. Rijks
archief, inv. nr. 88).
ngt 77