dat 't welk ik de Eer heb gehad aan Hoogst- dezelve voor te dragen. In een uitvoerig rapport gaat Gogel dan in op zijn eerder gedaan voorstel. Ik heb niets anders gedaan, zo betoogt hij, dan uitvoering te geven aan Uw decreet van 15 juli jl., waarbij ik „moest prepareren en doen prepareren" wat aan de inwerkingbrenging van de nieuwe belasting dienstbaar kan zijn, zoals kohieren aanleggen, de vereiste metingen doen ver richten en inspecties doen. Ik mocht mij laten assis teren door le Fevre de Montigny en andere officieren van de Genie. En wat het voorstel aangaat in de commissie ambtenaren te benoemen, merkt hij op Maar, Sire!, noch de President noch den Secretaris Generaal konden uit de publieke ambtenaren of Geëmployeerden gekozen wor den, alle de geenen die zich bij mijn Departe ment geplaatst vinden zijn zoodanig met werk zaamheden overladen dat hun zelve niet een ogenblik van uitspanning overschiet en zij naauwelijks dan den drukken arbeid die hun is opgelegd kunnen volvoeren. Verder wijst de minister op de ervaring die Van Breugel inbrengt bij de uitvoering van een zo be langrijke zaak, waarbij verwijzende naar de her ziening van de verponding in de Meijerij7 en de daarvoor verrichte metingen en hij vervolgt Deze commissie heeft reeds een bewonderens waardige ijver aan den dag gelegd en bewijzen gegeeven van al hetgeen ik van dezelve kan verwachten. Ik heb mij niet kunnen aansprake lijk stellen voor de in den actueelen toestand van 's Rijks Financiën inderdaad schrik- baarende verwarring en vertragingen welke on getwijfeld uit eene opschorsing van derzelver werkzaamheden zouden geboren zijn, en ik houde mij verzekerd dat Uwe Majesteit mijne verrichtingen hieromtrent zal goedkeuren. Alvorens dit Rapport te eindigen zij het mij vergund Sire!, U te herhalen dat de ten dezen vermelde werkzaamheden, waarlijk van eenen colossalen omvang zijn. Zij strekken zich over 1600 verschillende plaatsen uit, in de meesten van welke alles van den grond af moet worden daargesteld, waar alles nieuw is, en waar bijna overal de ondervinding geen hulp biedt. En tenslotte eindigt hij Het is eindelijk Sire! niet dan door met Uw volkomen vertrouwen, Uw Minister te ver eeren, die zich vleit door de invoering der nieuwe Belastingen (eene invoering welke ten allen tijde als onuitvoerlijk is beschouwd) ge toond te hebben wat hij vermag, wanneer hij door de ondersteuning en goedkeuring Zijns Meesters gesterkt wordt De koning maakt geen bezwaar meer en stelt bij besluit van 6 september 1806 nr. 4 de Hoofdcom missie in. Gilles Johannes Ie Fèvre de Montigny Mr. Casper Baron van Breugel ngt 77 19

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 5