Maar het invullen van de vierde groep betreft
natuurlijk een stuk theorievorming, die voor beide
leerstoelen nog in de kinderschoenen staat.
Vraag 2: Hebben de beslaande systemen een pre-
wetenschappelijk karakter?
B. Ik geloof datje deze vraag van twee kanten moet
bezien. Vastgoedsystemen leveren informatie voor
een bepaald doel. Laten we zeggen je hebt systemen,
die informatie leveren ten behoeve van de bestem
ming of de zakelijke rechtstoestand van vastgoed.
Als je die betreffende wetenschapsgebieden bekijkt,
zitten daarvan voldoende elementen in de vastgoed
systemen ingebouwd. Maar ik denk dat jullie met
deze vraag bedoelen: komt het specifieke weten
schapsgebied van de vastgoedsystemen wel behoor
lijk naar voren en dan moet ik zeggen nee, maar dat
kan natuurlijk ook nog niet, omdat dit wetenschaps
gebied zo nieuw is. Het gedeelte van de bestuurlijke
informatica bijvoorbeeld, dat een belangrijke rol
speelt bij vastgoedsystemen, is zo nieuw dat je de
praktijk nauwelijks kwalijk kunt nemen dat ze daar
nog niet goed op zijn ingespeeld. Een voorbeeld
hiervan is de geautomatiseerde ruilverkavelings
administratie, die al in 1970 tot stand kwam, terwijl
pas een jaar later het belangrijke rapport van de
Codasylgroep, het Database-Taskgroup-rapport
verscheen, waarin richtlijnen voor de opzet van een
dergelijke gegevensadministratie zijn opgenomen.
Wat het meest ontbreekt in de praktijk is dat er geen
behoorlijke bepaling van de informatiebehoefte
wordt uitgevoerd en dat er nauwelijks een wettelijke
basis is voor de informatievoorziening. Door dit
laatste is er een grote janboel op het gebied van de
vastgoedsystemen in Nederland ontstaan. Ook erg
slecht is dat bij bestaande systemen veel te snel
wordt geautomatiseerd. De computer wordt inge
voerd zonder dat men behoorlijke kennis heeft van
de bestuurlijke informatica en dat betekent dat er
eigenlijk nog al eens iets misgaat. Bij het invoeren
van de computer lijken de systemen net ballonnen,
die opeens worden opgeblazen. Je ziet ze dan ook
wel eens uit elkaar klappen. Er zijn in het buiten
land (Denemarken, Amerika) voorbeelden dat de
informatievoorziening opeens misloopt.
En in Nederland?
B. Een voorbeeld hier zijn de leidingenregistraties,
waarvan sommige worden geautomatiseerd. Lei
dingen hebben een vaste plaats ten opzichte van het
aardoppervlak. Die vaste ligging wordt niet goed
bepaald. Men zou, naar mijn mening, eerst de
energie en het geld moeten besteden om alle gegevens
in één goed coördinatenstelsel op te meten. Daarna
kan je pas denken aan automatiseren. Dit is maar
één voorbeeld, maar er zijn er natuurlijk nog veel
meer.
Vraag 3: Is de vraagstelling uit de praktijk zodanig
dat er ruimte is voor grensverleggend onderzoek?
B. Grensverleggend onderzoek in de leer der vast
goedsystemen ligt momenteel vooral op het terrein
van de betrekkingen die zouden moeten bestaan
tussen de systemen en op het terrein van de relaties
tussen de gegevens en daarnaast weer op de relaties
die tussen deze relaties bestaan. Dit geeft bijvoor
beeld mogelijkheden om onderzoek te doen naar
veranderingen in de loop der tijd. Dit laatste is erg
belangrijk voor planologen, inrichters en beheer
ders. Uit de praktijk worden de vragen voor dit
onderzoek niet duidelijk geformuleerd. Dit komt
omdat men bij de informatiesystemen vaak werkt
met een beperkte, enkelvoudige doelstelling. Boven
dien geven de jaarlijkse begrotingen van de overheid
weinig ruimte voor het doen van onderzoek. Toch
is er in de praktijk voor dit onderzoek belang
stelling. Er worden steeds weer nieuwe commissies
gevormd die zich met dezelfde problematiek bezig
houden. Dat ze eigenlijk met weinig succes werken
komt naar mijn idee doordat er nog teveel aan de
theorievorming mankeert. Dit bedoel ik zowel in
technische als in juridische zin.
In Amerika is men wat dat betreft veel verder, om
dat men daar ook in de bestuurlijke informatica
veel verder is. Ieder jaar wordt over dit onderwerp
een groot congres gehouden en er is zelfs een insti
tuut opgericht dat Modernization of Land Data
Systems heet. Ik hoop daarover binnenkort een pu-
blikatie uit te brengen in onze eigen reeks over pla
nologische en technisch-administratieve geodesie.
ngt 77
29