Ingenieursscripties ECONOMISCHE ASPECTEN VAN HET AGRARISCH BEHEER IN NATIONALE LANDSCHAPSPARKEN R. T. J. de Ruyter Samenvatting Op grond van in bestaande literatuur geformuleerde ge dachten wordt een idee gegeven hoe een Nationaal Land schapspark verwezenlijkt zou kunnen worden. Een van de belangrijkste problemen hierbij wordt gevormd door de economische problematiek van beheer in het agrarisch ge bied, dat in de tot park aan te wijzen gebieden ligt. In deze scriptie zijn in een studiegebied de verschillende arbeidsinkomens in de agrarische sector bekeken bij ver schillende landbouwkundige situaties. Als studiegebied is hiervoor genomen Midden-Brabant waarin het mogelijk Nationaal Landschapspark „Het Groene Hart van Brabant" is gelegen. Als meest relevante beperkingen zijn voor dit ge bied aangenomen: beperking van dierlijke veredeling, be perking van de kunstmestgift, alsmede het instandhouden en restaureren van houtwallen en heggen in het landschap. De vergoedingen welke door het opleggen van deze beper kingen moeten worden uitgekeerd, als gevolg van de invloed op het arbeidsinkomen, dienen onderscheiden te worden in drie componenten: schade door gebruiksbeperkingen, ver goeding voor het onderhoud van houtwallen en heggen, en vergoeding voor het feit dat verdere verbeteringen in de be drijfsvoering niet mogelijk zijn. Uitgaande van de prognose van de landbouwkundige situatie in Midden-Brabant in 1983, betekent dit op grond van de beschikbare kennis en onder de aangenomen veronderstel lingen dat voor het studiegebied de totale vergoeding kan variëren van minimaal ƒ3.7 miljoen tot maximaal ƒ9.7 miljoen afhankelijk van verschillende landbouwkundige situaties en gerekend naar prijspeil 1973. TRAAGHEIDSNAVIGATIE EN ZWAARTEKRACHT W. A. van Gein Samenvatting Traagheidsnavigatie heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen en recente ontwikkelingen tonen een grote voor uitgang. De opzet van deze scriptie is: de invloed van de zwaarte kracht op de traagheidsnavigatie wat nader te bezien. Van daar dat beschrijvingen van het instrumentele gedeelte en van het vergelijkingenstelsel slechts in beknopte vorm zijn weer gegeven in hoofdstuk 2. Voor verdere details wordt verwezen naar de literatuur. Het in de navigatie toegepaste Schuler-tuned platform wordt in hoofdstuk 3 onder de loep genomen, waarbij tevens de invloed van de zwaartekracht ter sprake komt in de ellip- soïdische benadering van de aarde. In hoofdstuk 4 wordt het zwaartekrachtveld van de aarde besproken met het oog op een aantal benaderingen van de vorm van de aarde; tevens worden enkele facetten der kine- matische geodesie nader toegelicht in relatie met de traag heidsnavigatie. VEREFFENEN, FILTEREN EN VOORSPELLEN P. G. Schwarz Samenvatting Fundamenteel en het meest belangrijk in deze studie is de gedachtegang, neergelegd in hoofdstuk 1, die de verbinding legt tussen meting en model. Het is onmogelijk kennis op dit gebied te verwerven door uitsluitend passief te studeren; dit kan worden bereikt niet dan door zelf op constructieve wijze over de probemen na te denken. Verder kan hoofdstuk VI, de appendix, worden gezien als een rode draad die door de gehele scriptie heenloopt. Hierin wordt een korte uiteenzetting gegeven van een in de statistiek welbekend schattingsprobleem: de schatting van (een) sto chastische variabele(n) met behulp van (een) andere stochas tische variabele(n). Hoofdstuk II behandelt de principes van de vereffenings theorie. In hoofdstuk III worden de belangrijkste concepten in de stochastische procestheorie besproken. Hoofstuk IV is een poging de problemen rond funktie- approximatie met behulp van stochastische processen te stel len en te behandelen. Het hoofdstuk eindigt met een discussie over het Collocatie-model. Hoofdstuk V bevat een korte uitleg van de belangrijkste principes van het Kalman-filter. De gehele studie kan worden gezien als een poging zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen de diverse theorieën in één beschrijving aan te geven. PLAATSBEPALING MET BEHULP VAN SIMULTANE AFSTANDMETING EN DE INVLOED VAN DE BAAN VAN HET VOERTUIG HIEROP W. Tuitman Samenvatting Om de plaats van een bewegend voertuig te bepalen zijn referentie punten nodig. De posities van zowel referentiepun ten als die van dat bewegend voertuig kunnen op diverse manieren bepaald worden, namelijk door het meten van af standen, afstandverschillen, richtingen of combinaties van deze drie. In de scriptie wordt nader ingegaan op de afstand meting, met name de simultane afstandmeting. Dit wordt op zijn beurt toegespitst op afstandmeting met behulp van akoes tische systemen op zee, doch in principe blijft het beschrevene ook gelden voor andere systemen. Allereerst wordt een methode beschreven om de coördinaten van de transponders, de referentiepunten, te bepalen, na eliminatie van de posities van het voertuig. Daarna wordt aangegeven hoe de posities van het voertuig, in de scriptie een schip, uitgedrukt kunnen worden in coördinaten als de transpondercoördinaten ge geven zijn. Vervolgens wordt de continuïteit in de beweging van het schip gebruikt om een mathematisch model op te stellen voor de route van het schip. De route van het schip kan beschreven worden met twee polynomen, één voor de ,v coördinaten in de vaarrichting en één voor de y coördinaten dwars. Dit mathematisch model wordt dan ingepast in het mathematisch model van de simultane afstandmeting, ten einde dit laatste te verbeteren. Om de inpassing mogelijk te maken moet het model van de simultane afstandmeting aan gepast worden. In dit aangepaste model kunnen zowel de coördinaten van de referentiepunten als de coördinaten van de meetpunten ineens bepaald worden. Bovendien is in dit aangepaste model de overgang naar de geïntegreerde navi gatie mogelijk. ngt 77 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 23